VOELT U IETS VOOR HAWAII?
9
HET IDEALE VOEDSEL
In 1778 ontdekte Kapitein Cook Hawaii. Een Po-
linesiër van het eiland Hawaii. Koning Kamcham-
cha, stichtte in 1810 het Koninkrijk Hawaii, dat
duurde tot de revolutie in 1893, toen Koningin Li-
liuokalami werd afgezet en een voorlopige regering
werd gevormd. In Unieverband met de U.S.A.
werd in 1894 B. Dole president van de republiek
Hawaii.
Op 21 augustus 1959 werd Hawaii de 50ste staat
van de V.S. van Amerika. De staat Hawaii wordt
gevormd door een ketting van eilandjes, acht in
geheel en waarvan de grootste zijn Kanai, ongeveer
102 mijl van Honolulu, Ohau met Honolulu als
hoofdplaats, Molokai, Mani en Hawaii, respectie
velijk 53, 101 en 170 mijl van Honolulu. De ver
binding wordt verzorgd door de Hawaiian Air
lines.
Al de eilandjes tezamen zijn half zo groot als Ne
derland met een totale bevolking van 585000 zielen,
waarvan 310.000 in de stad Honolulu wonen. Ha
waii is even groot als al de overige eilandjes te
zamen en wordt het eiland van de orchideeën ge
noemd. Het is de hoogste bergmassief in de wereld,
6 mijl van top tot zeebodem, meer dan 2000 voet
hoger dan de Mount Everest.
Het klimaat is tropisch met een gemiddelde tem
peratuur van 75 graden F. In de winter zijn de
nachten en ochtenden tamelijk koud, zodat velen er
wollen kleding dragen. De grootste bron van in
komsten wordt gevormd door de suikerindustrie,
ananas en tourisme.
De samenleving is internationaal, vertegenwoordigd
door 31 consulaten, waarvan de meeste geleid
worden door Amerikaanse staatsburgers die deze
functie vervullen door bijzondere omstandigheden,
zoals kennis der taal van het land dat zij vertegen
woordigen of anderszins.
[Vervolg Tante Trims en Paatje)
dat ze al gauw het meisjestehuis erbij kreeg.
Bij de capitulatie in 1942 ging men over tot het
oprichten van gaarkeukens en men dacht onmid
dellijk aan Tante Truus. ,,Toen ik net begon vond
ik 85 al een heel aantal, maar met die gaarkeukens
begon het pas goed. We leverden tenslotte bijna
10.000 porties per dag af." Paatje en Tante Truus
behoorden bij diegenen, die het Jappenkamp niet
in hoefden en konden dus doorgaan met hun werk.
Tante Truus was Sector-leidster en had ook toe
gang tot alle kampen en was daardoor in staat
voor de zieken medicijnen en versterkende mid
delen naar binnen te smokkelen. Direct na de oor
log werden Paatje en Tante Truus bij het Rode-
Kruis-werk ingeschakeld en werkten onvermoei
baar voort tot 1950. Vlak voor hun vertrek naar
Nederland in hetzelfde jaar werd tante Truus be
noemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau
in haar functie van bedrijfsleidster van de Centrale
Gaarkeuken van het Rode Kruis te Bandoeng.
Het lag in de bedoeling alleen met verlof naar Hol-
Dit is echter niet de enige onderscheiding, die haar
ten deel viel. Van de Engelsen ontving zij in 1946
een Japans Samurai-zwaard voor het vele verdien
stelijke werk, uitgereikt door Generaal MacDo-
nald.
Het lag in de bedoeling alleen met verlof naar Hol
land te gaan, maar verschillende omstandigheden
dwongen Paatje en Tante Truus zich voorgoed in
Nederland te vestigen. De eerste tijd was bijzonder
moeilijk. Hun gedachten gingen onmiddellijk uit
naar een Indisch Restaurant, want aan stilzitten
dachten ze echt nog niet, maar zonder de nodige
diploma's is een dergelijk plan hier in Nederland
niet te verwezenlijken. Tot 1955 werkten Tante
Truus en Paatje dan ook alleen in compagnon
schap met anderen. Eerst in Haarlem, later in Den
Haag, o.a. in Splendid op Scheveningen en in
het vroegere Cecile in de Hoogstraat te Den
Haag. Overal waar Tante Truus de leiding had
nam ze Indische dames bij haar in de keuken
in dienst, waaronder velen, die ze nog van vroeger
uit de gaarkeukentijd kende.
