REACTIE OP „NASSI KOENING"
5
Het laatste TONG-TONIG nummer heeft mij echt
doen „genotteren" van de „Nasi koening" en
meen ik daarom met deze regels u daarvan deel
genoot te mogen maken.
Eerst een opmerking! Waarschijnlijk een druk
fout? Moet „djunar koening niet zijn: „djanur
koening"? Djanur jong klapperblad. En moet
Raksana niet zijn Raksana-danawa-boeta-demon
(in de mythologie met vooruitstekende onder
kaak en opstaande hoektanden). Ook nog even
een aantekening: De in huis aangebrachte ver
siering met „djanur koening" betekent: „badé ga-
dah damel" er is werk op til! Meestal een hu
welijk, ook wel een besnijdenis of een ander in
tiem huiselijk gebeuren (b.v. „Tingkeb" zeven
de maand van de zwangerschap), want dan heeft
de Javaan „werk" in verband met zijn Adat!!
Dan leert hij ons hoe of deze eeuwenoude tradi
ties inderdaad nog heden ten dage dienstbaar ge
maakt worden aan de „levenskunst" en welke
sacrale arbeid daaraan verbonden is.
„Ngudari" is het werkwoord afgeleid van het
stamwoord „Udar" en betekent: het inlossen van
een gedane „gelofte" (kaul), omdat aan het
opperwezen „beloofd", wanneer de daarbij uit
gesproken of gedachte wens vervuld is. Daarom
„gebiedt" het uitspreken van een „kaul" het na
komen daarvan „ngudari nadar", wanneer de
wens in vervulling gegaan is, onder bepaalde ritue
le verplichtingen; zoals b.v. het aanbieden van
een „tumpeng nassi koening", in intieme kring, in
welke kring dan ook voorafgaande aan de
„selamatan" eerst de „kadjat" de bedoeling,
moet worden uitgesproken. Zo kan b.v. ook een
wajangvertoning gegeven worden, waarvoor dan
een bepaalde „lakon" voorgeschreven is b.v.
„Petroek dados Ratoe".
Even „gebiedend" is volgens de Adat het aan
nemen van een uitnodiging voor zo n „kaul 'sela-
matan" en kan en mag de uitgenodigde gast niet
wegblijven.
Intussen prijs ik mij zelf gelukkig, dat ik al direct
in mijn eerste causerie speciaal naar voren heb
gebracht, dat de veel latere populaire legendes be
treffende „Adji Saka" onze mythische Cadmus
van Java wetenschappelijk de grondslag vor
men van: het aanvaarden door een reeds aan
wezige autochtone bevolking van „al dat nieuwe
vreemde".
Hierdoor wijzen die legendes de legendarische
„Adji Saka" aan als de „brenger" van al dat
nieuwe; van die „nieuwe cultuur". Maar deson
danks bleef het autochtone eigen toch voortleven
en gaf ik van dit „eigen cultuurbezit" voorbeel
den.
Onder meer b.v.; de eeuwenoude z.g. landbouw-
kalender „pranata mangsa", welke het „zonne
jaar" verdeelt in 12 „mangsa's" 12 „landbouw-
seizoenen", ingesteld op de geëigende sterrebeel-
den, b.v. „lintang wluku" Orion; „lintang wu-
luh" 't zevengesternte, enz.
Een ander voorbeeld! Daterend van lang voor de
invoering der z.g. „Adji Saka-tijdrekening", is blij
ven voortleven de z.g. „Wuku-tijdrekening", wel
ke nog heden ten dage in gebruik is.
In deze tijdrekening kent de Javaan 10 (tien)
weeksoorten; dat zijn weken van één dag tot en
met tien dagen; welke weeksoorten elk een eigen
naam hebben en een eigen dag-opvolging.
Onder deze weeksoorten zijn de meest populaire
die van: zeven dagen en van vijf dagen.
De zeven-daagse week wordt „wuku" genoemd
en is als tijdmaat het dertigste gedeelte van een
tijdkring, een cyclus, die in de „Wuku-tijdreke
ning" genoemd wordt: het halve „Wuku" jaar.
Hierdoor telt dus deze periode 30 x 7 210 da
gen. Dat zijn dus 7 perioden van elk 30 dagen.
Deze cyclus (van 210 dagen) wordt traditioneel
gerekend aan het begin van het „Wuku-jaar" in
te gaan op een bepaalde dag van de 5-daagse
week, welke eerste 5-daagse week dan echter
daarbij z.g. „stil-blijft-staan".
Gevolg van deze fictie is, dat de cyclus die oor
spronkelijk: zeven perioden telde er maar zes over
houdt en hierdoor wordt dan de tijdseenheid in
duur 210 6 35 dagen en heet deze periode
van 35 dagen „selapan dina (dinten)" en wordt
de „selapan" ook wel de „Wuku-maand" ge
noemd.
Twaalf van deze „selapan's" gaan er als „Wuku-
maanden" (met elk een eigen Javaanse naam,
waarnaast de Hindoese naam!) in één z.g. „Wu
ku-jaar".
En om het „makkelijk" te maken, vormen 8 (acht)
achtereenvolgende „wuku-jaren" (met elk een
eigen Javaanse naam!) wederom een bepaalde cy
clus, „Windoe" genaamd.
