t NIET BEKVECHTEN MAAR PRESTEREN - - BIJ KAREL ENEMIES Toen ik die morgen naar de causerie luis- terde van mevr. Straalmans-Kremer voor de radio om de Nederlandse huisvrouw voor te lichten, en ik hoorde over „de stroom Indonesiërs die Neder- land binnenkwam"leek het net of ik door een kolodjenking werd ge-entoep Sok Berg. Er zitten hier vrij veel oud Indischgasten in de buurt op de plantages de enige Australiër is een Australische getrouwd met één van de Neder landers. Een tijdje terug hing er een bord bij de ingang: „Dutch spoken, english tolerated! Jan, Austr. T wee jaar leefden wij in vrede, zonder spot van onze Amerikaanse vrienden. Toen drong een Scheveningse geëmigreerde Totokse vrouw in onze kring en werden door haar betiteld als klap perratten'Ik hapte niet en zodoende ontstond geen herrie Ik begrijp alleen niet, wij kregen in Indië goede opvoeding over landen en volken. Hoe werd deze vrouw toch in Holland onderwezen? Sibbald, U.S. Wij plaatsen deze citaten niet om te „adjak" en om „panas" te maken, maar om te dwingen tot rustiger inzicht en tot beter begrip. Er leven wijd denkende mensen om ons heen en bekrompen men sen. Ergens in de coördinaat van beide opinies leven wij. Struisvogelpolitiek of „niet-reagere- Leen" is dom. Maar mouwen opstropen en oorlog maken evenzeer. HET KLEINE HOLLANDJE. We moeten een beetje begrip hebben voor dat kleine Hollandje en de 11-miljoens-volkje tussen de Europese mogendheden en in ,,de vaart der wereldvolken Allerlei vreemde cultuurinvloeden dringen hier onophoudelijk binnen. Kijk maar naar kiosken, films, boekhandels, warenhuizen, mode, sport, etc., etc. Als Holland niet oppast, het „annek- tiert sich selbstUit een soms onbewuste, soms bewuste, maar altijd koppige drang tot zelfbe houd" weert de doorsnee burger zich tegen deze vreemde invloeden, vaak op vijandige wijze. Men spreekt dan minachtend over Engelsen, Amerikanen en Fransen, verwijst Indische Nederlanders naar hun Indonesische herkomst, sluit andere talen dan de Nederlandse uit, zelfs op vreemd grondgebied, enz., enz. Als wij goed opletten, zullen wij merken dat al hun grieven of spotternijen graag „bewezen" wor den met duidelijk waarneembare slechte gedragingen van andere volksgroepen. Het ligt dus voor de hand, dat wij slecht gedrag zoveel mogelijk ver mijden, maar aangezien dit menselijkerwijs niet mogelijk is voor een grote groep, in elk geval de goede eigenschappen zo sterk mogelijk ontwikkelen. Het is nu eenmaal zo dat één rotte appel in de mand al het gave fruit te schand maakt. Het om gekeerde heeft U op de markt wel gemerkt: „Als U maar de mooiste appels worden voorgehouden, dan lukt het altijd om er een paar rotte achteraan te frommelen." (Oók lelijk!) Dit is overigens iets wat bij alle volkeren voor komt. Mexicanen worden in Amerika ook als het zo te pas komt „greasers" genoemd. In het oude Indië genoot menige Nederlander ten onrechte de reputatie van „blanda mabok" te zijn. Hoe kleiner het land, hoe scherper het verzet tegen vreemde invloeden. Aan de andere kant: hoe welkomer vreemde invloeden, die het kleine bestaan ten goede komen. Het is duidelijk dat een Ir. v- d. Eb zéér welkom is in Nederland, maar een brom fietsnozem niet. Hoe meer bruine nozems, hoe slechter ir. v. d. Eb erop komt te staan. Hoe minder fouten wij maken, hoe beter. „Zich helemaal gelijk waardig verklaren", wat Indo's zo graag doen, is verkeerd. Het lijkt terecht op indringerigheid. Als ir. v- d. Eb de fout zou maken van te zeggen; „O, ik ben door en door Hollander, alleen toevallig een beetje bruin", zou hij zich terecht onmogelijk maken. Omdat zelfs de onredelijkste, onverdraag zaamste Hollander een gezond gevoel heeft voor eerlijkheid. MAATSCHAPPELIJKE TEKORTEN. Ik persoonlijk ga erg veel met Totoks-van-hier om, zowel de goede als de kwade. Ik doe dit beurte lings in vriendschap en koppig verzet. En érgens móet ik toegeven, schieten wij voortdurend tekort: op het gebied van kunst, sociaal leven, politiek, religie en sport bij voorbeeld. Misschien een gekke, maar toch „tastbare"" combinatie. Dat wij geen politieke en religieuze ijveraars hebben, is niet erg. Ik wéét dat de meesten onder ons goede staats burgers zijn en gelovige mensen. Dat is genoeg- Maar hoe dan ook: op beide gebieden dragen wij weinig verantwoordelijkheid mee, die naar buiten blijkt. Nochtans is dit niet erg. Erger is wel dat wij op kunstgebied praktisch niets presteren. Op een handjevol schrijvers na staan wij buiten de Nederlandse kunst. In de musea hangen geen schilderijen of staan beeldhouwwerken van Indische kunstenaars; het Nederlandse muzikale leven kent geen Indische kunstenaars en composities; op het gebied van toneel en cabaret ontbreekt de Indische inslag volkomen. Het is waar dat er sprake is van gebrek