SHER onsxon 5 RARE ORANGS PAARDENMOP REDUCTIEBON VOOR NEDERLANDS BALLET Tijgers hebben mij altijd gefascineerd, zowel door de geweldige kracht die zij kunnen ontwikkelen, doch ook door hun fantastisch masker en hun „oorlogsbeschildering". Meestal waren het alleen maar zeer korte flit sen uit hun bestaan, die in de regel eindigden met hun onvermijdelijke dood, die een eind maak te aan alle pogingen om wat meer van hun ge heimzinnig leven te weten te komen. Wat weten wij eigenlijk van een wild dier? Bitter weinig, iets over hun wandaden als veerover of als man- eater, hun dood, hun leven in een dierentuin, dat is dan vrijwel alles, wat wij leren van hun leven, dat steeds geleefd wordt in het meest ver borgen deel van de rimba. Op een keer schoot ik een tijger, die het de be volking zeer lastig had gemaakt door het roven en wegslepen van vee, geiten, en honden. Toen bleek, dat het een tijgerin was en een ,,in melk ze moest dus ergens jongen hebben. Systematisch werd toen de blukar door ons onderzocht, waar wij vermoedden dat zij aldaar haar leger had. En ja, op de derde dag vonden wij de uitgehon gerde weesjes. Nadat zij weer wat op hun verhaal waren gekomen, bracht ik ze naar huis. Geduren de enige maanden observeerde ik de welpen, die door mijn herderteef waren geadopteerd, en koos toen het mannetje, terwijl ik de twee anderen weg- gaf. Sher, zoals ik hem gedoopt had, groeide voor spoedig en drie jaar lang heb ik hem bij mij thuis gehad, waar hij, wanneer ik thuis was, vrij door het huis mocht rondlopen en spelen met zijn speel makkers, Sheila zijn pleegmoeder, Patch de fox- terrier en Kees de Lampongaap. Nimmer heeft hij hun kwaad gedaan, noch mij of mijn kennissen, en evenmin de bedienden. Toen hij ruim drie jaar was moest ik hem weg sturen. niet omdat hij gevaarlijk werd, maar ik moest toen dikwijls voor langere tijd van huis. Dan moest hij zijn hok in en kwam er niet eerder uit voor ik weer thuis was, en al was dit zeer ruim, hoe kon ik hem duidelijk maken waarom hij in zijn hok moest, terwijl zijn kameraden vrij buiten mochten rondlopen? Ik zond hem toen naar San Diego, een der nieu were dierentuinen aan de westkust van Amerika, waar men hem zou onderbrengen in n grote ruime canyon, en dus zoveel mogelijk de natuurlijke le venswijze kon volgen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen hem alleen de verre reis te laten maken en stuurde met hem zijn pleegmoeder mee. Ik hoef niet te zeggen hoe zijn vertrek mij aan het hart ging en hoe ik hem miste! Tussen ons bestond ..Tong-Tong" lezers wordt verzocht aller lei aardige anecdoten en belevenissen betref fende wilde dieren als huisdieren aan de Redactie op te geven. Ook korte jachtbeleve- nissen die een inzicht vooral geven omtrent de jacht en de daaraan verbonden moeilijk heden en de gedragingen van de betreffende dieren, zijn welkom. Kom, heren jagers van „tempo dnlu" en vooral de dames, die meest al met de susah zaten, indien manlief met een gevangen raar en vies beest terug kwam, grijpt naar uw pen en laat zien, dat gij niet alleen kunt schieten, maar ook observeren en beschrijven. REDACTIE. Hieronder een paar zinnen uit een brief van een naar de U.S.A. geëmigreerd Indisch Nederlander. Je hebt hier hopen Indische mensen, die naar de paardenrennen gaan; als ze niet thuis zitten te gokken dan zijn ze op de renbaan. Ik bemoei me heel weinig met de Indische gemeenschap, omdat je er rare tussen hebt. Sommigen verslijten zich voor Hollanders, anderen voor Indonesiërs en proberen de Amerikaan wijs te maken, dat de Hollanders hun niet mogen, omdat ze een andere huidskleur heb ben. Waarvoor al deze opmerkingen. De Amerikaan heeft hier dezelfde politiek ten opzichte van de neger en beschouwt ons nog tot en met heden als gelijke, dus als ik ergens ras moet invullen is het volgens mij het beste om white in te vullen. Verleden week zijn we nog op een celebration ge weest van de Indisch-Nederlandse gemeenschap en op de menu-kaarten stond: Slamat dateng. An Indonesian Evening. It's