Zeer Geachte Heer Tjalie Robinson! „Njuwun
duka, kaping sèwuü! Ik kon van. uit het artikeltje
„Nassi koening" de verleiding niet weerstaan om,
zij het ook aan de uiterste randjes, U kennis te
laten maken met deze nog immer voortlevende en
interessante wereld van denkbeelden, voorstellin
gen, ideeën, gedachten, begrippen enz. enz., om
dat voor het begrijpen van de Javaan en zijn lite
ratuur, zijn geestelijk bezit, het nodig is, dat wij
ons voor deze „vreemde klanken" toegankelijk
stellen en die sacrale sfeer leren aanvoelen.
Tevens geeft dit artikeltje duidelijk te zien hoe of
eeuwen oude legendes, tradities, anecdotes enz.
enz. (niet!) gelezen moeten worden.
Hierop (op deze „wereld van gedachten") doelde
ik, toen ik aan het eind van mijn causerie het
recht voorbehield om, instede van te vervolgen,
eerst een „abstecher" te maken, waarbij ik niet
vermoeden kon, dat TONG-TONG mij deze argu
menten aan de hand zou doen.
NI EU WEN HU YZEN.
DE GEEST VAN TONG-TONG
Geachte Heer,
Bij deze deel ik U mede, dat ik Uw kaart ontvan
gen heb. In een hospitaal, waar mijn echtgenote
wegens beroerte is opgenomen, wordt mijn hele
inkomen beheerd door Sociale zaken. Van mijn
inkomen moet ik mijn voeding betalen, eveneens
voor mijn vrouw, plus verpleegkosten. Iedere
maand ontvang is slechts een gering weinig zak
geld, zodat ik niet in staat ben, mijn abonnement
te betalen. Naar aanleiding hiervan verzoek ik U
mij als abonné af te schrijven, wat mij ten zeerste
spijt.
Hoogachtend, B.
Dit is een ouwerwets Indisch blad. Er zijn dus
ettelijke lezers die vrijwillig dubbel betalen om
anderen te helpen. De Heer B. krijgt zijn blad
voortaan met vriendelijke groet van „Rona".
Red.
OOSTERSE AVOND VAN DE KUNSTKRING
TONG-TONG
Onder auspiciën van de Kunstkring Tong-Tong
traden op 20 juli 1959 in de Dansschool v. d.
Meulen, Laan van Meerdervoort 50b te 's-Graven-
hage, de danseres Damayanti en de Yoga-leraar
Rama Polderman op. Een opmerkelijk groot aantal
leden de zaal was geheel gevuld toonde
belangstelling voor deze avond, die gewijd was
aan twee levensuitingen van India, nl. deYoga-leer
en de Indiase dansen. Voor de pauze gaf Rama
Polderman een korte inleiding over de Yoga-leer
en de daaraan verbonden techniek. De gezond
heidstoestand van de mens, aldus Rama Polder
man, wordt voor een groot deel bepaald door een
juiste ademhalingstechniek en het doelmatig ge
bruiken van de spieren. Een betere doorstroming
van het bloed door het lichaam kan leiden tot
het vermijden, ja, zelfs tot de genezing van diver
se kwalen.
Een leerlinge van Dr. Polderman gaf een demon
stratie hoe men door een juist gebruik van de
spieren en het ademhalingsorgaan een en ander
kan verrichten zonder vermoeid te geraken. Wij
hebben met volle bewondering aanschouwd, hoe
lenig en met welk een gemak enkele oefeningen
konden worden uitgevoerd; wij denken hierbij o.a.
aan de sarwangasana (de kaarshouding) en de
halasana ploeghouding
Deze causerie werd beëindigd met een vertoning
van een film die ons een duidelijk inzicht gaf hoe
de diverse vormen van oefeningen trapsgewijs die
nen te worden uitgevoerd.
Vele leden hebben dankbaar van de gelegenheid
gebruik gemaakt om tijdens de pauze aan Dr. Pol
derman nadere inlichtingen te vragen.
Tijdens het tweede deel van de avond werden
wij geboeid door het optreden van D&mayanti met
Indiase dansen. Damayanti, die tot leermeester had
de Indiase danser Indra Dew Prasad, heeft met
haar dansen getracht zo veel mogelijk de aange
boren souplesse en de elegantie, de Oosterling
eigen, te benaderen.
Interessant was de bij elke dans gegeven expli
catie van de verschillende houdingen en betekenis
sen der handstanden door de Heer da Silva die op
het laatste moment de heer Ben van Eysselsteyn
verving, die helaas verhinderd was te komen.
Na afloop ontving Damayanti een hartelijk ap
plaus en werden haar bloemen aangeboden namens
het bestuur van de Kunstkring alsmede van haar
vele bewonderaars (sters). Deze eerste opvoering
die voor de Kunstkring toch zeker nog een
experiment mag heten is dan ook een succes
geworden. THEA LANS.
Uit de dagen toen het Bruine Monster nog bezig was de Bruine Wereld te veroveren. 1918.
Bondselftal Batavia. En namen, die thans nog, na veertig jaren, klinken als een klok. Zittend
v.l.n.r.: Paul Vaillant, Olive, Galstaun, Bodegraven, Alting Siberg. Knielend: Defiger, v. Polanen,
Petel. Akkersdijk. Staand: P. Bloem, v. Kraayenoord, Kees Cortenbach.
Terzijde links de ..toekang keboet van Galen (men wordt verzocht de losse boordeknoopjes van
de toetoep te excuseren i.v.m. het warme weder en het draven langs de lijntjes). Grasvelden en
materiaal waren toentertijd zo best niet, maar de spelers waren absoluut „top-notch" Intelligentie
en sportiviteit stonden op hoog peil. En de kijkertjes achter de kapoerlijnen leerden behalve voet
bal ook nog: ridderlijkheid, eerlijkheid en de kunst om een goed verliezer te zijn