Pionieren in Ethiopia inded 9 Koffie kweekbedden Vier maanden oude Aabica koffie Juni 1958 Aanstelling als administrateur bij een Ethiopisch/Amerikaans Cultuur Concern met een concessie van 100.000 acres (plmn. 4000 HA), 260 km. bezuiden Addis Ababa. Opdracht: :Binnen 14 dagen vertrekken. Een Ara- bica koffie-onderneming stichten in het tempo van 500 acres 500.000 bomen per jaar. Op de concessie aanwezig een dakijzeren loods als tijde lijk woonhuis, magazijn, enz. drie tractoren met ploegen, etc. plus een Indian bewaker met enig personeel. Okay. Per KLM naar Cairo en per Ethiopian Airways naar Addis Ababa. Daar soepele douane. In de Hall een opschrift: Don't say NO Say I CAN'T Typisch Oosters. Een haloes verzoek om „ha loes" te zijn. Addis Ababa, de hoofdstad van Ethiopia, gelegen op een heuvelachtig plateau 6000' b.z. Een stad die zich voortdurend uitbreidt. Nieuwe asphalt wegen van 14 m. breedte. Grote, nieuwe verdie pingsgebouwen. Prachtige vergezichten, geaccen tueerd door de dieprode aarde. Grote hotels met bloemenweelde. Een heerlijk klimaat. Temperatu ren van 10 tot 25° C. In de zgn. wintermaanden soms nachtvorst. De kleding der betere klasse is westers. De medische dienst is goed en heeft grote hospitalen. Meerdere tandartsen waaronder specia listen. In de vele winkels is alles te koop. Er zijn vele Grieken en Armenianen en even vele Italianen. En dat na de Italiaanse overrompeling van dit land. De Keizer is een edel mens. Het mooie land en het heerlijke klimaat bezorg den Ethiopia de bijnaam van: ,,A Paradise of Eter nal Summer In internationaal gezelschap is Engels de voertaal. Gestudeerde Ethiopiers spreken vloeiend Frans. Dit is ook de Hoftaal voor buitenlandse bezoe kers. Weinig Blanken spreken Amharic, de meest ge sproken taal van het land. Dit is jammer, want het wordt hogelijk geapprecieerd. Vervoermiddelen zijn taxi's, bussen, tweewielige karretjes getrok ken door een paard en particuliere auto's. De Reinigingsdienst is wel iets bijzonders. Die John Soesman, „levenslang" planter in de Oosthoek. Moest tenslotte tóch verdwijnen. Kon het niet harden in het toch zo goede rijke Wassenaer, dook de oetan weer in. Nu in Ethiopia. Bon sang ne peut mentir! wordt verricht door onbezoldigde Rijksambtenaren, m.n. de Aasgieren en Hyena's. Is een karren- paard onbruikbaar voor de dienst, dan doodt men het op een afgelegen plekje. Binnen enkele mi nuten vechten de aasgieren om het kadaver en wat er van overblijft vreten de hyena's schoon op. Is het wonder, dat deze dieren zijn beschermd. In bepaalde streken ontmoet men op de weg hele troepen. Gevaarlijk voor de levende mens zijn zij niet, behalve als die buiten des avonds geheel al leen, slaapt of zit. Kampeerders echter hebben vaak zeer boeiende verhalen. Gekampeerd wordt er hier veel. Langs door sa- vannebos omzoomde meren vindt men mooie plek jes en wekken U 's morgens de honderden vo gels met hun veelsoortig gezang. De Ethiopiër eet geen gevogelte, houdt ze niet in kooien, en waar de mens niet ingrijpt blijft de Natuur mooi. Echter, toch zagen wij een ingrijpen in de natuur met een mooi resultaat. De Nederlandse Suikerfabriek Wonji. Een pracht werk! Men zegt hier: ,,A perfect one man's job" en bedoelt dan de Administrateur de Heer R. van Wonji. Wij gunnen hem deze eer volgaarne. Wat de bezoeker van Wonji treft is de orde, stipte orde en daarnaast de grote gastvrijheid van deze Oud-Indië-werkers. Er werken daar vele Indi sche mensen en dit wordt door de Ethiopiers zeer gewaardeerd. Wij zouden nog vele bladzijden kunnen vullen met de beschrijving van Addis en omstreken. Edoch Tong-Tong is (door onze eigen fout) nog steeds een klein blaadje en biedt onvoldoende ruimte. Dus lezers-lifters neemt een eigen abonnement! Lift nu met mij mee naar de rimboe waar de onderneming moet komen. Van Addis per Landrover met de Concern-ver tegenwoordiger over een brede macadam of asphalt weg onderhouden door de Highway, waarbij ook veel Indische Topografen werken. Bij KM-paal 156 slaan wij van de hoofc veg af en duiken de savanne