Eindelijk in 1955 kreeg ze toestemming zelf een res
taurant te beginnen op grond van haar prestaties
in en vlak na de oorlog. „Dat is altijd een harte-
wens van mij geweest, vertelt Tante Truus, „een
restaurant in de binnenstad van Den Haag". We
zijn oprecht blij, dat het ten slotte toch zover ge
komen is en hopen, dat we nog lang van haar
heerlijke eten zullen kunnen genieten!
ELLEN
Zelfs Monaco heeft in Honolulu een consulaat.
Het is een land van grote contrasten en grote wel
vaart, althans als men deze afmeet naar het aantal
auto's. Fietsen en andere vervoermiddelen met uit
zondering van een klein aantal stadsbussen en voet
gangers zijn er niet. Behalve de wandelaars ver
plaatst iedereen zich per auto. Men ziet er de aller
laatste modellen en enkele wagens uit de tijd van
Noach met een kap die meer thuishoort op een
kippenhok. Het valt niemand op, hetgeen een ken
merk is van de zeer ruime levensopvattingen.
Een ieder richt zijn leven in naar eigen verkiezing.
Er zijn de meest moderne winkels met roltrappen
en automatische deuren, voorzien van een parkeer
plaats onder en boven een betonnen dak, dat wel
200 meter lang en breed is.
Ook de dracht der dames is zeer uiteenlopend. Het
winkelen gebeurt bij de een in short, bij de ander
in een spijkerbroek, een derde draagt een momo,
een soort ruime zakjurk die tot de enkels rijkt. Ook
zijn er dames en heren van goede stand die bloots
voets gaan. Waarom niet, als zij er genoegen in
vinden? Alweer een der vele uitingen van het vrije
leven hier.
Voor degene die net uit een land gekomen is, waar
de een op de ander let en zich bemoeit met de le
venswijze van zijn buren en bij voorbaat de trassi
veroordeelt omdat ze niet lekker ruikt, is dit alles
even vreemd. Indien men hier de bezitter van een
auto maatschappelijk zou gaan beoordelen naar Hol
landse maatstaven dan zou men de grootste ver
gissingen maken, want hier rijdt een gewone voor
man of timmerman in z'n eigen Packard, of Olds-
mobile van het laatste jaar.
Als Immigratieland is Hawaii voor de Indo een
ideaal oord en hij kan zich hier gelukkig voelen,
want qua klimaat en samenleving is er weinig ver
schil met Indonesië. De moeilijkheid is de spon
sor. Indien van regeringswege naar mogelijkheden
wordt gezocht voor de emigrant zijn deze er zeker
wel.
Een andere keer wat meer over de gewoonten en
qebruiken.
C. F. SOEKIAS
Kunnen wij het gerecht maken?
In „Time" lazen wij laatst een interessant artikel
tje. Geleerden, die graag weten wilden, welk voed
sel alle grondstoffen voor het menselijk lichaam in
de kleinste combinatie tegen de laagste prijs omvat,
legden deze vraag voor aan een „electronisch brein
en het volgende antwoord kwam er uit: varkens
reuzel, runderlever, sinaasappelsap en meel van
soyabonen. Kosten: 21 dollarcent voor een volle
dag voedsel.
De geleerden onderzochten het antwoord. Het was
goed. Inderdaad zit alles erin: de vijf vitaminen,
proteïne, calcium, fosfor, ijzer, enz. enz.! Daarna
ging men practisch aan de slag om een ideale com
binatie van deze spijzen te vinden, maar men slaag
de daarin niet. Zelfs de hond lustte het allegaartje
niet. Conclusie: „Jammer dat een rekenmachine
ook geen smaak-papillen heeft!"
