NOG EEN BRIEF OVER SPANJE
2
TOTOK EN INDO
EXPOSITIE OHL
„Als Totok, maar toch ook als oprecht en enthou-
siast TONG-TONG-vriend, acht ik het bena
drukken van het Indo-schap (al is dit menselijk!)
toch verkeerd. Want IN NEDERLAND zal de
Indo toch wel geheel weggeassimileerd worden,
zoals wij Totoks in Indië volkomen assimileerden
Denkt U ook niet dat een natuurlijk sterfproces"
door U onnodig verlengd wordt?"
Th. de R.
Mijn mening (en de mening van onnoemelijk
velen)
1. De Totok assimileerde in Indonesië ook niet.
Slechts een enkeling en alleen bij volstrekt isole-
ment werd op den duur geheel Indonesiër. De
Totok schiep in Indië wat men elders in de tropen
noemt, de „colonial style". Ettelijke van zijn nut
tigste en mooiste eigenschappen gaf hij nooit prijs
(nuchterheid, ondernemingslust, ijver, soliditeit) en
deelde hij royaal uit aan het volk waaronder hij
leefde. Nog minstens een eeuw zal Indonesië dui
delijk het stempel dragen van de Hollandse geest.
2. Ook al zou de Indo volkomen weggeassimileerd
worden, NU leeft hij en NU is hij een element van
het Nederlandse maatschappelijke en culturele le
ven. Dus zal hij NU leven in de Nederlandse pers
(d.i. TONG-TONG). Men zegt tegen Omaatje
(70 jr.) ook niet: U zult gauw verdwijnen, ga
maar alvast af naar het ouwebesjeshuis. Oma kan
erg nuttig zijn, als wij maar weten hoe haar in te
passen. Ze leeft langer, maar dat is géén vertraging
van het sterfproces!
3. Het is goed voor het Nederlandse volk als het
regelmatig kennis neemt van trots, bestaansdrift en
zeden en gewoonten van „mensen van buiten Het
kweekt praktische humaniteit aan en het kan erg
nuttig zijn. Wat ons lot betreft (dat van de Indo),
wij wéten dat dit groepje hier vroeger of later zal
uitsterven. Zo gezien is TONG-TONG niet an
ders dan een zwanenzang. Luister toe, heb respect
en sympathie voordat de schone hals wordt om
gedraaid.
4. Enkelingen (w.o. ik) zien in de teruggekeerde In
dische Nederlander (Totok en Indo) de geest van Jan
Huygen van Linschoten, die het zitten bij moeders
pappot verafschuwde. Wij hopen door veel te ver
tellen van buiten hier weer een geest wakker te
maken van nieuwsgierigheid, en van verlangen naar
wijdheid en nieuwe ondernemingslust. Dat kunnen
wij niet doen als wij ons voorstellen als wegster
vende mensjes, die ook maar liefst helemaal „ver
pappotten". Wij houden het op ons Omaatje, die
defiant uitroept: „Sweet seventy en nóg niet ge
kist!"
5. Weet U hoe koppig de Hollanders in Amerika
zich Dutch noemen, ook al worden zij helemaal
Amerikaan? Precies even koppig noemen veel
Indo's zich Indo, ook al zouden zij de laatste Indo s
zijn in de historie van Nederland.
HAARLEM.
Op zaterdag 30 mei z. .1 deer de afd. Haar
lem en Omstreken van Tong-Tong en de
Amusementsvereniging i.O.V.O. een ge
combineerde contactavond worden gehouden
in de zaal van de Haarlemse Kegelbond,
Tempelierstraat 48 te Haarlem, aanvang
20 uur.
De dansmuziek voor deze avond zal worden
verzorgd door „The Novelty Quintet uit
Amsterdam en „The Blue Birds uit Haar
lem. Verder zal worden medegewerkt door
de heer Joop Haase uit Vlissingen en de
toneelgroep van T.O.V.O.
Kaarten voor deze avond zijn verkrijgbaar
bij: Mej. S. Kilian, Roerdompstraat 53, Mej.
