Harry Braun
10
MUSIC MAKES ME
DE ORGANIST VAN KOETARADJA
Over het treinkampement in Tjimahi is de avond
gevallen. In het donker zitten vijftienhonderd
krijgsgevangenen op en öm het voetbalveld geab
sorbeerd te luisteren; traag gloeit hier en daar een
sigarettenpeuk op. Bevrijd van het tropsteloze
kampleven nemen hun gedachten een verre vlucht,
zij beleven opnieuw de dagen van vroeger, zij zijn
weer thuis. Uit hun midden klinkt muziek; ritmisch,
melodieus, meeslepend. Boven alles uit maar
toch steeds een deel vormend van het geheel
rollen en buitelen de tonen van een klarinet, jube
lend, lokkend, dwingend; zij houden de toehoor
ders vast in hun ban, voeren hen onweerstaanbaar
terug naar gelukkiger dagen.
Dat was jazz van puur gehalte dat was swing
van de allerbeste soort: dynamisch, expressief,
sterk geëmotioneerd en pedis als tjabé rawit
het was muziek van onder uit het hart! In die stijl
kon maar één man spelen: Harry Braun.
Juist in gevangenschap, toen elk decorum ont
brak, beleefde hij de volledige vervulling van zijn
artistieke aard. Toen kon hij ongeremd datgene
wat hem beroerde en ongrijpbaar was voor de
Jap, overdragen op zijn lotgenoten. Muzikaal be
zien heeft hij in de kampen zijn mooiste tijd ge
had.
Harry is in Fort de Koek geboren. Zijn ouders
waren beiden muzikaal. Zijn vader was in zijn
jonge jaren lid van een Limburgs harmoniekorps
en zijn moeder speelde graag op een echte ouder
wetse harmonica Sumatraanse volksliedjes. Al
vroeg kreeg Harry een viool en een kleine piano,
waarmee hij enthousiast aan het pionieren sloeg.
In 1925 ging hij naar Bandoeng en bezocht daar de
Technische School. Spoedig kwam hij in aanra
king met musicerende jongelui als Jaap Doeve,
Wil Santvelt en Manoch. De laatste leidde een
bandje dat geregeld in het „Indisch Restaurant
speelde en het duurde niet lang of Harry kwam
als banjo-speler in het orkest. Toen op een dag
de saxofonist uitviel, leerde Braun in één dag tien
liedjes op de sax en bracht die 's avonds met
kapotte en gezwollen lippen, maar met veel élan
ten gehore. Van banjo-speler was hij plotsklaps
gemetamorfoseerd tot saxofonist! Later begon
hij klarinet te blazen en had ook dit instrument al
gauw onder de knie. Van Chris Monteiro leerde
hij bovendien piano spelen.
Toen hij na de T.S. een job kreeg verhuisde hij
naar Bogor; ook hier maakte hij direkt contact
met geestdriftige aanhangers van de lichte muze en
begon intensief en serieus te oefenen met zijn kor
nuiten. In die tijd had hij een paar gramofoon-
platen van Fred Sugar and his Sugar Babies. De
stijl waarin deze Amerikaanse band speelde was
geen jazz, maar het was frisse, aantrekkelijke amu
sementsmuziek waarin Braun wel wat zag. Vooral
ook omdat hij vond dat zulke muziek elk publiek,
hoe gemêleerd ook, moest aanspreken. Zijn be
sluit was genomen; hij formeerde zelf een band met
Gossie en Oetje Burer, Ernst van der Puil, Jacob
Sigarlaki, Broer van den Berg en Tjoh Tomasau.
En hij noemde het spiksplinternieuwe orkest
„BROWN'S SUGAR BABIES"! Zij speelden zich
intensief in in de stijl van Fred Sugar.
Het debuut kwam in 1928 op een ijsbal in de
Planten- en Dierentuin in Batavia. Tegenover hen
speelde een orkest van Russische beroepsmusici
Ini dia! HARRY BRAUN nog steeds in {uil swing,
bruisend van vitaliteit en inspiratie, tijdens een op
treden met Hollandse musici.
onder Guy. Het deed hun niets; na de eerste
plankenkoorts stalen „Brown's Sugar Babies" de
avond. Want je kunt je nu wel voornemen om al
leen maar dansmuziek te brengen; tegen één ding
kunnen ras-musuci niet op: hun swinggevoel! Dat
sleurt hen tegen wil en dank naar een speelwijze,
zo creatief, zo indringend en met zoveel zeggings
kracht dat je het beslist geen dansmuziek-sadja
meer kunt noemen. En Harry Braun zelf nam het
initiatief; hij gaf de impulsen, zijn improvisaties
werkten aanstekelijk, hij sleepte zijn band mee in
een vertolking van daverende swing. Opgezet als
amusementsorkest, ontstond op die avond In
die's swing-band bij uitnemendheid!
De engagementen bleven niet uit. In het zwembad
Tjikini vervingen zij het „Swimming Bath Orches
tra" als huisorkest. Zij traden op in het Hotel der
Nederlanden, in De Harmonie en in Concordia; zij
speelden voor consulaten en de Engelse cricketclub;
zij kwamen in de Jachtclub en op de Sinterklaas
feesten in Maison Versteegh. Ze hadden hun han
den vol aan tournees naar Bandoeng en naar alle
mogelijke ondernemingen zoals Goenoeng Haloeng
en waren op de racebals in Djokja en in het Uiver
Hotel in Semarang. Zij luisterden het zilveren jubi
leum op van de tinmaatschappij in Billiton en
oogst.cn luide bijval tijdens het 25-jarig bestaan
van de N.K.P.M. in Soenggei Gerong. Én tussen
Enorm populair en een waarborg
voor uitstekende swing-muziek:
..BROWN'S SUGAR BABIES
v.l.n.r. Gossie Burer. Van der
Puil, Sigarlaki. Tomasau. Oetje
Burer, Braun en Van den Berg.
