Dr. J. H. C. KERN - 6 APRIL 1833
IN MEMORIAM
REDT EEN MENS!
FRANCOIS VALENTIJN
T. R. Prof. Dr. W. M. Docters van Leeuwen
Dr. Johan Hendrik Caspar Kern werd 6 april 1833
te Poerworedjo (Res. Bagelen) geboren. Na een ver-
blijf te Semarang en Makassar, vertrok hij in
1840 met zijn ouders naar Nederland. Zijn onder
wijs genoot hij in Doesburg, Groenlo en Zutfen,
studeerde klassieke letteren in 1850 in Utrecht en
in 1851 in Leiden, waar hij in 1855 de doctors
graad verwierf met een dissertatie getiteld: Speci
men historicum exhibens scriptores Graecos de
Rebus Persicis Achaemenidarum monumentis col-
latos, Lugd. Batavorum 1855, een proeve van his
torische vergelijking van hetgeen de Griekse schrij
vers over Perzische aangelegenheden berichten en
hetgeen daaromtrent de Perzische opschriften le-
Oud-Perzisch te kennen was onmogelijk zonder
kennis van het Sanskrit en uit de titel van de dis
sertatie bleek reeds, dat Kern Sanskritist gewor
den was.
Na zijn promotie vertrok hij naar Berlijn, om on
der Weber zijn sanskrit-studiën voort te zetten. In
1857 keerde hij naar Nederland terug, was een kor
te tijd privaatdocent in Utrecht en van 1858-180U
professor aan het Atheneum te Maastricht
De pogingen, om Kern in Nederland de plaats te
geven die hem toekwam, hadden geen succes. En
in 1862 ging hij naar Engeland, na zijn bekende
vertaling van de Qakuntala of het Herken
ningsteken van Kalidasa te hebben uitgegeven en
zette te Oxford zijn Sanskrit-studiën voort. In 1864
werd hij benoemd tot professor in het Sanskrit
aan het Queen's College te Benares.
Nu werd men zich in Nederland plotseling van
zijn waarde bewust en in 1865 werd Kern benoemd
tot hoogleraar in het Sanskrit te Leiden.
Hij aanvaardde die benoeming met het uitspreken
ener redevoering: „Het aandeel van Indië in de
geschiedenis der beschaving en de invloed der stu
die van het Sanskrit op de taalwetenschap
In die rede wees hij op het verband tussen de
taal en de beschaving van het vasteland van
Indië met die van de Indische Archipel; hoe het
Javaans en het Maleis de invloed van het Sanskrit
hadden ondergaan, dat niet alleen honderden
woorden uit de taal der Brahmanen waren over
genomen, maar dat ook het Javaanse schriftstelsel,
met een kleine wijziging van het Sanskritalphabet,
geheel gelijk was. Dat de literatuur der Javanen
grotendeels bestond uit navolging van Indische
gedichten, o.a. het Ramayana en het Mahabharata.
Hij herinnerde aan de overblijfselen van Hindoe-
sche kunst, aan inscripties in het Sanskrit en aan
de overvloed van persoon- en plaatsnamen in die
taal.
In 1868 was van der Tuuk naar Bali vertrokken,
om daar het Balinees en het oud-Javaans te be
studeren. Uit brieven van van der Tuuk publi
ceerde Kern enkele mededelingen, die toegelicht
werden in: „Korte opmerkingen over Balineesch en
Kawi".
In 1871 liet Kern zijn Kawi-studiën verschijnen,
waarmee de eerste stap gedaan was tot de ontraad-
seling van het geheimzinnige Kawi, waartoe van der
Tuuk de weg vergemakkelijkt had.
Naast van der Tuuk heeft Dr. Kern de grondslag
gelegd van de nieuwe wetenschap der vergelijken
de Maleisch-Polynesische taalkunde.