Zo zo zo, is dat niet mogelijk? V/ij hebben zo n idee
dat vooral die soyabonen-geschiedenis onze geleer
de koks dwars zat. Maar wij weten er toch wel raad
mee, want wij hebben ons leven lang gewerkt met
tahoe, tempeh en ketjap. Wat kunnen wij al niet
doen met onze ouwe bekende „ati"! Ik heb me af
gevraagd: kunnen onze knappe Assepoesters ons
niet helpen aan een recept voor het ideale voedsel?
Wie gaat thuis eens „tjoba-tjoba" om zo'n gerecht
te ontdekken? Stuur ons Uw ontdekking op en wij
tikken al die inzendingen netjes op een vel papier
en sturen het op naar Amerika. Hoe denkt U
daarover? Meedoen?
Ik denk dat het sinaasappelsap wel apart bij het
gerecht gedronken moet worden. En ik denk ook
wel dat we deze grondstoffen niet lang moeten laten
sudderen, maar op z'n Chinees „gongsèng dus de
spijzen heet „schroeien" in de wadjan, zodat de
„rauwe voedingswaarde het best gehandhaafd blijft.
En dan natuurlijk niet te veel werken met ketoem
bar en djahé en sereh en zo, want anders worden
ze toch weer bingoeng, daar in de States. Ajo?
Meedoen?
De kleding van de dames in Hawai is zeer uiteen
lopend. Naast de gewone jurk zien we shorts,
jeans en de momo. Wat is dat nu weer? Links
op de toto ziet U er één: een tot de enkels reiken
de, ruim vallende zakjurk. Heerlijk koel en gemak
kelijk in een tropisch warm land.
DE INDISCHE VERBRUIKERS VERENIGING
De Indischman is in Nederland zijn Indische ta
fel door alles heen trouw gebleven. Sterker, onze
eetcultuur heeft heel veel Hollanders aangestoken.
Er is daarom door de repatriëring in de levens
middelensector een nieuwe branche ontstaan: die
der rijsttafelingrediënten.
Al twee jaar zijn wij in stilte bezig met de voor
bereiding van een coöperatieve met een uitgesloten
aansprakelijkheid voor de leden. Nu binnenkort
de rechtspersoonlijkheid afkomt, zijn wij tot publi
catie van onze plannen overgegaan.
De coöperatieve de Indische Verbruikersver-
eniging zal a. zich bezighouden met de handel
in Oosterse en aanverwante artikelen en b. be
oogt een bepaalde wisselwerking tot stand te bren
gen tussen klanten en handelaren.
Een ieder, die aan bepaalde eisen voldoet, kan zich
als lid laten inschrijven: het inleggeld bedraagt
minimaal vijftig gulden, ineens of in termijnen te
voldoen. Verdere bijdragen en contributies worden
niet gevraagd.
De inleggelden worden op een bank gedeponeerd.
Het hieruit te vormen Fonds is de basis voor de
verhouding klant-handelaar.
Aan de I.V.V. zal namelijk een inkoop-combinatie
verbonden worden voor de (klein)handelaren. Deze
laatsten zullen zoals tot nu toe meestal gebrui
kelijk tegen contante betaling hun goederen
betrekken via de Indische Verbruikers Vereniging.
De inkoopcombinatie zal dus over een bepaalde
goederenvoorraad moeten beschikken. Deze
voorraad wordt aangelegd in overleg met de tot
de combinatie toegetreden handelaren. Zij wordt
betaald uit het Fonds. De aangesloten handelaren
krijgen voor hun aankopen een equivalent aantal
zegels, welke zij op hun beurt weer doorgeven aan
de klanten. Deze zegels hebben in principe alleen
waarde voor de leden van de I.V.V. Elk lid kan
dus op een gegeven moment zelf bepalen, of zijn
leverancier is aangesloten bij de I.V.V. of niet. Voor
hen, die er meer van willen weten:
Het secretariaat is voorlopig alleen schriftelijk
te bereiken aan de Johan Wagenaarkade 62,
Utrecht.
(Ingez.)