7} OMA SLAAT ZICH ER DOOR STENEN REGEN Isafl A MAMPIR BIJ UW ANAKS EN TJOETJOEKS VER WEG? Wij specialiseren ons in het verzorgen van bezoekreizen naar Canada en U.S.A. of waar dan ook! x>X/ Ons spaarsysteem kan U hiermede ook prachtig helpen. THERESIASTRAAT 82 DEN HAAG - TELEFOON 723808 INDONESISCHE WIJSHEID Hierbij een paar citaten uit een brief die we van een dame mochten ontvangen, die nog maar een jaar hier in het land is en woont in een tehuis voor bejaarden. Ondanks dat ze het zelf lang niet altijd gemakkelijk heeft, tracht ze voor deze oudjes zoveel mogelijk te zijn onder het motto, zij hebben het moeilijker dan ik. De brief spreekt wel voor zichzelf en ik hoef er niets meer aan toe te voegen. Ik woon hier met 115 personen in een centrum van gerepatrieerden. Ik ben een heel eenvoudig mens, die de lichtzijde tracht te vinden in een verloren zaak. (dit als antwoord toen we onze waar- dering voor haar werk uitspraken). Die meen ik gevonden te hebben in het dienen van deze ge meenschap van berooide en verdreven ouden van dagen. Zij zijn dikwijls nog meer terneergeslagen dan ik en dan lach ik maar en praat in hun eigen kromme taaltje over lekker Indisch eten of over onze belevenissen bij de H.C. in Djakarta. Dit vinden ze heerlijk, een onuitputtelijke bron vair herinneringen, want onderstand halen bij de H.C. was een feest. In luidruchtige groepen in betjaks togen ze naar Senen of Pasar Baroe met veel ge op zak, beli oleh-oleh voor de tjoetjoeks. Hier hebben ze 4.— in de week te verteren en dat is in een paar dagen op aan sigaretten, beli nassi in het cafétje hiernaast en allerlei sambalans van de „warong keliling" die hier s'zaterdags komt. Mij vergeten ze daarbij niet. „Kowé maoe apa non, mart Oma beliken". Van hun armoedje kopen ze mij nog een paar loempia's of tahoe goreng. Om niet een helen dag maar stil te zitten, help ik de oudjes graag met brieven schrijven, want de meeste In dische dames kunnen schrijven, noch lezen. Hun bedden maak ik op en leid hun wel twintig keer op de dag de trappen af en op. Hun dank baarheid hiervoor is aandoenlijk. „Ini non, presèn dari Oma". Een gulden of een paar koekjes, niet aannemen betekent boosheid van hun kant. Er is hier een uitgestrekte groenten en bloemen tuin en nu, in de zomer, is het hele huis versierd met de mooiste bloemen. We zijn met z n tweeën aangewezen om hiervoor te zorgen en dit is een van'de lichtpunten van mijn leven. We hebben een televisie en een piano en ook een paar krontjong boeken. Bengawan solo speel ik graag voor de oudjes. Mijn slaapgenote speelt accordeon en ik ook nog mandoline en zo vormen we een klein orkestje onder elkaar, ook één van de lichtpunten. Ook ga ik met een vaste club tafeldekken, borden was sen, 30 botervlootjes vullen, elke morgen de stoelen schikken in het salon. En zo breng ik mijn dag door. We hebben alle rassen uit de Archipel hier ver tegenwoordigd, Ambonnese, Chinese, Javaanse, Soetidanese, Surinaamse en Japanse dames. Z/e spreken meest Indonesisch, en de jongeren zijn in hun oog nog altijd „non en ,,njo Zo nu en dan maken wij een grote trip, naar Duitsland en kortgeleden naar Arnhem in twee grote bussen. De gebrekkigen en hele oudjes gaan niet mee. Maar dan onderweg moet U dat mee maken: „Non. sepatoe goewa sesek, kaki goewa sakit". Temidden van talrijke kijkers worden de schoenen uitgetrokken en gaan ze op kousen ver der, zich niet bekommerende om al die verbaasde blikken. „Apa Oma tida maloe??" „Masa bodo. Als rechtgeaard Indisch kind ben ik natuurlijk goewa soeda paja Onze directeur kijkt gelaten toe, want in de bussen blijven zitten willen ze niet. Het is wel droevig, dat zulke bejaarden mensen, die geen nederlands kennen, zich moeten aanpassen aan dit voor hun zo moeilijk en vreemd leven. Gaskolectra (sedert 1931) Keizersgracht 486 Amsterdam, tel. 43772 en 32716, levert U franco uit de ruime keuze van goederen, zo als meu belen, woningtextiel, kleding, alle soorten haar den en kachels, stofzuigers, geijsers, wasmachines koelkasten, radio, televisie, huishoudelijke art. glas- en servieswerk, enz enz- Prima service, betaling in overleg Wij lichten U gaarne nader in- grootgebracht met de meest ijzingwekkende verha len over roemah's