1. Domingus, Indischestraat 106, Hr. H.
Hennekam, Vondelweg 510, Hr. J. Rade
maker, Hannie Schaftstraat 164 II, Mevr.
T. Orth, Bilderdijkstraat 30, tel. 18084, alle
te Haarlem, Mevr. M. Waitz, Hoofdstraat
9, Santpoort, Hr. R. Sjardijn, Fr. Schubert-
laan 4, Heemstede, Mevr. E. van Hout,
Orchideeënlaan 12, Heemstede, iel. 36604.
De kaarten kunnen ook schriftelijk besteld
worden.
-Sas?"
Eindelijk hebben we er toch eentje gevonden: een
kiekje van onze onvergetelijke beminde: de ketebok
pisang. Welk schoonste rubberen strandbeest van
Europa haalt bij dat „van bananenstammetjes ver
vaardigde drijvertjeZoals Pongkie nuchter zegt:
Kanniet kempès en kos-nèks!" Zo leren zwemmen
in een rivier van chocola, waar doe je dat in
Europa? En als je dan nog kijkt naar de schone
nymphen rechts (in Indië heetten ze Venus van
Mulo), dan begrijp je wel dat we zongen: „Jo
ajo mandi! di Kali Betawiel Kali Betawie BIAR
lintah-nja
(Foto O. Berg)
Van 15 mei tot 14 juni exposeert bij de kunst
handel gebr. Koch aan de Hoogstraat No. 7 te
Den Haag de Indische schilder L. F. Ohl. Kort
tevoren exposeerden in Den Haag ook Menno van
Meeteren Brouwer en Elodie van Heemskerck-
Deux. Het doet deugd te merken dat het Indische
palet in Nederland nog niet is „ge-assimileerd"
in die zin dat het Land van Herkomst overboord is
gezet. En we hopen dat de appreciatie ervoor ook
te merken zal aan een druk Indisch bezoek aan
deze expositie.
DE KROKODIL EN DE KARBOUW.
Een karbouw had oorspronkelijk geen tong en de
krokodil geen kiezen. De karbouw wilde zo graag
een tong hebben om daarmee gemakkelijk het gras
in de mond te leggen. Hij vroeg aan de krokodil,
die zich in het zonnetje zat te koesteren, een ruil-
slag te doen: hij zou zijn kiezen geven tegen de
krokodil zijn tong. De krokodil had hier wel oren
naar omdat hij het gemis van kiezen erg voelde,
want met zijn lange bek kon hij gemakkelijk de
kadavers te pakken krijgen, doch met het kauwen
had hij veel last. De ruil kwam tot stand en het
beviel beiden zo goed, dat ze overeenkwamen
elkander in het vervolg nooit kwaad te doen.
Hierdoor nu kan de kleine „angon-kebo" onge
stoord op de rug van een karbouw een kali vol
krokodillen oversteken.
WAAROM DE WITTE MIER NOOIT
BENDO-HOUT AANVREET.
De legende wil, dat bij een grote overstroming,
alleen de Bendoboom aan de verachte rajap toe
stond om, middels opklimming tegen zijn stam,
zich in veiligheid voor het water te stellen. Uit
dankbaarheid voor deze goede dienst, zwoer de
rajap zich nooit te goed te zullen doen aan het
hout van de Bendoboom. Hoewel het hout van
andere bomen meestal harder is dan dat van de
Bendo, bedient de Javaan zich voor zijn huis
graag van Bendohout, wetende geen last te zullen
kriiqen van witte mieren.
L.MP.B
HAPPY ENDING.
Recruut die graag promotie wil maken door het
gebruik van mooie woorden (al blijven de d s
jammerlijk dik), komt ademloos bij de kapitein
verslag uitbrengen van een gesprongen leiding
achter in de tangsi:
„Kapitein! Naar aanleiding van de waterleiding
is de mededeling dat de waterleiding is is
djéblós!"
