WOERDA! PRENGü 3e JAARGANG, No. 23 15 JUNI 1959 HET ENIGE INDISCHE BLAD IN NEDERLAND - TROUW - BRANIE - ONDERNEMEND TONG-TONG Onafhankelijk Indisch Tijdschrift Onder redactie van TJALIE ROBINSON Verschijnt tweemaal in de maand Prijs p. nummer f 0,25. Kwartaal f 1,50 Halfjaar f3.— Per jaar f6.— Bij vooruitbetaling te voldoen Uitgave GAMBIR Uitgeverij voor Oost en West Adres Redactie en Administratie Prins Mauritslaan 36 - Den Haag Tel. 542.542 - Giro 6685 IN HOLLAND STAAT EEN HUIS EN DAT IS EEN INDISCH HUIS Deze woorden zijn geen vertaling van de Hol- la tdse woorden „Werda" en „Vriend" zonder meer. Zij zijn symbolen van vriendschap, zorg en waakzaamheid, ons in het oude Indië elke nacht weer gebracht door onze trouwe ronda-lopertjes. Ah, die tijd is voorbij. Ook Indonesië wordt hele- maal heerlijk Europees beschaafd met sluipende overvalwagens en radio-communicatie en bren-guns. Hoe jammerlijk valt een serie eeuwen van paradijs achtige eet.voud en rust ten offer aan moderne „vooruitgang"! Zijn „Woerda en „Préng" helemaal verdwenen? NEEN! Hoe -wonderlijk het ook is, in de lezers kring van TONG-TONG in dit koude land leven ze nog. Even ongzmerkt als vroeger, maar even gezond, hoopgevend, steungevend als vroeger. Want elke keer als bij ons blad het „Woerda" weerklinkt (vaak zelfs maar gedacht wordt!) komt een antwoord uit duistere nacht: „Préng!" Dit antwoord komt in vele vormen. In giro'tjes van vijf, tien en zelfs honderd pop. In hulp verleend bij allerlei juridische, administratieve en financiële zaken. Als wij voor elk bewijs van hulp „dankje" moesten zeggen in TONG-TONG, we zouden elk nummer twee kolommen verliezen. Als we zouden schrijven, een aparte correspondentie zou nodig zijn. Telkens weer in zakelijke contacten, als ik met „stomme cijfers" aankom (bij TONG-TONG is niets verborgen), roept men verbaasd: „Maar hoe kan je bestaan!" Dan kan ik alleen eenvoudig zeggen: „Wij bestaan." Moet ik als voorbeeld gebruiken die kleine desa in de oedik op Java, bedreigd door roofdieren, rampokkers, bandjirs, aardbevingen en weerloos liggend in de duisternis" ach, hoe schijnbaar verloren, maar door alle tijden van ramspoed en dreigend gevaar beschermd door waakzaamheid die niet betaald wordt, vrien denhulp waarvoor geen rekening wordt gepre- Öemar die bij de kali woont en deze nacht niet slaapt omdat het water zo onrustbarend rijst. Nie mand vraagt hem dat. Hij djongkokt aan de oever, huiverend in zijn plèkat, en waakt. En als de ronda voorbij komt en roept: „Woerda!" Dan roept hij „Préng!" Pardjan in zijn goeboek op het verste rijstveld. Zou de tijger komen? Hij heeft zijn roentjing en zijn bedok bij zich en een grote obor. Als de Gestreepte komt, maakt hij alarm. De ronda passeert: „Woer da!" „Préng!!" ABONNEMENTEN BUITEN Nw. Zeeland f 2.50 p. maand Zd. Afrika f 2.50 p. maand Brazilië f 2.50 p. maand Australië f 2.50 p. maand Nw. Guinea f 2.00 p. maand Canada f 2.00 p. maand Ver. Staten f 2.00 p. maand Suriname f 1.50 p. maand Antillen f 1.50 p. maand ALLES PER LUCHTPOST Ergens in Holland zit een meneer aan zijn schrijf tafel. Hij maakt een rekensommetje: zoveel abon nementen zoveel. Drukkosten alleen al zóveel. Dat halen ze nooit! Hij pakt zijn giroboekje en schrijft. En dat is óók: „Préng!" Ergens in Den Haag zit een meneer tijdens het lunchuurtje in TONG-TONG te bladeren. Hé, ze gaan verhuizen. Sjonge-jonge, gaat dat zo maar? Hij pakt de telefoon: „Tjalie, kom je niet in moei lijkheden? Kan ik je ergens mee helpen?" Hij helpt. „Préng!!" Onze gehele gemeenschap van onvermogenden, willozen en moedelozen ja zelfs van tegenwerkers en