aan waardering, begrip en hulp. Daar staat dan weer tegenover dat wijzelf geen fut ge noeg opbrengen om er verandering in te brengen. Op sociaal gebied gaan wij onontdekt en onwerk zaam ons gang, Een paar voorbeelden: wat hebben Indische mensen gedaan voor eigen „nozems"? Waar bestaan eenvoudige clubs, waar voor de jeugd creatief werk wordt aangemoedigd? Ten derde: is hier in Holland ook maar één Indisch tehuis voor allene ouden van dagen uit Indiè? (Er zijn Friese, Zeeuwse, Limburgse, etc., etc-, waar streekmensen zich in eigen kring thuis voelen hun laatste levensdagen. Voor ónze oudjes is niets.) Waar zijn tenslotte onze jonge sportkampioenen? Elke maandag kan ik vergeefs tientallen kolommen afzoeken naar de prestaties van Indische voetbal lers, Indische zwemsters, athleten, tennissers, enz., enz. Maar blijkbaar blijven wij met onze tiendui zenden jongelui overal beneden de maat. Dit alles maakt op de kleine Hollander, die graag fitten wil of die doodeenvoudig bekrompen en blind blijft, inderdaad de indruk dat wij alleen maar „binnengedrongen doodvreters" zijn. Het enige goede wapen hiertegen is: niet bekvechten, maar presteren. T. R. K Na ons grote artikel in TONG-TONG No. 21 van 15 mei weten wij allemaal wie lr. IV. J. v. d. Eb is en wat h'j gebouwd heeft in twee vader- landen. Op 4 juni werd dit werk van onze ..Grote Boeng" door het Koninklijk Instituut van Inge nieurs gewaardeerd met de Speurwerkprijs me daille in goud), waarbij door prof. ir. C. G. J. Vreedenburgh (ook uit Indië) een rede werd uit gesproken. waarin ir. v. d. Eb geprezen werd als ,.het type van de ware civiel ingenieur, algemeen fysisch en wiskundig geschoold." Op deze plaats bieden ruim 6000 abonnees van TONG-TONG de grote onderzoeker en bouwer in hun midden hun extra-gelukwensen aan. En ..poekoel teroes"ir. v. d. Eb! Zo echt ouwerwets Indisch eenvoudig en rustig als bij Karei en Mies van Rooyen (Rest. Segala Rupa) zit U nergens anders in de stad. Het eten is verbazend goed (fijnproevers hebben het res taurant al lang ontdekt!) en het is maar even naast het centrum. Herderstraat 28, eerste zijstraat links van de Boekhorststraat bij de Grote Markt. Moe gewinkeld en de restaurants „roewet" en duur? Dan nog even doorsjouwen, even de schoenen van de hielen bij de Van Rooyens. Lekker „tja"'. Net zulke tafels en stoelen als bij Sie A Poen, gekke tètèk bengèks aan de muren, en een guitaar en een „joek" aan de wand om je zelf bezig te houden. Ouwe kontjo's. En achter in de toko ook nog djamoe-djamoe's voor de sakit pinggang en zovoort. BEGINT HIER DE VICTORIE? Beste Tjalie. Hierbij doe ik je een lijst toekomen van veertien nieuwe TT-abonnées. Enige oude abonnées hebben namelijk de hoofden bij elkaar gestoken en een werfactie gevoerd met dit resul taat. Ik moet erbij vertellen dat mevr. Schaafsma het grootste aandeel in deze actie had door persoon lijk families te bezoeken. Emmen bergt helaas slechts een kleine Indische gemeenschap. Met uitzondering van een enkeling zijn alle gerepatrieerden abonné van TONG-TONG in grote steden kan zoiets wijksgewijs gebeurenbanjak succes toege wenst door WIM WILSON. WEZENLIJK EN BESTAANBAAR. „Die verhalen in TONG-TONG staan er allemaal zo aardig, maar alles bij mekaar blijft het toch onwezenlijk en niet (meer) bestaanbaar M. E. K. Ho'landse matrozen va-en de ce~ste Europeanen, die (met Tasman) Australië zagen. Weer thuis in Nederland vertelden ze van een „onwezenlijk en onbestaanbaar" dier, zo groot a s een mens, met de kop van een ree, net zo n staart als een kroko dil, dat overeind zat a!s een vogel en rondsprong als een kikker. Nu, na driehonderd jaar vindt elke Hollander een kangaroe een heel gewoon dier. (Zo vertelt een Amerikaan van Franse geboorte met een Hollandse naam, Bernard Heuvelmans, in zijn boek ,,On the Track of Unknown Animals".) Tóen werden deze matrozen natuurlijk voor op snijders of fantasten versleten, maar er waren er nog genoeg die de roep van de verre en onbekende stranden n:'et konden weerstaan en uitzeilden. Zij maakten Nederland machtig en welvarend. Ook nu zul'en er vee! Nederlanders zijn die de schouders ophalen voor de Tropen, liever altijd thuisblijven en hun kapitaal liever steken in krui den erszaakjes dan in ondernemingen overzee, maar het andere soort leeft ook nog. TONG-TONG hoopt hen te bereiken en wakker te maken. TONG TONG wil niet nóg een blaadje worden naast de duizenden andere, die de kachelzitter half-duttend doorbladert, maar hoopt een nationaal belang te dienen van zeer grote proporties. LATèN POTJES. Pa: „De naam Multatuli betekent: „multa" veel en tuli is Zoon: „Ik weet al: schrijven. Ik heb veel ge schreven." Pa: „Hoe kom je erbij!" Zoon: „Tulis is toch schrijven?"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 3