OP KROKODILLEN JACHT
Willi'
ill mm
TJITJAKREEKS
4
Na overmaking van 2.50 op giro
nummer 6685, ontvangt U het eerste
boek van onze
TJITJAKREEKS
(Deel I)
V.I.N. Naarden-Bussum
MANUPUTI
De Slotenmaker
Een ieder die een paar jaar in de Westerafdeling van Borneo gewerkt heeft, weet dat men daar met de
jacht op grof wild, t.w. grote varkens (kruising van tamme varkens van de Chinese kolonis'en Sing-
kèh's en wilde varkens), herten en krokodillen zijn hart kan ophalen.
de Chinese goudsmit als batoe oedji (toetssteen)
gebruikt om het karaat van het goud met aer
keras te bepalen. In iedere Chinese nederzetting
heeft men wel een Chinese goudsmid, terwijl de
kolonist daar in West-Borneo met z'n vrouw en
kinderen samen er wel voor zorgt dat zijn gezin
geen honger lijdt, ja overvloed van voedsel heeft
in de vorm van eigen rijstvelden, peperaanplantin-
gen, gambir-tuinen, visvijvers, suikerriet, bananen
tuinen en een eenden en kippenfokkerij.
Op de boeaja teruggekomen, het vet is erg gewild,
dit wordt gesmolten en voor brandwonden ge
bruikt en ook andere kwalen.
Daar zijn geen tijgers, alleen zijn wel de badaks
of rhinocerossen, grote slangen en krokodillen te
duchten. Vooral waar Borneo zo'n waterrijk land
is, treft men daar niet alleen in de grote rivieren
maar ook bijna in iedere zijrievier en kreek van
een paar meters slechts die monsters krokodillen
aan. Immers aan die zijrivieren en kreken wonen
net zo goed Chinezen en Dajaks met hun honden,
varkens, eenden en ganzen.
Tegen het gevaar van de boeaja's wordt daarom
op grote houten vlotten met een vierkant gat in
het midden en een gajong een bad genomen, het
liefst vóórdat de schemering (magrip) invalt. Want
als het donker begint te worden zijn de honden,
varkens en het pluimvee niet veilig voor de kro
kodillen.
Waar de pondoks een paar meter boven de grond
gebouwd zijn, zorgen de honden er wel voor dat ze
's nachts in het voorgalerijtje slapen, de varkens
lopen echter vrij onder de kolongs rond, terwijl de
kippen langs een trapje vlak langs de buitenwand
van de pondok hun slaapplaats hebben, op stok
ken. De eenden en ganzen worden in een hokje
een paar meters boven de grond ook met zo n
klein trapje van een halve meter opgeborgen,
d.w.z. deze beestsoorten zorgen er zelf wel voor
dat ze tegen allerlei ongedierte in de oetan veilig
zijn.
Met hoge waterstand lijkt het of er geen enkele
krokodil in de kreken zit, maar zijn de oevers
met lage waterstanden droog, terwijl ook de zon
goed doorkomt, wel dan gaat de boeaja zich graag
in het zonnetje roosteren en liefst met open bek.
De jager kan ze dan op een paar meter afstand
met een prauwtje naderen, want de Dajak verstaat
de kunst om geruisloos te roeien. Ook ik heb mij
die kunst eigen gemaakt, zelfs al als jongen
van 12 jaar, als ik met mijn broer of vrienden
in een prauwtje van ons zelf op de leguanen
(binjawak) jacht ging, gewoon met een blaasroer
(soempitan) met stalen pijlen op de Tjiliwoeng-
rivier bovenstrooms (boven Meester Cornelis).
Jong gewend, oud gedaan niet waar, geachte le
zers en daarom was Borneo voor mij als jager
juist iets naar mijn zin.
Indien mogelijk schoot ik de boeaja van zo dicht
mogelijk, om reden hij bij een niet dodelijk schot
in acht van de tien gevallen met een hevige klap
met zijn staart van de oever in het water glijdt, al
zou je hem achter de kop of onder de voorpoten
ter hoogte van het hart of de longen zo'n 3/4
stalen mantel kogel van de Mauser 8, 3 in zijn
body planten.
De kwestie is dat het juist de grootste boeaja's zijn,
die het brutaalst zijn en die zo'n kreek opzwem-
men tot helemaal bovenstrooms tot aan de neder
zettingen (kampong) van de Dajaks of Chinezen.
Zonder overdrijving waren er bij van 5 tot 6 meter
lengte en vonden wij eens bij het opensnijden van
zo'n groot beest, zeven zwarte stenen in z'n maag,
mensenhaar, en zelfs eens een gouden armband.
Want die stenen betreft moet hij dan volgens de
Chinezen al zeven kreken zijn binnengekomen.
Die zwarte stenen aan de platte kant worden door
ABONNEMENTEN BUITENLAND
P^r jaar
Nw. Zeeland, Australië, Zd. Afrika, Brazilië:
Per Luchtpost: 30,Per Zeepost! 12,
Nw. Guinea, Canada, U.S.A.;
Per Luchtpost! 24,Per Zeepost 12,
Suriname, Antillen;
Per Luchtpost: 18,Per Zeeposti 12,
West Europese Landen;
Per Luchtpost! 12,
Agent voor de Ver. Staten: Chris Deyker-
hoff, 210 Heckelstreet, Belleville, New Jer
sey, U.S.A.