Op het eind van de vorige eeuw, toen prac-
tisch het hele Europese leven in Atjeh militair le
ven was, maar nochtans langzamerhand een nor
male samenleving begon te groeien, werd er in
Koetaradja ook een kerkje gebouwd, waar aan
vankelijk alleen gepreekt, gebeden en gezongen
werd zonder orgel. Later werd het kerkje tot grote
vreugde van de gemeenschap een orgel rijk, maar
tot groot verdriet van dominee en kerkgangers was
er niemand die het orgel kon bespelen. Tot in de
verste garnizoenen en buitenposten in Atjeh ging
de oproep uit om een soldaat te vinden die ook
orgel kon spelen.
Dat was nog zo gek niet, want in die dagen kwa
men nog de vreemdste kwanten in het leger.
Maar uitgerekend een man die het orgel kon be
spelen, was er niet. De speurtocht werd ijverig
voortgezet op Java en eindelijk meldde zich een
„Jan" die in een vorig leven zoiets zeldzaams als
een orgel had gespeeld en wel naar Koetaradja
wou. Hij werd snelstens overgeplaatst, door de do
minee van boord gehaald en maar meteen naar het
kerkje gebracht. Met een ernstig gezicht bekeek
Jan het orgel, liep er driemaal omheen en riep
eindelijk verbaasd: „Ferrek! Waar is de swengel!
TEKA
de bedrijven door klonk hun muziek via NIROM
en BRV in alle binnengalerijen.
In 1933 organiseerde Karei van der Bijl, geassis
teerd door Fillippijnse musici in Batavia een
jazz-concours. Vier bekende bands streden in
Carlton" (later Yen Pin) om de eer. „Brown's
Sugar Babies" kwamen als overwinnaars tevoor
schijn! Bij al die gelegenheden bespeelde Harry
een oude klarinet, die zorgzaam met kawat bij el
kaar werd gehouden en die hij voor geen geld wil
de ruilen.
Onder de vitale, inspirerende leiding van Braun
genoten de „Sugar Babies" ruim tien jaar lang een
enorme populariteit. Vanzelfsprekend is de oor
spronkelijke samenstelling niet ongewijzigd geble
ven, anderen namen voor kortere of langere tijd
opengevallen plaatsen in, zoals de gebroeders Bruin
van Rozenburg, Vic Laurens, Idzardi, De Willi
gen en Flip Leidelmeijer. Maar steeds was hun
signature-tune waarborg voor uitstekende muziek.
Tenslotte bleef in 1939 nog maar een kleine kern
over die zich met overgebleven spelers van „Sil
ver Kings" en „Black and White" aaneensloot
onder de naam „Melodie Makers" om de nog
lopende engagementen af te werken.
Na de bevrijding vormde Braun in Palembang
voor de dienst Welfare de „Welfare Swingers". In
de RAPWI-club speelde hij voor KNIL-eenheden,
voor de Britse Navy en voor het Lincolnshire Regi
ment.
Van Nederlanders en Engelsen ontving hij schrif
telijke dankbetuigingen. In 1950 ging hij met een
half jaar verlof naar Holland. Hij maakte van de
gelegenheid gebruik en schafte zich een splinter
nieuwe klarinet en saxofoon aan. Toen hij in
Amsterdam weer aan boord stapte werd hij direkt
door oude bewonderaars ontdekt en het was weer
raak. De hele terugreis speelde hij met het scheeps-
orkest mee!
Harry repatrieerde in 1955, kreeg een job bij een
textielfirma in Haarlem en vestigde zich in Zand-
voort. In een moderne maisonnette met uitzicht op
de duinen hebben we gezellig ge-ngobrold. Er is
doodgewoon geen denken aan dat hij de muziek
eraan heeft gegeven. De weekenden meegerekend
speelt hij zeker nog vijf avonden van de week in
diverse combinaties en in alle mogelijke plaatsen
tot in Twenthe toe! Het is een heel aardige bij
verdienste en daar weet hij best weg mee voor zijn
gezin met vijf kinderen.. Maar het gaat in de
grond van de zaak om iets heel anders. Harry
Braun zonder saxofoon of klarinet of zelfs maar
een banjo, dat gaat eenvoudig niet; iedere vezel
in hem schreeuwt om muziek! En ook hier weer
is hij de stuwende kracht, zweept hij met zijn spel
zijn veel jongere collega's op, trekt hen op tot hun
beste muzikale prestaties.
Hij laat mij een recente bandopname horen; het is
een heel bekend nummer; na de intro schieten in
eens de tonen van zijn klarinet uit de speaker in
een wervelende solo. Twintig dertig jaren glij
den weg. De razendsnelle loopjes vloeien inéén met
de pittige klanken van een oude klarinet met ka-
wat. Dezelfde hartveroverende swing, dezelfde
Harry Braun!
MAUS
Si! SAS».* BASICS