TJITJAKREEKS GIREER NU! Koekkoeks Speelgoedmagazijn te Amsterdam Geef met Sinterklaas een boek! Geef het eerste boek uit onze Tjitjakreeks, „Piekerans van een Straatslijper" (Deel I) f 2.50 Verkrijgbaar bij „TONG TONG Pr. Mauritslaan 36 - Den Haag Te bestellen op Gironummer 6685 DESSA-SPEURZIN - WBiii De dagen xhijnen roorijoed voorbij dot SlnterUoao voor zijn oozjootdog de nzormte tegemoet.kon geen. om op de Men in Indië zijn toe of goed te brengen. Hoe dubbel onbezorgd en blij waren de Sinterklaasfeesten toen! Ik heb mij dikwijls afgevraagd, of de onbedor ven, echte dessaman, niet een bijzondere flair heeft of een apart orgaan bezit, voor het opspo ren van verloren geraakte of gestolen voorwerpen. Meer dan eens is het voorgekomen dat de dief, zonder dat hij enig spoor had nagelaten of bekend was, palen ver werd gezocht, en ten slotte ook ge vonden. In veel gevallen geeft de bestolene t niet aan bij de dessa-politie, bang dat er dan geen „ka- trangan" komt. Liever trekt hij er zelf op uit, en laat zijn speurzin (of is 't een soort helderziendheid?) werken. Heeft hij zijn doel bereikt, dan eerst volgt de aangifte. Vraagt men hem: „Maar hóe heb je 't dan kunnen vinden?' dan weet hij er geen uitleg aan te geven, en antwoordt hij alleen: „kira kira sadja". Zou hij er zich werkelijk geen rekenschap van kun nen geven? Of is 't misschien een zekere schroom, niet begrepen te zullen worden, die hem weer houdt zich te uiten? 't Is mij niet gelukt daar achter te komen. Een heel sterk staaltje van die speurzin bleek mij niet lang geleden. Een dessaman was op een mid dag bestolen van enige kledingstukken, aan zijn vrouw toebehorend; ze hingen buiten aan het huis op zijn erf te drogen. Niemand had het gemerkt; niemand had de dief op het erf zien komen, elk spoor ontbrak. De bestolene maakte er geen rap port van maar ging zelf „katrangan" zoeken, 't Enige waar achter was gekomen, en dus de enige draad die hij kon volgen, was de omstan digheid, dat enkele buren een in de dessa onbe kend vrouwelijk persoon een paar malen langs zijn huis hadden zien gaan; merkbare tekenen, zoge naamde „tjiris" had ze niet; en ook haar kleding kon slechts onbestemd omschreven worden. Ver der wist men te vertellen, dat de bewuste persoon in westelijke richting was vertrokken. Na afloop van drie of vier dagen achterhaalden de bestolene en zijn vrouw, die tezamen op onder zoek waren uitgegaan, op de pasar van de hoofd plaats, ruim 15 palen westelijk van de dessa ge legen, tussen al de pasar-bezoekers en bezoeksters in, een. vrouw die de gestolen kleren aan had! Zij viel door de mand, bekende de diefstal ge pleegd te hebben, en werd er ook voor gestraft. Maar hóe zij was gevonden, dat wilden of konden de bestolenen niet zeggen! KOTTA DINGIN. ,,Ik kwam laatst in een poppenkraam, o, o, o. Daar zag ik vele poppen staan, zo, zo, zo, (oud kinderliedje) De eigenaar liet een klant uit, een oud heertje, dat voor tien cent klappertjes had gekocht. „Dag mijnheer, veel plezier met Uw tjoetjoeks! De klant draaide zich met een schok om. „Komt U uit Indië?" Hij komt weer binnen, gaat gezellig omong-omong, koopt nog een paar stukjes speel goed en gaat dan verheugd naar zijn doel: de tjoetjoeks. „Zo gaat het altijd met mijn klanten vertelt de eigenaar. Eerst komen ze met een onverschillig gezicht, vaak aarzelend, vaak niet wetend wat ze eigenlijk kopen moeten. Maar ik laat ze rustig uit zoeken, praat met hen, geef advies. Ik streef naar persoonlijk contact met mijn klanten. Er zijn ook vaak kinderen die komen met een dubbeltje of een kwartje stijf in hun handje geklemd. Ze blij ven vaak wel een half uur spelen, voordat ze hun keus doen. Vaders die komen, lopen regelrecht naar achter in de winkel, want daar, weten ze, ligt het mechanische speelgoed. Gaat U maar mee." Ik zag een tafel met rails en treinen, en een transformator waarmee je de treinen kon laten rijden en weer