r J Ondergang van de Bataviase Tram? 4e JAARGANG, No. 5 15 SEPTEMBER 1959 HET ENIGE INDISCHE BLAD IN NEDERLAND- - TROUW - BRANIE - ONDERNEMEND Tragische gevolgen van het ongelimiteerd „Gontjèng" TONG-TONG Onafhankelijk Indisch Tijdschrift Verschijnt tweemaal in de maand Adres Redactie en Administratie: Prins Mauritslaan 36 - Den Haag Tel. 542.542 - Giro 6685 'SEHEN Iedere lezer, die deze „koppen" boven een krantenbericht zou zien staan, zou direct zeggen: ,Dat zag ik allang aankomen!" De wijze, waarop sinds jaren enorme mensentrossen gratis „gontjèngen"is natuur- lijk fataal voor het trammetje zelf èn voor de trammaatschappij, want er zijn zo weinig inkomsten dat er weinig reparaties betaald kunnen worden, laat staan vernieuwingen uitgevoerd. Ja, het „gontjèngen" bij ons oude Bataviase tramme tje (met de risico van een lelijke „djietak") was leuk, maar het massa-meeprofiteren van de laatste tijd brengt de tram ten gronde zodat ook de betalende passagiers straks niets meer hebben Waarom dit verhaal? Omdat zich bij Tong-Tong hetzelfde euvel voordoet. Over de hele linie zijn er duizenden en nog eens duizenden, die het blad lekker gratis bij een buur man meelezen. Men „gontjèngt" dus gratis omdat men het abonnement niet kan (wil) betalen en onze betalende passagiers laten dit toe. Wij kennen gevallen waarin een heel trappenhuis meeleest met één betalend gezin. En zelfs gevallen waarin hele kantoren het krantje meelezen met één collega- abonné. Eens b.v. kregen wij een brief van een abonné, waarin hij vroeg of hij een nieuw exem plaar kon krijgen, omdat zijn nummer op kantoor „letterlijk aan flarden gelezen was". Leuk! Maar wat gebeurt! Onze lezerskring breidt zich niet uit. De inkomsten blijven lager dan de uit gaven. De krant gaat over de kop. Niemand heeft meer een Tong-Tong. Het is dus een kwestie van „to be or not to be" dat onze lezers hun mede lezers bewegen om ook abonné te worden. Daartoe hebben wij het volgende plan ontworpen: Voor iedere aangeworven nieuwe abonnee keren wij voortaan bij wijze van aanwerfpremic de vol gende bedragen uit: kwartaalabonnee 0,50 halfjaarabonnee 0,75 jaarabonnee ƒ1. Deze aanwerfpremie wordt onmiddellijk na ont vangst van het abonnementsgeld door ons uit betaald. Voor een vlotte gang van zaken is het dus noodzakelijk, dat bij de abonnementbetaling wordt vermeld door wie de nieuwe abonnee werd aangeworven. Eerst als wij dit weten kunnen wij tot uitbetaling van de premie overgaan! Maar dit is niet het enige voordeel, dat diegenen die nieuwe abonnees aanwerven genieten. Zij, die hun premie een jaar lang bij ons laten staan, krij gen er namelijk na verloop van dat jaar 20 procent bij. Dus: heeft men bijvoorbeeld tien nieuwe jaarabon nees aangeworven, dan heeft men direct recht op 10.laat men dat bedrag een jaar lang bij ons staan, dan heeft men aan het eind van dat jaar recht op 12.twee gulden méér dus. Op dat moment kan men twee dingen doen: a. die 12.in ontvangst nemen, of b. het geld bij wijze van lening laten staan, in welk geval door ons voor ieder bedrag van 4.een schuldbekentenis van 5.wordt afgegeven, rechtgevende op een rente van 4 's jaars. Deze lening wordt geacht plaats te hebben voor de duur van 3 jaren, na afloop daarvan Onder redactie van TJALIE ROBINSON Met de volle inzet van ALLE NEDER LANDERS UIT INDIË, die het Ned volk vertellen willen hoe wij WERKELIJK leefden, en die overtuigd zijn van de nood zaak om met veel van onze waarden het leven hier te verrijken. Prijs p. nummer f 0,25. Kwartaal f 130 Halfjaar f 3,Per jaar f 6, BIJ VOORUITBETALING TE VOLDOEN Uitgave GAMBIR Uitgeverij voor Oost en West stilzwijgend te verlengen met telkens 5 jaren, tenzij na de eerste drie jaar het geleende be drag door de abonnee wordt opgevraagd, of door ons wordt afgelost. De wens tot opvra gen of aflossen van het geleende bedrag dient uiterlijk twee maanden vóór het verstrijken van de periode van 3 jaar (respectievelijk 5 jaar) aan de wederpartij te kennen worden gegeven. Sommige lezers zullen het misschien vreemd vin den, dat wij eerst onze abonnementstarieven ver hogen daarbij als reden opgevend onze zwakke financiële toestand en naderhand geldpremies gaan geven voor het aanwerven van nieuwe abon nees. Tóch zijn beide maatregelen gericht op het zelfde doel: Tong-Tong financieel draagkrachtiger te maken. Iedere betalende nieuwe abonnee helpt namelijk de anderen de drukkosten (die voorlopig nog gelijk blijven) mee op te vangen. Daarom le zers, doet Uw best. Een abonnee-aantal van 10.000 nog vóór het eind van het jaar, ligt binnen ons bereik. Deze actie moet slagen!!! SYMPOSION „DE INDO" In het kader „Lezingen" van de Indische Kunst kring Tong-Tong te Den Haag staat voor maan dagavond 21 Sept. 8 uur in het TONG-TONG Gebouw, Prins Mauritslaan 36, Den Haag, een sym posion op het programma, dat is dus een soort discussieavond „van hoger gehalte". Bedoeling is namelijk niet een vooropgestelde opinie door dik en dun algemeen aanvaardbaar te maken. En zeker niet een avond te vullen met een aangename, boeiende of vechtlustige discussie. Bedoeling is een probleem op exacte wijze te on derzoeken om te komen tot het vaststellen van po sitieve waarden. Daarom is de vorm van een symposion gekozen, waarbij het formuleren van veel meer „pro's" en „contra's" mogelijk is dan die van de spreker en critici alleen. Elke geponeerde opinie kan door meerdere personen worden „aangevallen" en „ver dedigd". Het is namelijk de bedoeling om uit een zo breed mogelijk gamma van ideeën enkele on omstotelijke waarden af te leiden, die boven alle opinies of vooroordelen staan. Het is logisch dat hiervoor een scherp gerichte discussie nodig is en alle vragen en antwoorden scherp geformuleerd moeten zijn. Alles wat niet ter zake doet, wordt uit de discussie gesloten (ook al heeft het op zichzelf misschien een heel hoge maar andere waarde). Daarom treedt op deze avond op een discussieleider, een arbiter. Aangezocht is Mr. L. Th. („Bob") Vervloet, die de invitatie heeft aangenomen. Verscheidene bekende figuren (ook buiten Den Haag) hebben toegezegd ook te komen. Dit is waarschijnlijk voor het eerst dat zulk een „teer" punt als het mengbloedschap door Indische Nederlanders zelf in ernstige objectieve discussie wordt genomen. Als men nagaat dat er een com plete literatuur bestaat van een paar hon derd studies over de „Indo", maar het studie-ob ject zelf zelden verder gekomen is dan een einde loos aantal debatten over naam, sociale en poli tie status, dan realiseert men zich voldoende dat dit symposion het begin kan worden van een langdurige nuttige studie.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 1