anker, poentianak, sirihspuwen, stenenregen en was dies meer zij. Vooral mijn oudere broers en zuster hadden er een heilloos plezier in om ons, de twee kleintjes, met die verha len de doodschrik op het lijf te jagen. Later, toen ik wat ouder was, begon ik te begrijpen dat het maar bangmakerij was, na een paar keer harte lijk uitgelachen te zijn, als ik 's avonds luid zin gend langs de donkere overloop naar de badka mer rende om voeten te wassen en het verdere ritueel te volgen vóór het naar bed gaan- of als ik met een enorme sprong mijn bed in dook, zodat het in al zijn ijzeren voegen kraakte omdat ik bang was, dat iets griezeligs in mijn kuiten zou knijpen. Toen ik nog wat ouder werd had ik andere dingen aan m'n hoofd en vergat gewoon dat er spookver halen ook maar bestonden, tot op een keen Ik zal toen vijftien geweest zijn. Mijn kamer had openslaande deuren naar de tuin die, opzij van het huis, anderhalve meter breed was en door een laag muurtje, waarlangs een droge greppel liep, van de stille straat gescheiden was. Ik weet nog goed dat ik aardrijkskunde-Duitsland zat te leren voor de volgende dag en omdat het buiten al schemerde was binnen het licht aam Ik zat dicht bij de tuindeuren die wijd openstonden. SE'SENDOK SE'HARI 1. Bung, jij staat met evenveel rechten (maar ook plichten!) op deze wereld als ieder ander. Pukul terus atau kembali! 2. As jij bang Ander branie, As jij branie, Ander larie! 3. Het is goed om soms terug te blikken, Maar ga altijd voorwaarts! 4. Begin nooit met te denken „ze hebben wat tegen me. Want meestal doen „ze" dat niet! 5. Waar je ook ter wereld bent, „Try to make the best of it! 6. Wat geeft het of „men" het verschil niet weet tussen Indisch of Indonesisch? Als je een „vent" bent, ben je laku! („What is in a name?": bung Shakespeare dulu bilang) 7. Voor de zondag: „Gojang kaki sadja" Kèn óók in Goelaan! SI TON. Er tikte iets op de stoep. Toen weer, en nog eens. Ik keek, maar zag niets. Een hele serie tikken, net of er kleine stenen op de stoep vielen. Weer keek ik, zag weer niets. Verbeten trachtte ik verder te leren, maar steeds sneller hoorde ik de stenen op de stoep vallen. Mijn hart begon zwaar te bonken en met trillende benen sloop ik naar de deuropening. Doodse stilte niets te zien. Nauwelijks zat ik over mijn Bos-atlas gebogen of daar begon de ellende opnieuw. Ik moest me nu met alle macht beheersen om niet gillende naar de kamer van mijn zuster te hollen. Nóg ben ik dank baar dat ik uiterlijk rustig de deur opendeed en onverschillig zei: „Zus het spookt in mijn kamer „Doe niet zo idioot", zei Zus ongeduldig, „heus, kom alsjeblieft even kijken. Er vallen aldoor stenen en er is niets te zien We werden, bij de binnenkomst van mijn kamer, verwelkomt door geratel van vallende stenen. Moe dig stapte Zus naar de stoep, zag niets, liep de nu al donkere tuin in. „Wel krachtterm krachtterm kracht term. „Wat is er" zei ik benauwd vanuit de veilige kamer'. „Een draad en twee ellendelingen in de goot!" Twee jongens uit m'n klas lagen te sterven van het lachen in de greppel voor het huis. Ze hadden een steentje aan een zwarte draad gebonden en met een punaise aan mijn deur geprikt. Door vanuit de goot aan de draad te trekken hadden ze het steen tje vrolijk op de stoep laten dansen. Aan een kant was het gelukkig dat ik sprakeloos van nijd was, anders was er die avond bepaald zéér onwelvoegelijke taal gebezigd. IKo Kom eens bij ons omongen N.V. Seperti teboe, airnja dimakan empasnja diboeang. Zoals bij het suikerriet het sap genuttigd wordt en de vezels worden weggeworpen. Ondank is 's werelds loon. „Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan, der Mohr kann gehen!" Beide (en soortgelijke Europese) spreekwoorden zijn alle nog nét een trapje te laag in wijsheid, omdat zij een gevoelsfactor inhouden. Het Indonesische spreekwoord zegt zonder enige bitterheid: „Het is nu eenmaal zo dat een mens ge(mis)bruikt wordt om het goede dat hij geven kan en dat men het onbruikbare verwerpt." (Laat ons niet bitter zijn, verdienstelijke zonen en dochteren uit het oude Indië zelfs niet om het gebrek aan waardering voor vaak nog zoveel tussen de ampas verborgen sap!).

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 6