in. Duizenden hectaren hoog grasland be groeid met enkele- of meerdere bomen waaronder Mimosa's met geurige sterk ruikende bloesem. De weg is een pad door het gras. De slipkettingen zijn om de wielen gelegd en baggeren wij bij tijden door de modder. Rivieren worden doorwaad en wordt na 60 km. in drie uren rijden het bergland bereikt. Nu begint pas het avontuur. Stijle hel lingen welke met behulp van de winch genomen moeten worden daar de wielen geen grip hebben op de gladde weg. Uitgespoelde wegen met rol stenen als kinderhoofden. Ravijnen, waar de Land rover, zich drukkend tegen de wegwand stapvoets langs rijdt. Het wordt intussen donker. Bij een ri vier kijkt een hypo verwonderd in de lichten. Bos- herten staren ons aan en verdwijnen. In de verte brult een leeuw met zijn diepe bas en „hoejiekt" de hyena. Om acht uur bereiken wij onze nederzetting. De Goedang-seng met daarbij enkele ronde grashut ten. De Bunk (goedang seng) is electrisch verlicht. De Indian waker is onze gastheer. Hij is ziek zegt hij. Een gevaarlijke hobby in dit isolement. Wij halen gelaten de schouders op en nemen een bor rel. Na een stevige nasi-kerry gaan wij naar bed onder twee dekens. De hyena's dwalen om de Bunk op zoek naar werk (afval). Om 7 uur 's morgens begint de volgende dag, één uur Ethiopische tijd. Een ontbijt van pap, waarna zuur eigen gebakken brood met eieren en dan de hort op. Muilezels dienen als transport. De 100.000 acres is merendeels vlak land begroeid met gras. Het kleiner gedeelte heuvels met bos. Enkele heuvels zijn bewoond. Hier huizen Gala farmers in ronde hutten van 5 tot 6 m. diameter met gras omwanding en gras dak. Na uitvoerige gesprekken in de avond vertrekt de Concern-baas de volgende dag, geheel in zijn een tje terug naar Addis, na nog een goede raad. „Lach de moeilijkheden uit" zegt hij „dan krij gen ze je er niet onder. En vergeet niet „failure is sin Het zijn doorzetters deze pionier-Amerika- Nu staan wij geheel alleen en moeten ons eerst oriënteren. Waar is goed koffie land? Van waar krijgen wij onze arbeiders? Van een stadje van Ethiopische voortrekkers, zegt mij de Indian wa ker. Het stadje telt zo'n 5500 inwoners met op elke 50 man een bar. Het plaatsje is omringd door koffiebossen, koffie in bos geplant door mensen en door apen en vogels wier ingewanden de kof- fieschil verteren en de pitten de vrijheid geven. In de straten kamperen zwervers op zoek naar werk. Wij zijn nu ruim twee jaren verder. Twee maal 500.000 koffie zaailingen zijn geplant. Een kwekerij met 700.000 koffieplantjes voor de derde 500 acres. Een Indischman head mechanic en twee Ethiopische geëmployeerden zijn aange trokken. Twee Indische dames en een kind volg den haar mannen naar de rimboe. Zij hebben het niet makkelijk. Bedienden zelf opleiden, bijna alles zelf doen. Koken, groenten planten, bloemen kwe ken, enz. En vooral niet ziek worden, In de zes regenmaanden kunnen zij het land niet af anders dan per muilezel en die reis duurt drie dagen, dat is 24 uur in het zadel en twee nachten huizen in een kamponghutje. Vlees wordt verkregen door de jacht. Afleiding geeft de radio of meegaan met de man op jacht en visvangst. Een administrateurshuis is gebouwd en twee as sistenten woningen. De huizen staan in een nieuw centrum dicht bij een grote rivier waarbij straks de fabriek zal ko men. De vrouwen missen veel wat de steden haar bieden. Mooie winkelgalerijen, de dameskapper, kunst. In de zes droge maanden gaan zij drie maal naar Addis. Dat zijn de drie enige uitgangen in een jaar. De jaarlijkse veertien dagen vacantie worden niet genomen. Dat kan er bij de mannen niet af. Hulde aan onze vrouwen. Zij slaan zich schitte rend door de moeilijkheden in dit desolate oord. Onze vrouwen kunnen nog pionieren. De leeuwen brullen en slaan ons gade als wij ze ontmoeten. De hyena's janken, maar, ook de vo gels zingen en de bloemen bloeien. En onze vrou wen houden stug vol en steunen haar mannen. Hulde! Eacco Plantation, sept. '60 G. SOESMAN,

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 9