8
8997
KNIL-Monument
Prins Mauritslaan 36
Den Haag
„Niet kletse maar poetse
Gireer NU
THE WAR IS OVERI
JAPANSE CATECHISATIE
In Amahei zwermden op een gegeven avond alle
Japanse bewakers ons kamp binnen, hetgeen ons
nogal bevreemdde omdat wij over het algemeen
's avonds direct na zondsondergang en na het
avondappèl met rust gelaten werden.
De Japanners verspreidden zich over onze vijf
barakken en de krijgsgevangenen kregen opdracht
in een kring om een Japanse spreker heen te gaan
zitten.
Nippon vond n.l dat de aan hen toevertrouwde
Europeanen te weinig Christendom ten toon spreid
den en dies hadden ze besloten daarin verandering
te brengen.
Dan speelt zich de volgende farce af.
De Jap wijst zich zelf aan en zegt: „Saja Christen".
Dan op een tawanan wijzend: „Koé djoega Chris
ten?" Krijgsgevangene zegt: „Saja djoega Christen";
goedkeurend gemompel van de prediker.
Jap: „Koé Christen, koé tahoe Jezus?"
Krijgsgevangene: „Saja tida tahoe Jezus."
Jap (dreigend): „Koé Christen, tetapi tida tahoe
Jezustida bagoes!" Twee klinkende oorvijgen
zijn het gevolg van de ontkenning.
Jap: „Koé Christen, koé tahoe Moeder Maria?"
Krijgsgevangene (nu zeer op zijn qui vive): „Saja,
saja tahoe Moeder Maria!"
Jap (woest en dreigend): „Koé Christen, koé tida
tahoe Jezus tetapi koé tahoe Moeder Maria!" Twee
kletsende slagen in het gezicht zijn het gevolg van
de bevestiging.
Daarop staan de Japanners en bloc op en wande
len weer naar hun wachtlokaal, moedeloos het
hoofd schuddend over zoveel Christelijke onkunde.
R. KORTEWEG
HET KNIL SLAAT TERUGMet de uiterste waakzaamheid en agiliteit van een panter die zijn
prooi besluipt, neemt een KNIL-patrouille stelling in de rimboe van Nieuw-Guinea, aan alle kanten
gedekt volgens de oude beproefde methode. Vanuit Australië zijn ze geland; geen karabijn M-95
meer, nu moderne Lee Enfields en Tommy guns en helmen met neklappen maar nog steeds de vlijm
scherpe, vertrouwde klewang en dezelfde agressieve geest, de trouw en kameraadschap van Batoe-
Ilië, Tjakranegara en Boni.
Het waren simpele woorden.
Ruim V/ jaar moesten we echter hierop wachten.
Het was woensdag, 12 augustus 1945, in Kranje-
camp. Het kamp lag aan de weg van Singapore
naar Johore. Engelsen, Australiërs en Nederlan
ders werden in dit kamp ondergebracht; meestal
zieken. Oorspronkelijk was het bestemd voor „her
stellenden", maar later werd het een hospitaal
kamp. De stroom van berrie-berrie patiënten uit
Poelau Damar (het Duivelseiland) bleef aan
houden.
De kampcommandant was de Engelsman: Let. Col.
Collins.
De herstellenden mochten in de Japanse tuin wer
ken voor een extra portie „stew". Deze brij bestond
uit gekookte singkong met rode hanekam en ke-
tellabladeren en wat zout.
Dit kamp was in het bezit van een geheim radio-
ontvangsttoestel, dat door de Engelsen vernuftig
in een palmolievat was gebouwd. Berichten kregen
we door: de val van Duitsland de eer
ste atoombom op Hiroshima de tweede op
Nagasaki eis: onvoorwaardelijke overgave
Op deze woensdagmiddag kwam de kampcomman
dant ons het nieuws vertellen. „The war is over!"
Doch we moeten eerst op de officiële berichten
wachten. Ik reken er op dat een ieder op de ge
wone manier zijn dagelijks werk verricht. Laat de
Jap-bewaking niet merken, dat jullie het weten!"
Ik had me een heel andere voorstelling gemaakt
van de reactie van mijn mede-krijgsgevangenen bij
het horen van dit voor ons allen zo belangrijke
nieuws. Gejuichomhelzingrondedans
enz. Doch niets van dit alles! Integendeel, er heer
ste een diepe stilte in de barak na het vernemen
van het nieuws. We vouwden de handen en bo
gen het hoofd om met dankbaarheid onze harten
tot Hem te richten. Dankbaar, dat Hij ons voor
groter onheil behoedde en dat Hij ons het leven
spaarde.
Ch. J. ]ANSEN
ZIJ AARZELDEN NIET. Bij de eerste oproep gaven zij zich vrijwillig op en vertrokken naar
Indië. Met alle omstandigheden tegen, voerden de kranige O.V.W.-bataljons hun uiterst moeilijke
taak uit.
Een ondankbaar en onbegonnen werk is de controle van treinen, die uit republikeins gebied dagelijks
binnenkomen. Met taaie vasthoudendheid en een onverwoestbaar moreel nemen ze ook dit klusje
voor hun rekening. (Foto Willem v. d. Poll)
HOE IK JAVA TERUGZAG
3 October 1945, een maand na de Japanse capitu
latie. De eerste K.N.I.L.-troepen, bestaande uit in
krijgsgevangenkampen samengeraapte en een wei
nig getrainde militairen van allerlei diensten land
den te Tandjong Priok, de haven van het goede
oude Batavia. Physiek nog lang niet 100 maar
geluuik vrij goed bewapend, stonden we verlan
gend uit te kijken naar onze geboortegrond, die
tergenl langzaam naderbij schoof. Popelend van
ongeduld liepen we op het dek heen en weer, tot
we enkele havenwerken, goddank nog niet ver
nield, herkenden. Toen barstten de opmerkingen
los. Potdosie, de loodsen staan er nog, de K.P.M.,
de Lloyd.
Ja, daar staat het station. Maar wat is het stil!
Ik zie geen koelies. Waar blijven de afhalers?
Bliksems! Lui, er zit geen blauw aan die vlaggen!
Wat is er loos? Zijn ze nou helemaal beduveldDie
vliegers van onze kisten hebben toch gelijk, ze zijn
niet kleurenblind. Merah-Poetih overal, geen biroe
er bij. Hebben we voor niets gevochten? Zijn we
V/ jaar gemarteld voor niets?
Heeft merah-poetih het bewind nou werkelijk in
handen genomen? Hebben wij niet samen hand in
hand gevochten, blank en bruin, hebben we niet
lief en leed gedeeld, sinjo Jan, oom Pathy en si
Kromo, om ons geboorteland tegen de indringers
te beschermen? Ongelooflijk! Neen, dat kan niet,
dat bestaat niet!
Geen afhalers, geen gezwaai met vlaggetjes, geen
bataljonsmuziek
PENG.