DAGBOEK-FRAGMENTEN
6
OORLOGSGRAF (II)
22 Nov. '42. De berichten over de oorlog zijn
fantastisch. Rommel gecapituleerd, Italië overge
lopen. Ik verdiep me er maar niet te veel in.
30 November. Nu weer over de cabaretuitvoering
van Zaterdag, 't Ging denderend gewoon. Onze
meisjes hadden met een minimum aan hulpmiddelen
toch alleraardigste pakjes gefabriceerd. Kransen
chocoladebloemen in 't haar, bougainville om de
hals, polsen en enkels; klapperbladeren op de
rokjes genaaid en 't effect was werkelijk buitenge
woon. De liedjes klonken snoezig en de dans ging
ook perfect. Het publiek toonde zich ook uiterst
tevreden over de prestatie, alleen vonden ze het
jammer, dat het niet langer duurde. De volgende
nummers waren ook reuze leuk. We hebben ons
ziek gelachen. Aan 't eind onder vrezen en beven
het (verboden) Wilhelmus gebruld.
Dinsdag 1 Dec. Janneke is 20 gram afgevallen.
Vorige week 70 gram. Ga je gang maar! Ben reuze
in de put, ondanks vooruitzichten op vrijlating.
8 Dec. Eergisteren kregen we eten uit het mannen
kamp, heerlijke bruinebonensoep met vette brokken
vlees er in. Ik heb er van genoten gewoon.
15 Dec. Janneke is erg ziek. Ze is 760 gram af
gevallen. God, laat het goed aflopen. Ik ben zo
bang.
30 Dec. Janneke is helemaal beter.
11 Februari '43. Dai Nippon heeft gedecreteerd dat
we voortaan maar 15 cent eetgeld krijgen. Van
avond vergadering over de te nemen bezuinigings
maatregelen. Als ze maar niet aan de babymelk
komen.
Ik kan meteen wel even over de Japanse maagden
roof kletsen. Een dag of tien geleden kwamen ze
weer om meisjes vragen, en toen die weer gewei
gerd hadden, kwamen ze 's middags met een auto
terug en begonnen de arme wurmen naar de wagen
te sleuren. Een gegil en gehuil van jewelste natuur
lijk. „Und da würden Weiber zu Hyaner". Want
onze dames trokken te velde tegen de rovers. Het
is een schitterend gevecht geweest. Eèn Jap kreeg
een maagstoot, dat hij dubbelvouwde, èèn agent
werd door een potige dame over een tafel heen
gebokst. Het was een ware veldslag, met resultaat
dat de Jappen afdropen, met de bedreiging, dat ze
's avonds terug zouden komen. In allerijl vergader
den de vrouwen en er werd afgesproken, dat bij
het eerste alarm alle weerbare dames te hulp zou
den komen met alle wapens, die ze maar konden
vinden, bezems en deegrollers en koekepannen en
zo. Natuurlijk gebeurde er die nacht niets en nu
wordt er zelfs beweerd, dat de Jappen hun excuses
hebben moeten aanbieden. We beleven werkelijk
spannende dagen. Eergister werden we opgeschrikt
door het gerucht, dat het kamp gerampokt zou wor
den. Weer vergadering gehouden en een verdedi
gingsplan ontworpen. En weer gebeurde er niets.
Het lijkt wel een zenuwenoorlog. Soms lijkt het
allemaal zo onwerkelijk en moet ik me telkens
realiseren dat het bittere ernst is.
9 Maart. Vandaag viert onze kampgenote mevr.
de L, haar verjaardag. Ze heeft ons getracteerd op
hutspot met corned beef en een katjang idjotaart
met echte vla. De taart was zeer geslaagd. Jam
mer dat ilk maar zo'n klein stukje kreeg. Ik ben
tegenwoordig in de stemming om alles en nog wat
te verslinden. Wat we al niet eten. Oebi en pran-
tjieschillen, wortelloof, bajemstelen uit de vuilnis
vak van de timkeuken. Gestoofd en getoemisd
smaakt het zalig. Trouwens ik vind alles wat ik
eet zalig, je denkt er gewoon niet meer aan om
iets niet lekker te vinden. Maar wat ik erg hinder
lijk vind, dat zijn de visioenen van alle mogelijke
lekkere dingen, die me vooral 's avonds hardnek
kig vervolgen. Als nieuwste obsessie vervolgt me
het verleidelijke beeld van cadetjes dik met boter
besmeerd en belegd met ham; de ham puilt er aan
alle kanten uit. De gedachte aan brood met kaas
doet me ook watertanden. Eten, eten, en nog eens
eten. Gisteren heb ik mijn laatste blikje melk ge
opend omdat ik zo'n razende trek had in echte
koffiemelk. Het was verrukkelijk, maar ik heb de
hele nacht buikloop gehad. De melk was misschien
al te lang in het blik geweest.
