DE TRAGEDIE VAN LIEKE VAN EYCK
DE HEER
SCHUITEMA
Het Regiment van HEUTSZ
1 juli 1960 - 10-jarig bestaan
Korea werd de voortzetting van de
oude K.N.I.L.-traditie en zolang het
van Heutsz-Regiment marcheert op
het Kompas van Generaal Alles Kan!"
zal het de weg niet kwijtraken.
Moge tot in lengte van dagen dit
Regiment een eervolle plaats innemen
in onze Vaderlandse Historie en een
herinnering blijven aan een groot ver
leden waar wij allen met recht trots
op kannen zijn
2
Op 17 november 1945
tegen een uur of acht
's avonds ging Lieke van
Eyck samen met Koos
Bange met diens auto
nog een boodschap doen.
Zij noch Koos Bange
kwamen terug en ver
dwenen spoorloos, als zovelen in die bange ber-
siap-dagen.
Haar moeder, Mevr. E. F. van Eyck—Ten Voorden,
kreeg nu en dan berichten, o.a. dat Lieke in een cel
zou zitten bij de Indonesische politie op 26 novem
ber 1945, en zij kreeg dat bericht van een ontsnapte
gevangene Chris Blondeel Timmerman, doch toen
de Engelsen dat huis omsingelden, vonden zij een
leeg huis.
Daarna had een jongeman haar gezien ergens bij
Tasikmalaja, in een kamp waar zij hulpverpleeg
ster was. Bij haar verdwijning was Lieke nl. werk
zaam in het tot hospitaal getransformeerde Hotel
Homan, dat onder leiding stond van Dr. Bos. Doch
zij kon geen bevestiging krijgen.
Op de dag van haar verdwijning stond zij bij de auto
te wachten op Koos Bange, toen een two-seater stil
hield bij haar en hieruit stapte een zekere Budojo,
een Indonesiër, die wel eens de familie had gehol
pen en reeds eerder een poging had gedaan om haar
in te palmen, en die nu vroeg of zij met hem mee
wilde gaan. Hierop moet Lieke iets gezegd hebben,
dat een grote belediging voor hem betekende. Hij
was weer in zijn wagen gestapt en weggereden zon
der iets te zeggen.
Toen bood een bevriende Indonesiër zijn hulp aan,
daar hij meende dat Lieke zich in Djokjakarta be
vond en het daar zou houden met een hoofdofficier
van de T.N.I. misschien Budojo. Maar ook deze
relatie verdwijnt, zonder dat het geheim waar Lieke
is, is opgelost. Dan opnieuw een bericht, dat zij naar
Djakarta zou zijn gegaan in gezelschap van dezelf
de Budojo, die intussen bij de Indische Luchtmacht
is gekomen. Zij is echter volgens een door het Rode
Kruis ingesteld onderzoek nimmer in Djakarta aan
gekomen.
Later circuleerde er een bericht dat Budojo bij de
communistische opstand in Madioen vermoord zou
zijn geworden, maar men kon hiervan geen beves
tiging krijgen.
Alle instanties die daarvoor in aanmerking kwamen
heeft Mevr. van EyckTen Voorden geschreven,
zelfs Sukarno, doch deze laatste antwoordde niet.
Toen brak het moment aan, dat ook zijzelf ge
dwongen Indonesië moest verlaten. Nu leeft zij in
Holland, te Ulft, Preastingweg 7, en blijft hopen,
tegen wil en dank in, op enig levensteken. Wie van
onze abonnes of medelezenden iets, hoe gering ook,
kan mededelen van de Lieke na 17 november 1945,
wordt vriendelijk verzocht zich met Mevr. van Eyck
Ten Voorden in verbinding te stellen. Ten over
vloede maken wij nog bekend, dat een omstandig
relaas met talrijke foto's'ook verscheen in Eva, nr.
49 van 1959.
C. H.
De heer Schuitema had reeds 8 dienstjaren bij de
Genie, o.a. als telegrafist bij de Genie, te Tjimahi,
toen hij in 1922 met de handschoen trouwde met
de Weduwe S. M. Lammes. Daarna kwam hij nog
enige jaren bij het D.v.O.te Bandoeng en werd toen
gepensioneerd. Na zijn pensioenering kwam hij bij
het Gevangeniswezen als bewaker en werd in 1929
met nog vier anderen zwaar gewond. Eind 1929ging
hij voorgoed terug naar Holland.
