3e JAARGANG, No. 24 30 JUNI 1959 HET ENIGE INDISCHE BL, D DROOM VREESMAN f TONG-TONG Onafhankelijk Indisch Tijdschrift Onder redactie van TJALIE ROBINSON Verschijnt tweemaal in de maand Prijs p. nummer f 0,25. Kwartaal f 1.50 Halfjaar f 3, Per jaar 6. Bij vooruitbetaling te voldoen Adres Redactie en Administratie: Prins Mduritslaan 36 - Den Haag Tel. 542.542 - Giro 6685 OVER COMPLEXEN GESPROKEN... Ik sprak onlangs met de burgemeester van een grote stad in Holland. Het gesprek werkte zeer verhelderend, geloof ik, want de burgemeester had (ook door bijzonder drukke werkzaamheden) nog geen goede voorstelling van het grote aantal repatrianten in zijn stad. In dat gesprek kwam een paar maal dat woordje „minderwaardigheidsgevoel" om een hoek kijken, een woord dat men in Europa heel vlot verbindt aan gekleurde mensen (overigens zonder kwade bedoelingen het is nu eenmaal een „coined phrase" geworden uit „De Weten schap"). Op een gegeven ogenblik zei ik: „Waarom denkt U dat toch zo gemakkelijk van ons? Hoe weet U dat het zo is?" De burgemeester: „Ik wil juist openhartig praten. IS dat dan niet zo?" Ikke: „Burgemeester, als U met veel repatrianten kennismaakt, zult U misschien het tegendeel mer ken: dat wij last hebben van een méérwaardig- heidscomplex wat men in de psychologie wei eens noemt een superioriteitscomplex!" De burgemeester (verrast)„Hoe dat zo?". Ikke: „Wel, een boel repatrianten bruin èn blank zeggen: wij uit Indië weten meer, want wij hebben meer van de wereld gezien en wij hebben actief onder veel meer levensomstandig heden verkeerd dan de mensen van hier, die nooit buiten de dijken zijn geweest De burgemeester, peinzend, na een tijdje: „En dan kan ik ze geen ongelijk geven ook T. R. VECHTEN. Zo, dit is de vijfde keer, dat ze een trap afloopt, en dan weer huistoe. Hè, thuis! Eten klaarmaken en tafel dekken. Tegen zes uur komen de kinderen thuis. Hoe lang doet ze dit nu al? Dit solliciteren? Een dag of veertien. Natuurlijk weet ze, dat ze zonder diploma' of andere papieren en met haar 48 jaren geen of zeer geringe kans heeft op de arbeids markt. Maar om een baan vechten zal ze. Trou wens, het moet! Maar, wie zal 't met haar willen proberen? Het geeft niets of ze zegt, dat ze zich zo spoedig mogelijk zal inwerken, etc. etc. Men sukkelt toch veel liever met jongere gediplomeerden, die steeds weer na korte tijd weggaan naar beter betaalde baantjes. Och, de druiven zijn wel zuur voor vrouwen als zij. Voor een directeur, de makkelijk haar vader zou kunnen zijn, is ze zelfs stokoud. Neen, ze hebben nog gelijk ook. Och, ja Morgen verder. Life begins at forty ELBE GEEN ANTWOORD? Wie op een brief of inzending nooit bericht heeft gehad, wordt verzocht dit per briefkaart aan ons te melden. Het is zeer wel mogelijk dat post in het ongerede ils geraakt. Redactie en Administratie schrijven terug op ALLES waar een antwoord op verwacht mag worden! In een studentenblad (dat op een „ouderwets- rode" manier de „kolonialen" dus de repatrian ten blijft hekelen) werd eens flink uitgepakt over een Indische opvatting, waarbij wij onze teleur stelling uitspraken over het feit dat wij droomden van een land van Piet Hein en Michiel de Ruyter en in plaats daarvan een landje vonden van Al- bert Heyn en De Gruyter. Men 'vond dat maar een domme en goedkope woordspeling. Het is jammer dat men dat zo ziet (of althans per sé zo wil zien), want deze Indische opvatting is zonder meer juist. Wij leefden in Indië met een theoretische opvatting in Holland, in hoofdzaak gestoeld op onze Vaderlandse Geschiedenis, ver teld door onderwijzers en leraren die met heim wee naar het Vaderland met trots spraken over onze grootse daden in de verre geschiedenis (en ook omdat de nabije geschiedenis alleen maar ein deloze kamerruzies bracht!). Wij GELOOFDEN dus werkelijk in de geest van De Ruyter, trouwens de feiten om ons heen spra ken dag in dag uit van grote daadkracht. En onze terugkomst in Nederland was wérkelijk een desillu sie want van de krentenwegerij in het vaderland spreken zelfs 9 van de 10 Hollanders voortdurend misprijzend. Er is dus geen sprake van een kwaadsappige woordspeling, maar dat zien velen in het bijzonder scholieren en kachelzitters zo niet. Velen zijn hier gewend geraakt aan de grote bek zonder daad. Zo van koeienletters op de muren „Ami go home" of „Weg met Nasser", het „flinke" ingezonden stuk in de krant of het brallende com mentaar in pers of radio. En gauw terugkrabbelen als er wordt geïnviteerd om een woord waar te maken met een daad. En maar dromen van weer net als vroeger wat te beweren te hebben in de wereld. Voor vele teruggekeerde Nederlanders uit het land met geschiedenisboekjes van branie en daden van branie is het leven hier vaak inderdaad een leven van „Droom en Vreesman". Met de volle inzet van ALLE NEDER LANDERS UIT INDIË, die het Ned. volk vertellen willen hoe wij W E R K F. L IJ K leefden, en die overtuigd zijn van de nood zaak om met veel van onze waarden het leven hier te verrijken. Uitgave GAMBIR Uitgeverij voor Oost en West Vol bewondering kijken Loes, Nike en Oily (van groot en kleinnaar hun mooie en geweldige Oom Stephan, die (nu weer een halve eeuw geleden) als jong officier nét uit Nederland teruggekomen was. Wat een koele foto uit dat hete Indië! Die lekkere ruime tjelana monjets, dat luchtige huiscostuum van „slaapbroek" en kebaja, de blote voelen, de koele vloer en dat luchtige ruime bed (in de spiegel)! Tenslotte: Stephan is een naam met veel mooie Indische tradities: wat zal de naam Stephan nóg brengen aan NederlandAjo, word wakker, tong tong, tong-tong, wij zijn nog niet voorbij. Nog lange niet, nog lange niet! JONGE KOETILANG Wel eens een jonge koetilang gehad? En dus zo veel keer per dag gevoerd met pisang en papaja? Hoe kon die kleine duvel vreten: En alles wat je er boven in stouwde met een stukje lidi, dat scheen er van onder net zo hard weer uit te vliegen! TONG-TONG is net zo. Hoeveel we er boven ook in stouwen, het vliegt er aan de andere kant weer even hard uit: drukkersrekeningen, cliché's, postabonnement, huishuur, gas licht, water, post zegels, briefpapier, omslagjes, weer drukkosten, enz., enz. En soms snauw ik die TONG-TONG kwaad toe (net als vroeger)„Hou je kop! Alles is op! En net als vroeger denk je vaak: wordt dat beest nou nóóit groter? Maar net als vroeger: hij wordt tóch groter, hoor. Alleen niet gauw genoeg. En we zijn wel eens bang dat er niet genoeg meer in komt. Denk om je koetilang, lezers. Help 'm over z'n slappe tijd heen. Moet je 'ns zien hoe hij straks zichzelf helpt. En alle dagen door horen we straks z'n vrolijke gekwetter!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 1