6 Mei. Gister cabaretuitvoering. Niet veel soeps.
Toen ik aankwam was er natuurlijk nergens plaats
meer, waarop ik unverfroren op het toneel ben
gaan zitten. Zo heb ik de pret van dichtbij kunnen
meemakenPrins Willem van Oranje trad ook
op in een schitterend malënkolder, gepantserde
kuitenen zonder schoenen. Toen hij ook be
weerde, dat de moed hem niet in de schoenen zou
zinken, kreeg ik de slappe lach.
Ook de humoreske dans vond ik komiek. Daarbij
ging een jonge dame dartel huppelend van bloem
pot tot bloempot, plukte daar bloemetjes (bougain
ville) en strooide die kwistig om zich heen. Toen
ze daarna weer sierlijk ging rondhupsen, hoorde ik
een jongen achter mij zeggen: „Wah, ze trap de
doeries".
29 Mei. Ik heb geen lol meer hoor om in mijn
dagboek te schrijven.
Wanneer laten ze ons toch los. Ik zou in een
kamponghuisje aan de kalikant willen wonen, als
't maar in de vrijheid is.
6 Juni. Gisteren reuze sensatie beleefd met de aard
beving. Ik was juist aan het uitspoelen toen 't be
gon. M'n eerste gedachte gold natuurlijk Janneke
en ik wou door 't gangetje van de timkeuken naar
haar toe, maar raakte daar klem in een stroom van
vrouwen. Dus omgekeerd en van de andere kant
gaan hollen, 't Was onbeschrijfelijk gewoon. Mis
schien had ik maar twee minuten nodig om bij
Janneke te komen, maar het leek me een eeuwig
heid. De schokken waren zó erg, ik kon gewoon
niet vooruit komen, 't is ook een kunst om te hollen
tijdens een aardbeving. Tweemaal gevallen en op
m'n knieën gekropen, enfin ik weet niet meer hoe,
maar eindelijk stond ik voor de box. Jan was er
echter al direct uitgesleurd door Dulce en toen
hebben we met z'n beiden zitten snikken van
emotie.
Toen met Jan op het voorplein gaan zitten, waar
tenminste geen muren op ons konden vallen. Tel
kens voelden we nog lichte schokken, maar alle
gebouwen zijn blijven staan, alleen een van de
loodsen is ingestort.
Hierna komt een afgrijselijke tijd in de boei.
2 December. We gaan op transport naar Ban-
kinang! Weg uit de boei, goddank! Er zijn hier
een hoop doodgegaan. We raken al gehard ertegen.
Ik ben eigenlijk toch wel oersterk, dat ik nog
steeds op eigen kracht kan werken. Hoe zou het in
Bankinang zijn?
Bankinang 30 Jan. '44. Het klimaat is heerlijk en
er is overvloed van water.
Maart '44. Er heerst ontzettend veel dysenterie
en malaria. Overigens bevalt 't me toch veel beter
dan in de boei.
Juni '45. Ik ben al een hele tijd ziek. Steeds koorts
en 's nachts kan ik niet slapen van het hoesten
Er is intussen een oplossing gevonden voor de
muizenplaag die in ons kamp heerst. We vreten
ze op. Of liever de gevangen muizen worden in
gezameld en dan wordt er een zalige ragout van
gemaakt, die bestemd is voor de doodzieken in het
hospitaal, die aan hongeroedeem lijden. Het is vers
vlees en ze kikkeren er inderdaad van op. Ik moet
zeggen dat ik dikwijls loop te watertanden als we
De helft van je kamptijd bracht je door met kipas-
kipas, vooral als je hout jong of nat was. Mens
nog aan toe. twee uur kipas en de inhoud van je
pannetje in 1 minuut op!
Het verhaaltje van MAUS in T.T. van 15 juli '59
over het graf van de Amerikaanse vlieger op de
landtong bij Pare Pare deed mij grijpen naar mijn
zakagenda met aantekeningen uit de kamptijd.