Hier verzocht hij weer om bij het Gevangeniswezen
te komen, waarover goedgunstig werd beschikt. 13
jaren bleef hij in Veenhuizen werkzaam, totdat in
verband met de opvoeding van zijn kinderen over
plaatsing vroeg en kreeg naar Amsterdam. In 1943
en 1944 zorgde hij voor het doorzenden van pakjes,
werd uiteindelijk ontdekt en door 4 Nederlandse
Landwachten overgeleverd aan de Duitsers, die
hem waarschijnlijk direct naar Duitsland afvoerden.
Althans zijn vrouw en kinderen hebben hem nooit
meer gezien. Eerst op 22 November 1945 kreeg zijn
vrouw mededeling, dat hij een jaar geleden in het
Kamp Odeborg was overleden.
Twee jaar later kreeg zij een uitnodiging van de
Regering om aanwezig te zijn bij de inzegening van
het Erekerkhof in Osnabruck, waar haar man was
bijgezet. Deze mensen, grootmoeder, kinderen en
tien kleinkinderen, oudste 14 jaar, houden nog al
tijd hun Indische tijd hoog. Moge zij de troost vin
den in de wetenschap, dat hij zijn leven gaf voor een
goede zaak en voor het Vaderland. Hij ruste in
vrede!
C. H.
Een frappante overeenkomst
en een typisch verschil
Laatst wilde ik wat opzoeken in een oude Tong-
Tong en las daar toevallig een kritiek door C. J.
Kelk uit de „Groene Amsterdammer" overgenomen,
op het boek „Tjies" (Vincent Mahieu).
Nog geen uur later bladerde ik in een oeroude
Prins van 1906 op zoek naar „je weet maar niet
toen ik daarin een kritiek vond op werk van de
tekenaar Jan Toorop.
De overeenkomst? Beide kunstenaars worden op
gelijke wijze gewaardeerd. De persoonlijkheid in
het werk van de een zou de persoonlijkheid in
het werk van de ander kunnen zijn.
Het verschil? Let U eens op de stijl van de man
van 1959 en op die van de man van 1906!
TJIES.
Dit boek verraadt een zo volkomen eigen menta
liteit, de verhalen zijn met zulk een razende levens
lust geschreven, van zulk een wilde vertelwoede
uit, dat alles er in leeft en gloeit. Ik beschouw
het als een der belangrijkste prozaverschijnselen
van de laatste jaren in onze taal. Want hierin
geeft een pas sinds kort bekend menstype een vol
komen ongeremde uiting aan de mentaliteit der
eigen rasverwanten, vol bewustheid van eigen
waardigheid. Hier geen afhankelijkheid, geen hal-
ve-Westerse breukgevoelens, maar een zuivere een
heid in mentaliteit en levenshouding.
JAN TOOROP.
Jan Theodoor Toorop werd geboren te Poewo-
redjo, den 20sten december 1860.
Als men niet wist, dat hij van Oostersch bloed is,
zou men allicht geneigd zijn bij de bestudering van
zijne werken, daaraan te denken. Toorop is een
geniaal aangelegd, zelfstandig, oorspronkelijk,
scherpvoelend artist, wars van ongezonde traditie
en toegerust met een energieke stoutheid; 't is een
zelfbewuste figuur met temperament, een kunste
naar met breeden horizon, met rusteloze schep
pingskracht Toorop gaat geheel zijn eigen weg.
Personen met buitengewone gaven toonen niet zel
den een soort onverschilligheid voor te enge con
ventionele begrippen op 't gebied van kunst en we
tenschap en tevens een zekere ongevoeligheid voor
critiek; dat komt voort uit hun zelfbewustzijn, uit
hun geloof in eigen vermogen, uit hooger geestes
peil. Ze durven aan te pakken, hetgeen een mid
delmatigheid weerhoudt onder oogen te zien
Tot zo ver de Prins. U ziet, ze staan er allebei
goed op. Beide critici zeggen in principe hetzelfde.
IKS