an old custom of the people in Indonesia to serve Nasi Kuning on a celebration, offering or thanksgiving. En de speech die ze afgestoken hebben is werkelijk niet voor herhaling vatbaar. Ik vind het een dis criminatie voor alle Indisch-Nederlanders. Q. een absoluut vertrouwen en heel veel heb ik ge leerd omtrent hun levensgewoonten. Sher had zijn sympathiën en antipathiën, en de laatste toonde hij naar katten manier door de betreffende persoon volkomen te negeren, maar deed verder niets. Steeds bleef hij de „gentleman" en altijd kwam hij voor zijn veel zwakkere kameraden op, en als die eens wat hadden misdaan zochten ze immer een goed heenkomen bij Sher en dan dorst natuurlijk niemand hen meer te na komen. Een, van zijn overigens weinige onhebbelijkheden was, dat hij altijd in bed wilde kruipen, inplaats van op het kleed daarvoor te gaan slapen. Toen hij nl. nog klein was kreeg hij eens een vrij ern stige ziekte en nam ik hem toen in bed, omdat wanneer hij weer eens stuipen had, ik dit dan di rect kon merken en hem helpen. Sinds hij weer beter was, werd het immer een stille strijd tussen ons beiden om toch in bed te komen. Zolang hij onvolwassen was was dit niet zo erg, maar om een nagenoeg volwassen tijger in je bed te krijgen was weer een ander verhaal. In de regel werd ik dan eruit gewipt, ook al deed hij dit nimmer met op zet, maar in zijn slaap. PAWANG RIMBA. Tot zover de inzender, die vaststelt dat onze groep „ongeneeslijk roewet" is en zich afvraagt waar dit naar toe moet. Op de eerste plaats bestaat elk volk en elke groe pering uit „rare orangs" en vinden deze rare orangs de rest op hun beurt raar. Wie de Franse bladen gelezen zou hebben vlak voor en in het eerst- te begin van de Vijfde Republiek, en al het ge donder rond de „Colons", zou dit wel zeer duide lijk geweest zijn. En wie oplettend verschillende Nederlandse bladen tegelijk leest voor een bepaalde tijd, merkt dat het Nederlandse volk hierin niet veel verschilt van de Indische groep. Geen enkel volk wordt echter gemeten naar de sprei ding van zijn „rare orangs", maar naar de verdien sten van zijn beste groeperingen. Hoe meer gekke of gevaarlijke (naar onze mening dan altijd!) men sen in onze groep, hoe groter de plicht van het zich goed noemende deel om nóg harder te wer ken voor een goede opinie over de hele groep. Neem nog even Frankrijk: ook al hebben alle mensen gelijk die wijzen naar decadente Fransen, daarnaast bestaan er genoeg, die aller bewonde ring opwekken en tot slot een gunstige balans ma ken voor het hele volk. Als de verantwoordelijke Indische Nederlanders maar hardnekkig met gro te moed en opofferingsgezindheid hun goede zaak steunen, is niets verloren. M.a.w.: elk werk mislukt niet door de slechte werkers, maar door het gebrek aan (energie van) goede werkers. Gaat Tong-Tong over de kop, dan is het nonsens dit te wijten aan de kleine, dom me en slechte boengs (want die. weten immers niet beter?), maar aan de grotere boengs, die zich net ijverig genoeg weerden. Wij woonden indertijd op een koffie-onderneming in 't gebergte en toen er nog geen autoweg was, moest 't laatste gedeelte naar ons huis te paard worden afgelegd. Ook als de pianostemmer kwam werd hij met een paard afgehaald. Op een keer vertrok de pianostemmer weer op ons tamoe-paard Piet, toen wij even later weer hoefgetrappel hoor den en Piet mèt de pianostemmer rustig naar zijn stal zagen stappen. Piet had natuurlijk gemerkt, dat de stemmer geen ruiter was en omdat hij geen zin had in het tochtje was hij naar huis en stal teruggekeerd. Mevr. Balsem-Meister. Tegen inlevering van deze BON worde aan houder de vastgestelde reductie verleend op de door hem (haar) gevraagde plaats(en) voor, naar eigen keuze,' de voorstellingen op "zaterdag 16 april, zondag 17 april en maandag 18 april in het KURHAUS-PAVILJOEN te Scheveningen. Op de beide Paasdagen is er behalve om 20 uur ook een voorstelling om 14 uur. TJALIE ROBINSON INDRA KAMADJOJO

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 5