OVERAL INTEGRATIE 4 BRASIL. Dit laantje staat niet in 's Lands Plantentuin, maar in de Bosque Municipal, Ribeirao Preto (Est. S. PauloBrazilië. studeren, ook schriftelijk. Het examen wordt dan in Sao Paulo of elders afgenomen. Het is net zo'n systeem als Leids Onderwijs of P.B.N.A. Voor de Universiteit kan je je ook schriftelijk voorbereiden. De Universitaire opleiding heeft echter normaal plaats. Voor en tegen. Rassen: Je vindt hier van alles en de mengsels daarvan. Wij vallen niet op als je tenminste niet je mond opendoet. Niemand vindt het trouwens erg, dat je een buitenlander bent en ze vragen er ook niet naar. Ik word voor een Braziliaan aangezien en mijn kinderen ook. De Braziliaan geeft zich niet vlug, is erg traag in het nakomen van beloften. Maar als ze je eenmaal mogen zijn ze gul en gast vrij. Dit is een logisch gevolg van de toestand, omdat je hier, mede door de immigratie, allerlei schorem hebt en ze vaak zijn bedrogen. Klimaat: Het klimaat aan de kust bevalt mij niet. In Santos en Sao Paulo regent het veel en ver andert de temperatuur wel 4 maal op een dag. Als je over de bergrug heen bent en een paar 100 km in het binnenland zit is het klimaat veel beter, meer constanter. Hier in Goiania (ongever 1200 km van Sao Paulo) lijkt het klimaat op dat van Bogor. De wegen buiten de stad zijn niet geasfal teerd en zit je dus in de droge tijd onder de rode stof en in de natte tijd onder de modder als je een trip buiten de stad hebt gemaakt. De wegen zijn slecht, vol met gaten, toch is er druk verkeer. De belangrijkste plaatsen hebben electriciteit en water leiding (drinkwater moet gefiltreerd worden, ook in Santos), ofschoon een put met een electrische- of hand-pomp beter is. Treinen: In de staat Sao Paulo heb je de modern ste trein van Brasil. Dit is een electrische trein met roestvrij-stalen wagens en rijdt over gelaste rails, ramen, die een goed uitzicht geven op het landschap. Als je Pullman reist, dan zit je in een fauteuil, die om haar as draaibaar is en wat meer is, ze rijdt stipt op tijd. Hiernaast heb je nog treinen, die ze met hout stoken en je dus een reisjas moet aantrekken om je kleren niet te ver pesten met brandgaten. Bijna elke belangrijke plaats is per vliegtuig te bereiken, hetzij lijn- hetzij taxi vliegtuig. Contrastrijk. Brasil is erg contrastrijk. In Santos b.v. rijdt een tram, waarbij „tante Betje" van Betawie heilig vergeleken is, langs een rij hypermoderne wolken krabbers van 15 hoog. Hier in het binnenland kom je nog dorpen tegen die wij uit de filmen van Tom Mix en Tom Tyler kennen. Mijn jongste zoon kruipt op elk paard, dat hij kan bemachtigen, hij heeft zich ook volkomen aangepast en denkt als een Brasileiro. In de komende nummers gaan we regelmatig brieven opnemen van Nederlanders uit het oude Indië, die weer opnieuw de wereld zijn ingegaan. Hier in Nederland denkt men dat het hele pro bleem van de uit zijn tropische vaderland verdreven Nederlander alleen maar schuilt in de as similatie hier. TONG-TONG heeft voortdurend hardnekkig verdedigd dat „wij-uit-Indië" té ruim geleefd hebben en dat het voor verreweg het merendeel van de repatrianten NIET mogelijk zal zijn om zich GEESTELIJK aan te passen (de praktische aanpassing! werk, kleding, voeding, ge woonten is zonder enige moeite een feit geworden). Hij moet zijn rijkdommen uitdragen! De lezer die zoals wij regelmatig kennis neemt van hetgeen er gebeurt bij onze emigranten naar an dere oorden van de wereld, zal straks volmondig togegeven, dat wij in Indië in feite zó ruim gevormd zijn dat aanpassing bij elk ander volk in elke andere streek ter wereld een „perkara ketjil" is. Totoks en Indo's zijn nu Transvaler gewerden en Deen, Amerikaan, Canadees, Fransman en Austra liër, Afrikaan en New Zealander, Braziliaan en Argentijn. Opgegroeid en in vrede geleefd hebbend met Indonesiërs en andere vreemde Oosterlingen, andere godsdiensten en zeden en gewoonten MOESTEN wij immers wel universeler denken dan de Hollander hier, die praktisch opgepot zit met z'n politieke, geloofs en burentwistjes (al heeft hij boekenkasten vol wijsheid). Wat ons echter bij al deze nieuwe nationaliteten opvalt, is de onvernietigbare trouw aan de herin nering van het oude Indië en de trots van het Indischman zijn. Voor hen betekent assimilatie NIET het geheel wegschuilen achter Scheveningse of Spakenburgse rokken, maar het zelfbewust en enthousiast uitdragen van de oude ideeën en waar den. Waar de Indischman zijn voet zet, daar ver schijnen zijn nasi goreng en saté, daar komt zijn guitaarmuziek, daar komen een massa levensge woonten, die in dat nieuwe land zeer welkom zijn. Ah, wij