stilstaan. „Ik ga me hierin specia liseren, dit technisch speelgoed. Iedere dag werk ik hieraan in mijn speciaal werkkamertje, als het rustig is in de winkel. Wat vroeger mijn hobby was, is nu mijn werk." „Wat was li dan in Indië?" vroeg ik. „Ik ben 20 jaar ambtenaar geweest. Begon bij de SS (Staats Spoorwegen) en eindigde als tech nisch adviseur bij een van de Ministeries. Her innert U zich van de pasarmalems op Java de stand van de SS waar de miniatuur-Eéndaagse reed?" „Nou en of! Mijn kinderen waren er niet van weg te slaan!" „Daar heb ik ook aan meegewerkt. En nu speel ik weer met treintjes!" „Hoe komt U in 's hemelsnaam in een speel goedwinkel terecht' riep ik uit. „Door kennis sen van kennissen. De vorige eigenaar werd ziek, de zaak verliep. Ik voelde er wel voor, op be paalde voorwaarden, de zaak voort te zetten. Maar ik moest er zó inkomen, kreeg de sleutels, kon echter niet „ingewerkt" worden, moest alles zelf zien uit te vinden. Ik had net een grote teleur stelling moeten verwerken. Had n.l. gesolliciteerd bij een grote firma. Maar omdat ik geen enkel „papiertje" bezit, werd ik niet aangenomen. Mijn 20-jarige dienst als technisch ambtenaar telde niet mee! Ik kon alleen geplaatst worden, als ik eerst het vereiste diploma haalde. Als ze me hadden aangenomen met de eis, dat ik zo gauw mogelijk dat diploma haalde, zou ik er vrede mee gehad hebben. Maar op deze manier Ik voelde me „genèpt". Ik was zo djèngkèl dat ik dacht: goed, ik haal dat papiertje. Ik heb ingeschreven op een schriftelijke cursus. Als ik het diploma gehaald heb, laat ik het hun zien, maar ik kom toch lek ker niet bij hen werken. Dat is nu mijn wraak. Ik blijf bij mijn speelgoed, totdat ik deze zaak de mijne kan noemen. Ik wil hun tonen, dat ik van onderafaan kan be ginnen, kruideniertje spelen. Ik houd van kinde ren. Ik houd er ook van om iets, dat tegen de vlakte ligt, weer op te bouwen. Ik moet U zeg gen, dat het me al aardig gelukt is. Ik begon 31 maart van dit jaar, met schulden. Nu, na zes maanden is de schuld nog maar een fractie van wat het geweest is. Ik kwam in de slapste tijd van het jaar, in een mooie lente en daarna nog mooier zomerweer. Daar moet ik het echter niet van hebben. Hoe slechter het weer is, hoe meer de kinderen en de vaders thuis „spelen Maar dit had voor mij ook zijn goede zijde, ik had ruimschoots tijd om me in te werken, kwam op de hoogte van de prijzen van de diverse artikelen, moest veel reor ganiseren. Ik schaafde en timmerde, verfde en knutselde aan de winkel, legde vloeren. Eens in de week komt er een werkster om de winkel een grote beurt te geven. Verder doe ik alles zelf, ook vegen en dweilen. In de vakantietijd kreeg ik het gelukkig drukker. Ik heb nu een kern van vaste klanten, van som mige heb ik een kaartsysteem aangelegd, waarop de verjaardagen van kinderen en kleinkinderen zijn genoteerd, evenals hun speciale interessen. Donder dag en zaterdag zijn mijn drukste dagen. Dan ko men meestal huismoeders. Op vrijdagmiddag zijn het meer mannen, die regelrecht van hun werk naar mij toekomen. Ze lopen meteen door naar het technisch speelgoed, achterin de winkel. Soms vragen ze alleen maar advies, als ze moei lijkheden hebben met het knutselen aan hun trein tje. Of ze komen storten op hun spaarkaart. Ook schooljongens van 1015 jaar heb ik onder mijn vaste klanten. Voor hen ben ik „up to date wat de autotjes en vliegtuigjes betreft. Het is mijn eer te na, als ik een bepaald type of merk niet heb". Bij het afscheidnemen wenste ik de eigenaar veel succes en vroeg hem of ik over hem mocht schrij ven in Tong-tong. Ik hoop dat vele TT-lezers en -lezeressen de weg naar zijn winkel weten te vinden. Het ligt heel gunstig, het adres is Ruischstraat 21. Amsterdam- Oost, vlak bij de Wibautstraat (eindpunt CEBU- TO-bussen), bereikbaar met tramlijnen 3 en 5. EMIL1E INTVELD.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 3