Kriebelschrift in potlood: „8-5-'45: 2 x alarm, kust
gemitrailleerd; 9-5: 4 x alarm; 10-5; 3 x al.; ll-5t
4 x al. Pare en kust zwaar gemitr., prauw in brand;
Zondag 13-5: Pare gemitr. door 4 Lightnings; P-38
neergesch. bij landtong." Dat moet hem zijn ge
weest!
Wij lagen toen in het evacuatiekamp voor ge-
interneerden bij Bodjo, 6 km. Zuid van Pare Pare.
Aan de ene zijde begrensd door een riviertje, aan
de andere kant een beboste heuvelrug met karang-
rotsen, waar wij dekking zochten bij luchtalarm.
Die dag was ik tot op de top van de heuvelrug
omhoog geklommen, waar ik een karangrots wist
met een koesambiboom erop. Daar kon je omheen
draaien om dekking te zoeken tegen de in alle rich
tingen vuur krakende vliegende forten, die de kust
afstraften. Zelf ongezien in de schaduw van de
boom kon je toch zien wat er gebeurde, 't hart
kloppend in de keelDie dag waren er vier
Lightnings die te keer gingen als nijdige wespen.
Een ervan dook al vurend op een aantal prauwen,
die in een rij gemeerd lagen in de baai van Pare
Pare. Hij vloog in een door de Jap opgestelde val,
want aan weerskanten stonden zware luchtdoel
mitrailleurs gericht. De zilveren Lightning kreeg
de volle laag en dook als een lichtende flits vlak
naast het strand in zee. Zondag 13 mei 1945.
Later kwam het binnengesmokkeld bericht dat het
een jonge Amerikaan was met blond haar. Een van
de velen die hun leven gaven.
„Geeft acht!" Vechtpetjes af!
L. L. A. M.
Hoe vaak brengt de brief van de ene lezer het
antwoord van een andere lezer! Kijk eens aan, dit
is „Woerda Pr eng!" van de eerste orde. Red.
TONG-TONG.
het beroemde „overdekte schaaltje" uit de keuken
naar het hospitaal zien dragen.
Augustus 1945.
Er is beslist iets aan de hand. De Jappen zijn in
een pesthumeur en ze hebben ons verboden te
lachen en te zingen. Gisteren kregen we ineens
extra rijst.
19 Augustus '45. Wat een voorraden komen er in
eens binnen. Elke dag zijn er extra voedseluit-
delingen. De wildste geruchten doen de ronde.
Ik lig alweer voor de zoveelste keer plat op bed.
Mijn borst doet zo'n pijn.
22 Augustus 1945. De oorlog is uit! Vandaag is
het ons bekendgemaakt. De resident is hier geweest
uit het mannenkamp. We waren allemaal op het
kampplein aanwezig, ik ook, ik moest en zou er
bij zijn, dus hebben Loes en An me tussen hen in
erheen gebracht. We hebben het Wilhelmus weer
ongestraft kunnen zingen, ineens waren er vlaggen,
hoe is het mogelijk, dat ze die dingen al die jaren
verborgen hebben kunnen houden. Nu is het avond,
het kamp viert feest. Om het uur zowat komen er
voorraden binnen. We hebben ons al te barsten
gegeten. Morgen zullen de mannen hier op bezoek
mogen komen.
24 Augustus. We hebben rijst gegeten met echte
kip.
25 Augustus. Ik ben opgenomen in het hospitaal.
30 Augustus. Ook een mop. Nu zijn we eindelijk
bevrijd en nu lig ik in het hospitaal. En waarvoor
eigenlijk? Ik snap er niets van.
Hospitaal Padang, 5 September '45.
We zijn allemaal doorgelicht. Ik heb een gat in
m'n linker long. Sputum positief. Ik heb T.B
Ze hadden het al lang vermoed.
God, ik kan het nog niet geloven. Het moet een
vergissing zijn. Ik voel me prima en ik hoest bijna
niet meer.
TREKPOP
Van de schrijfster van dit dagboek heb ik toe
stemming gekregen er enige stukken uit te lichten.
Het spijt me oprecht dat het maar zo weinig kan
zijn in verband met de plaatsruimte, die hiervoor
beschikbaar is. Toch geloof ik er in geslaagd te
zijn die stukjes en zinnen er uit te halen, die een
algemeen beeld geven, hoe het in alle kampen ge
weest is.
v. K.