kwaadwilligen, zij wordt beschermd door deze „préngs". Niemand kent hun namen. Maar dat TONG-TONG bestaat, bewijst dat ze er zijn. Heeft ooit iemand tegen een ronda „trima kasih" gezegd? Nooit toch? Dat wij het hier ook niet doen, komt omdat wij in de geest leven van die kleine desa in dat oude Indië. En ook al komen wij dan volgens boekhoudbegrip- pen zoveel dubbeltjes en stuivers tekort, in ruil daarvoor hebben we een vriendschap die reikt van Boekit Barisan tot Wilhelminatopen van Balikpapan tot balik dompèt laat ons lachen omdat we gelukkig zijn, lezers van TONG-TONG. Omdat we iets hebben dat rijker is dan alle garan ties en beloften: „WOERDA!" en „PRENGü" T. R. VERGEET NIET. Op elke brief, elk stuk ingezonden copy, Uw naam en volledig adres in de linkerbovenhoek te zetten. Enveloppen raken zoek en wij weten met de brieven geen raad. Veel soesah, NOOIT vergeten!!! Met de volle inzet van ALLE NEDER LANDERS UIT INDIË, die het Ned. volk vertellen willen hoe wij W E R K E L IJ K leefden, en die overtuigd zijn van de nood zaak om met veel van onze waarden het leven hier te verrijken. Dit is het eerste nummer, dat gemaakt is in ons nieuwe huis. Na heel wat getrek en gepindah van pensionkamers naar .vrije etages" zijn we eindelijk onder een dak dat we BIJNA ons eigen mogen noemen. Bijna, want we zijn er nog lang niet. Maar we zijn solide op weg. We zijn niet meer ,,te gast" sadja. In twee jaar tijds zijn we uitgegroeid van verenigingsorgaantje tot zelfstandig blad, van 100 leden tot 6000 abonnées. En onze ster rijst en rijst en rijst Dit alles is bereikt NIET met subsidies, NIET met vorstelijke donaties, ZELFS niet met welke officiële hulp ook, ZONDER een cent op zak. maar met vriendschap, behulpzaamheid, vertrouwen, koppigheid en moed van banjak vriendjes en vrien dinnen. Een Ronde Soos Tafel" van kontjo's, sobats en branies, die steeds groter wordt. Selamat djalan! We zitten aan de Prins Mauritslaan. Prins Maurits, dat roept herinneringen wakker aan het enige jaartal dal zelfs de grootste koeploek zonder mankeren nü nog kan plaatsen: 1600, Slag bij Nieuwpoort. Waar Prins Maurits op een overmacht een be slissende overwinning behaalde voor de verdere verloop van de oorlog met Spanje. En aan dat 1600 is gebonden de geboorte van de Nederlandse vestiging in Oost Inje. Het jaar van branie op alle wereldzeeën. Leuk, die naam Prins Mauritslaan! Zullen we een princelijk kroontje zetten op de kop van onze ouwe TONG-TONG? Zullen we bij de definitieve ves tiging een sedekah houden en een karbouwekop begraven? Zullen we, zullen we? Ai, niet té ver kijken. Niet té veel verlangen. Maar doen, doen, doen. Abonnees winnen, abonnees winnen, één voor één voor één. Met de koppige en solide regel maat van het koffieplantjes neerzetten in de nieuwe kebon, van het nagels slaan in de bielsen van de spoorweg in Siam. Wij komen er glorieus! TONG-TONG in zes duizend gezinnen al. Gele zen door dertigduizend ogenparen! Waarom zijn wij nog bedroefd en moedeloos? Waarom zou onze enige redding zijn in nuchtere, zakelijke „aanpas sing". Zet door, oud-gardisten van Tjiliwoeng en Djember, van Korintji en Rindjani, van Palmen- laan en Pangkalan Boen, van Tandjoengkarang en T omohon er kan wéér iets groots verrigt worden! Als we maar (zie boven) Trouw zijn en Branie Ondernemend. KERSTNUMMERS 1958 Er zijn nog exemplaren over van het Kerst nummer 1958. Juweeltjes met voortreffelijke bijdragen van een hele rij Nederlands-In dische letterkundigen en andere medewerkers uit de Goede Ouwe Oost. Eén gulden. Bestel gauw!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 1