Verzamelt voor, stort op:
Gironummer 8118
NASSI, Laan v. Meerdervoort 1580
Den Haag
Door deze vergelijkende studie heeft hij aange
toond, dat de talen gesproken van Madagaskar af
tot het Paaseiland, dus waartoe behoren de talen
van Madagaskar, Indonesië, het Maleische schier
eiland, Kambodja, Indo-Chine, Nieuw Guinea,
Melanesië, Mikronesië, Polynesië en Nieuw-Zee-
land tot één grote taalfamilie behoren.
Het zou te ver voeren hier alle werken te noemen,
die Dr. Kern gepubliceerd heeft. Voor de taal
studie van de Indische Archipel zijn van het meeste
belang naast talrijke artikelen in „Bijdragen tot
taal en volkenkunde", „Vertalingen van Oud-Ja
vaanse gedichten", „de Kawi-studiën „Hand
schriften uit het Eiland Formosa", „Taalkundige
gegevens ter bepaling van het stamland der Ma
leisch-Polynesische volken", „Over de bijschriften
op het beeldhouwwerk van de BoroBoedoer
„Over het Mafoortsch (Nieuw Guinea) „De Fid-
jitaal vergeleken met haare verwanten in Indone
sië en Polynesië, enz."
Na zijn emeritaat in 1903 vestigde hij zich te
Utrecht. Ook nu bleef hij zijn beste krachten aan
de wetenschap wijden. Hij overleed daar op 4 juli
1917.
CORRACORRA
Van deze tijdgenoot van Rumphius staat in de
Encyclopaedic van Nederlandsch Oost-Indië een
biographie van W. C. Muller en G. P. Rouffaer.
En in het Rumphius Gedenkboek vindt men een
bijdrage van Dr. F. de Haan: „Rumphius en Va-
lentijn als geschiedschrijvers van Ambon' waarin
hij overduidelijk aantoont hoe Valentijn van Rum
phius' geschriften gebruik heeft gemaakt.
Toch heeft deze Ds. Valentijn, die zich niet ont
zag, zich uit de boedel van Ds. J. du Bois een
Maleische bijbeloverzetting van de op Banda in
1677 overleden Ds. S. de Larges, toe te eigenen,
(hetgeen in 1736 door Ds. Werndly werd aange
toond) en die in 1689 op zijn eigen naam een bijbel
vertaling wilde uitgeven (welke nooit werd ge
drukt) zich roem verworven door zijn standaard
werk: „Oud- en Nieuw Oost-Indiën", de eerste En
cyclopaedic over heel Indië n.l. over de landen,
waarover de Compagnie in die tijd gezag uitoefende.
In zijn voorrede d.d. Dordrecht 24 aug. 1724 zegt
Valentijn: „Vraagt men mij, wat mij bewogen heeft
dit Werk te schrijven: niet anders, dan om eere
bij de Verstandige Wereld in te leggen, om te
toonen, dat ik mijn tijd, terwijl ik nog geen vast
Beroep weer kreeg, neerstig waargenomen heb
tot verheffing van mijne Natie, tot luister der Ed.
Maatschappij van het Oosten en bij een zeker ge
volg hieruit, ook tot eere van Dordrecht aan te
leggen, alzoo 't voor die Stad geen oneere is, in
boorlingen te hebben, die dat kleine en als uit
de modder gerezen Nederland zoo sterk en zoo
krachtig in zijnen helderen dag weten te zetten."
Geboren de 17e april 1666 te Dordrecht ging hij
eind 1684 als predikant naar Indië en kwam 30
april 1686 op zijn standplaats Amboina aan. 6 mei
1694, toen zijn 5-jarig verband reeds lang was
verstreken, vertrok hij naar Batavia. In dec. 1694
ging hij door naar Nederland, waar hij 24 aug. 1695
aankwam en zich weer in Dordrecht vestigde. In
mei 1705 keerde hij terug naar Indië, waar hij op
18 jan. 1706 te Batavia arriveerde en benoemd werd
tot veldprediker in Oost-Java. In febr. 1707 ver
trok hij weer naar Ambon, maar na moeilijkheden
met de hem vijandig gezinde Gouverneur-Gene
raal Van Riebeeck repatrieerde hij in dec. 1713.