hebben Indonesië verloren en wij pro jecteren Indonesië op de wereldkaart! (In het volgende nummer krijgen brieven uit Nw. Guinea een flinke beurt.) Ik heb nu 4 zoons in de leeftijd van resp. 19, 17, 16 en 10 jaar. Voor hun toekomst heb ik mijn geliefde Indië verlaten en de B.P.M. na 18 dienst jaren vaarwel gezegd en ben naar Negrie Koud gegaan, waar mijn 2 oudste jongens reeds voor studie waren. Ik had geluk, want binnen de 2 maanden kreeg ik een goed betaald baantje in Rotterdam bij N.V. van Mindeno, maar ach Tjalie, als je in de Tjiliwoeng hebt gedreven, achter de tjelengs en matjans hebt gejaagd, tegen de nja- moeks hebt gevloekt, de tongèrèts en zijn vriendjes in de nacht hebt horen zingen, dan is het schone, natte Holland als een levenloze mooie wassenpop, een mooie grafkelder. Toen ik er zo over ging denken, lachte het geluk me weer toe, want ik kreeg de kans om voor een olie Maatschappij in Brazilië (Petrobas) te gaan werken. Ik tekende mijn contract in Nederland en verder zorgde Petrobas voor de rest, zodat je ons dus niet als 100 emigranten kunt beschouwen. Het land dat Indië vergoedt. We hebben 3 jaar in Santos gewoond, nu ben ik een eigen zaak begonnen in Goionia; de fam. Bavinck (Dirk) is ook elders een kippenfokkerij begonnen en een zekere Paul 'Hartsteen heeft weer een andere job in Sao Paulo gekregen. Voor een goede, serieuze vakman is het niet zo moeilijk om aan werk te komen als je tenminste in het begin geen al te hoge eisen stelt. Op het ogenblik is het een slechte tijd om naar Brazilië te emigreren om dat Brasil op haar kop staat (zwakke valuta, hoge levensstandaard), maar daar lijdt de hele wereld aan. Mijn zaak gaat ook niet al te bes!, maar ik kan me redden, hoop binnen een paar maanden weer wat geld te verdienen met een con' -act voor de bouw van een Electrische Centrale. De huishuren zijn verduveld hoog, variërend van 6 tot 15 duizend cruzeiros per maand. Het is dus zaak om een eigen huis te hebben. Het eten gaat gemakkelijker. Hoofdvoedsel is rijst en bonen. Ver der vind je hier alle Indische groenten en vruchten terug zo als katjang pandjang, laboe, oebie, sing- kong, mangga, nangka, djamboe kloetoek en mon- jet, enz., enz. Bananen („pisang" mag je hier n.l. niet zeggen, is een vies woord) in overvloed en papaja ook. Wij leven hier net als in Indië, 2 maal rijst, dit ook voor de goedkoopte, brood is erg duur, nog niet te spreken van het beleg. Mijn vrouw blandja voor het eten ongeveer 200 cruzeiros per dag, buiten rijst, olie, boter, suiker, melk en brood. En dan leven wij helemaal niet lux. Levensstandaard is abnormaal gestegen. Om een voorbeeld te noemen: we kochten drie jaar ge leden eieren voor Cr. 18.het dozijn, nu is het 60 cruzeiros; tomaten indertijd 6 nu 25 cruzeiros, enz., enz. Toch, weet je Tjalie, denk ik, dat ik het land gevonden heb, dat mij Indië vergoedt. Daarom heb ik hier ook stukken land gekocht, t.z.t. ga ik mijn huis bouwen, dan heb ik wortel geschoten in mijn nieuw vaderland .Brasil"Jammer, dat je dit land niet kent, het lijkt als een tweeling op ons Indië. Als je op straat loopt voel je je ook op je gemak, want je vindt er al de typen terug, sie Amat, sie Tong, sie Kalong, sie Gading, enz. Ze moeten al leen niet hun mond opendoen, want de taal is anders (ik merk het niet meer zo erg). Je hebt hier ook de tanie, die singkong en djagoeng plant; je kan hier ook met een spuit op je nek gaan slojong of in de rivier baden. Ik ga hier met mijn jongste zoon vliegeren, zo'n vlieger, die kan duiken en draaien vinden ze machtig, want dat kennen ze hier niet. De Nederlandse taal van mijn jongens is nog slechter, dan dat wij vroeger op straat spraken. De Nederlandse taal van mijn jongste is helemaal sajoer asem. Hij spreekt iets wat op Nederlands lijkt, kan het echter niet meer schrijven en leest het op z'n Portugees. Op school kan hij vrij aardig mee, blinkt niet uit, maar bolé bilang „tevreden". Mijn 2de zoon studeert verder, terwijl de an deren liever werken. Je kan hier in Brasil voor alles Dit groepje zwemmers is niet ge kiekt in het zwembad Kedoengha- lang of Trètès, maar in het zwem bad van de Fiscina Jockey Clube, Goiania, Brasil. Alle zwemmers zijn Brazilianen, INCLUSIEF de iongen uiterst links, Bunny Persijn, en de jongen geheel rechts, Dim- my Persijn, van origine Anaks Betawie, thans houders van alle zwemrecords in de staat Goiania, Brasil. en enorm populair bij hun nieuwe landgenoten. Als we al die verhaaltjes horen van „Indisch- gasten kunnen niet assimileren in Brazilië" Waar blijft de In dische jongen in de Hollandse sport?

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 4