Agente voor Canada: Mevr. E. Ie Seur-
Zimmer, 1 Richviewside Road, Weston.
Ontario, Canada.
All I
.cl Ifillil»»'
nl. „Piekerans van een Straatslijper"
Ook verkrijgbaar bij ..TONG TONG*'
Prins Mauritslaan 36 - Den Haag
(Vereniging Indische Nederlanders)
Afdeling Naarden-Bussum, geeft zaterdagavond 11
juni a.s. weer een contactavond.
Tjalie Robinson komt speciaal over om te spreken
over de Spijtoptanten.
Komt allen die in het Gooi wonen naar de
Concordia Tuinzaal, Graaf Wichmanlaan 44, Bus-
sum. (vlak achter het station Naarden-Bussum).
Aanvang 8 uur. Er zijn twee orkesten met dans
muziek en vele andere verrassingen.
Entreeprijzen zijn voor V.I.N.-leden 0,50 per
persoon, voor introducé s 1,per persoon.
Kaarten verkrijgbaar bij:
Mevrouw C. Pront-Meersmans, van Ostadelaan 34,
Naarden;
Mevrouw J. v. d. Veenden Hond, Randweg 115,
Bussum;
Mevrouw R. SlootwegLazare, Kol. Palmstraat
18, Naarden;
Heer K. P. Stokhuyzen, Scheperweg 14, Bussum
Wij verwachten een grote opkomst!
Voorziet u tijdig van kaarten! 1
Welk Indisch mannenhart klopt niet direct sneller
bij het zien van zulk een foto? Voor anderen de
zachte fauteuils en donzen bedden van luxe-hotels
maar hoeveel duizenden totoks en Indo s zochten
in ons oude Indië liever de oetan op, de gammele
pondok, het schamele portie rijst, de djoekoeng op
een verre rivier, de buks en het jachtmes. Ruik je
de aarde weer, de alang-alang en de rook van het
houtvuur? Hoor je de muskieten weer gonzen, de
uitdagende roep van het wild? Dat was leven!
De Dajak evenwel is verzot op het vlees van de
boeaja voor obat koeat, alhoewel er stammen zijn
die aannemen dat de zielen van hun voorvaderen
en grote opperhoofden in een boeaja geïncarneerd
zijn.
De Chinees is meer nuchter wat dit betreft, hij
bepaalt zich met in zijn klenteng (bidhuisje) de
„Thai Pek Khoeng" (Tepekong) te be-offeren in
de vorm van allerlei, t.w. heerlijk gebraden eend
of kip, varkensvlees en allerlei soort gebak. De
hioestokjes (offer-stokjes) worden natuurlijk nooit
vergeten.
Weinigen van onze lezers zullen weten, dat de Chi
nezen (Singkèhs) daar in de Wester-afdeling van
Borneo er al sinds 1883 geëmigreerd zijn en door
hun noeste vlijt, eendracht en goede sociale zorg
daar in een land van water, moerassen (malaria),
allerlei ongedierte, één grote groep zijn. waarmede
onze voormalige Ned. Ind. regering terdege rekening
heeft moeten houden.
Opstand der Chinezen in 1914 en bijna weer in
1924. Zij hadden een groot overwicht op de Da
jaks en zullen het nu ook nog wel hebben. Ze
hebben b.v. in Pontianak hun eigen scheepstimmer
werven, houtzagerijen machinaal en met de ge
wone spanzaag, hun handelskantoren enz, enz.
BAPA BèRèT
Mijn vader was machinist in de suiker en had
onder zich werken een zekere Manuputi. Deze
wilde goed Hollands leren spreken. „Nou", zei
mijn vader, „het beste is dan, om zoveel mogelijk
alles in het Hollands te zeggen, en geen maleise
woorden er tussen te gebruiken". „Goed 'nir", ik
zal proberen 'nir", zei Manuputi. Op een keer
was hij ziek en bleef een paar dagen weg. Toen
hij terugkwam, vroeg mijn vader:
„En Manuputi, wat heb je gehad?" „Ja nir, goe
deren rivier binnen wind". „Wat is dat zeg Manu-
puti?"
„Ja 'nir, Javaan seg: barang kali masoek angin".
Diezelfde Manuputi kon zich soms zo grappig uit
drukken. Zo zocht mijn vader hem eens in de fa
briek en vond hem bezig de grote lampen van de
tennisbaan te repareren.
„Wat doe je, Manuputi?" vroeg mijn vader.
„O 'nir, ik deze lampen in orde maken voor van
avond, 'nir, voor die ternette spielen met de balle-
göoien", waarmee hij het tennissen bedoelde.
A. B. H.-C.
De familie v. D. was met verlof in Holland en
woonde in Den Haag.
Ze hadden de baboe meegenomen, die voor haar
den vrij aardig Hollands sprak.
De vrouw des huizes werd ziek en de dokter was
gebeld. Hij zou die dag nog komen. Dezelfde dag
was de timmerman bezig enkele karweitjes op te
knappen. Baboe liet hem uit en vlak daarop
werd er gebeld. Ze ging open doen. Er stond een
heer die zei: „Ik ben Slotenmaker
„Oh", zegt baboe, „timmerman net geweest, sloten
maker niet nodig".
„Maar ik ben dokter Slotenmaker!" was hierop
het antwoord.
DE JONG.