Hij vestigde zich weer in Dordrecht, verhuisde
in 1726 naar 's-Gravenhage, waar hij de 6e augus
tus 1727 overleed. Hij werd de 12e d.a.v. in zijn
vaderstad Dordrecht begraven: „met koetsen ses
boven 't ordinaris getal
Het heeft hem bij zijn leven niet aan critieken en
aan voor- en tegenstanders ontbroken, maar hij is
en blijft onze eerste Indische Encyclopaedist, wiens
hoop „tot eere van zijn kinderen en mede-inboor
lingen, nog lang en niet ongeagt na zijn dood te
leven" ruimschoots en met goed recht verwezen-
l,|k, i, geworden. CORRACORRA
JIMMY VAN EKRIS
Op 29 maart jl. overleed plotseling op 49-jarige
leeftijd Jan Arris Henri van Ekris, bij zijn on
noemelijk vele vrienden bekend als Jimmy Bij
hen heeft dit volkomen onverwachte en zo vroege
verscheiden grote ontsteltenis teweeg gebracht,
want Jimmy was een kerel met nimmer eindigen
de werkkracht en onuitputtelijke levenslust, een
mens zoals er helaas zo weinige zijn in deze mate
rialistische, onverschillige wereld. Een hartelijk,
uiterst betrouwbaar, altijd hulpbereid mens, op
zijn werkterrein ervaren en kundig maar met daar-
naast een groot aantal levende interesseren.
Een man ook die zijn eigen gang wenste te gaan,
zijn eigen levenswerk opbouwen, en op het punt
stond zijn verwachtingen in rijke vervulling te zien
Hij* heeft Tong-Tong in moeilijke uren vaak geheel
belangeloos geholpen met nuttige adviezen en goe
de relaties. Maar ook om in tijden van moede
loosheid op te beuren. We zullen de avonden niet
vergeten dat hij hier was op ons redactie-kantoor,
met zijn guitaar, om met Mackenzie, Geoffry
Land, Pim Eysinger en vele anderen in jam-ses
sions even alle zorgen opzij te zetten.
PROF. Dr. W. M. DOCTERS VAN LEEUWEN
Weer is ons een van de trouwe garde ontvallen:
op 3 maart jl. overleed in Leersum op 79-jarige
leeftijd prof. dr. W. M. Docters van Leeuwen,
geboren op 16 maart 1880 te Batavia.
Wie onzer hebben hem niet gekend, als leeraar
der H.B.S. te Semarang en later als directeur van
de H.B.S. te Bandoeng? Hij bleef echter maar
kort in die laatste functie want reeds drie jaren
later werd hij de zesde directeur van 's Lands
Plantentuin, dat was in 1918.
Na zijn pensioenering en terugkeer naar Nederland
vestigde hij zich te Leersum.
Doch van stil zitten was geen sprake, want in
1942 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar
in de tropische plantkunde aan de Gemeentelijke
Universiteit te Amsterdam. Vele zijn de bijdragen
die hij schreef op Biologisch gebied.
De Regering erkende zijn verdiensten door de be
giftiging van het ridderschap in de Orde van de
Het is haast niet te geloven dat zulk een mens nu
niet meer in ons midden aanwezig is. Het is
droevig te realiseren dat er meer gevoelige bres
sen geslagen zullen worden in onze toch reeds zo
gedunde Indische gelederen. Maar als de spirit
van Jimmy met ons blijft en dat zal zij! dan
blijft de geest behouden van karaktervastheid,
veelzijdige begaafdheid, trouw, branie en onder
nemingslust, die ons eens groot gemaakt heeft
en ons wéér groot maken zal.
Nederlandse Leeuw. Bovendien was hij ook dra
ger van diverse buitenlandse onderscheidingen.
Aan een werkzaam en zeer nuttig leven is een ein
de gekomen en talrijke zullen nog met weemoed
terugdenken aan het „tempo doeloe op de school
banken, waarbij ons de beginselen van plant- en
dierkunde door hem werden bijgebracht. Moge hij
in vrede rusten!
REDACTIE.
FT,