Ook Lydia Bos-Vergouw is in Zd. Spanje geweest,
maar meent naast het vele aangename ook te
moeten wijzen op minder aangename zaken:
Om maar iets te noemen: de overvloed van
verse groenten die wij in Holland kennen, bestaat
in Spanje niet. Het repertoire is beperkt tot hoog
stens een zestal. Kaas is min of meer een weelde
artikel: vlees, vooral rundvlees van dubieuze kwa
liteit. melk wordt er heel weinig gedronken, om
een blik petroleum te bemachtigen moet men vaak
in de rij staan
Ik zou toch ook nog even willen wijzen op de
afschuwelijke trammetjes, de hotsende, volgepropte
autobusjes naar Torremolinos, bijv.), het hin
derlijk gebedel, de slechte electriciteitsvoorziening,
de fictie van een heetwatervoorziening in z.g.
comfortabele hotels en pensions, het ontbreken van
iedere „ambiance" op toeristisch gebied, waardoor
men in de uren van 4 tot 9, half 10 n.m. vaak met
zijn tijd geen raad weet en maar weer het zoveelste
café opzoekt voor een „café con leche of een
glaasje sherry
Het is waar dat men betrekkelijk voordelig een
gemeubileerd huisje kan huren, maar die huisjes
staan heus niet in een leuk villapark, aan een fraaie
boulevard, of in een gezellige kota met welvoorzie
ne toko's vlak om de hoek. Het is alles nog primi
tief en de toegangswegen zijn van bobbels en gaten
ruim voorzien
Het is juist dit primitieve wat de meeste Indischen
aanlokt. Net zoals wij vroeger de stad ontvluchtten
om buiten uit te blazen. Ik ken Zd. Spanje ook
uit eigen ervaring en zou ook nog kunnen wijzen
op: de vliegen, het stof, het ontbreken van veel
„Hollands comfort", maar ik zag Spanje ook niet
als Hollands tourist, ik had het gevoel weer „thuis
te zijn in vele opzichten. Ik deed niets, ik kon weer
lèntjèr, had niet de minste behoefte aan concerten
en monumenten, prefereerde het lui zitten op een
terrasje met mandoline-spelers en schoenpoetsers.
Veel „rommel" vond ik pittoresk en heerlijk zorge
loos. Al gauw leerde ik, welke buurten ik moest
vermijden (net als in Den Haag of Amsterdam),
Spaans leerde ik even vlot als Madoerees, Javaans
of Soedanees, van eten op de straat of scharrelen
op de pasar.
Nooit vergeet ik het 's morgens vroeg binnenrijden
in Irun en de geweldige bergen weer zien, de
typisch „Indische" mensen, een beetje lèmbèng en
een beetje aksi om de beurt, het eindeloos boemelen
met het Padalarang-Bogor-treintje door heel Spanje.
Ik vergeet ook nooit het weer passeren van de
Nederlandse grens: regen, geen zon, alles keurig
bijgeharkt, stijve mensen, grauw. Dit is niet unfair,
het is aangeboren: een andere levenskijk. Cordoba,
Madrid, vergelijken met Hollandse steden is on
mogelijk. Je houdt van het een meer dan van het
andere. Liefde is niet meetbaar, luistert niet naar
logica. Spanje moet je niet zien als Hollander, maar
als Indischman, en dan liefst als Indischman, die
ook van Depok houden kan, van Gemblongan,
Sawah Besar of Bantjeuj.
Maar kijk, hier is Lydia toch weer echt een kind
van het land van de zon: Ze besluit haar brief met:
En al is het trammetje ongelukkig, uw kalfs
lapje rubberachtig, uw lamp gelijk een nachtpitje,
de zon is er van af midden februari glorieus
T. R.
en de natuur van een ongekende weelde!
Mevr. Bartelings wijst op enkele fouten in haar
Spaans prijslijstje: huur is niet 7000, maar 1000
of 2000 pesetas. En nog een paar kleinigheden.
Maar iets anders: Mevr. Bartelings zegt „minta
ampoen" voor de regen van brieven die ze krijgt
Wilt U straks via Tong-Tong haar postzegels
verrekenen?