Waarom makkelijk als het moeilijk kan
11
Wereldreizigers uit Bandoeng op Nassi-avond
'vele malen moest de oude Tempo Matador met de hulp van de bevolking en
trekossen naar de overkant worden getrokken
Will de Nijs
Schutzstraat 4
Hengelo (O) - Tel. 05400-7228
Het verhaal is dramatisch genoeg om tot scenario
te dienen voor een Hollywoodfilm en Marianka
is knap genoeg om er de hoofdrol in te spelen.
„Om te bewijzen, dat de indische nederlander in
niets hoeft onder te doen voor zijn europese broe
der, trokken mijn vrouw en ik 28.000 km over de
gruwelijke weg van Indonesië naar Nederland met
onze oude Tempo Matador bestelwagen, die reeds
150.000 km. in Indonesië had afgelegd. Noch de
schier onoverkomelijke moeilijkheden in de dichte
oerwouden, noch de verzengende hitte en verstik
kende zandstormen in de woestijnen, zelfs niet de
ijzige koude en verblindende sneeuwjachten van
het Turkse hooggebergte hebben ons tegen kunnen
houden. Verbeten hebben wij gevochten tegen de
omstandigheden en tegen ons zelf en wij zijn aan
gekomen," zo begon Will de Nijs zijn verhaal
voor een publiek, dat op deze avond in grote ge
tale was opgekomen. Marianka, rechterhand en
echtgenote van Will, moeder van vijf dochtertjes,
verzorgde met een gemak en efficiëntie het tech
nische gedeelte, alsof ze met pannen en potten
achter een fornuis in een keuken stond. Met een
projectieapparaat verhoogde ze de merkbare span
ning door de ene prachtige dia na de andere op
het doek te brengen en via de geluidsinstallatie pas
sende geluiden en muziek te reproduceren, die het
echtpaar op hun tocht met een taperecorder had
den vastgelegd. En zo ontrolde zich voor onze oren
en ogen een verhaal van twee eenvoudige mensen,
die het hebben aangedurfd dat te doen, waar geen
ander de moed voor zou hebben kunnen opbrengen.
„Wij hebben onderweg ons vertrouwen gesteld op
God en onze naasten en wij zijn nimmer daarin
teleurgesteld," zei Will.
In Singapore stonden we zonder een cent op zak.
Om verder te kunnen trekken was geld onmis
baar. Wat lag meer voor de hand dan lezingen te
houden en artikelen te schrijven over onze ervarin
gen in Indonesië. Zo vertelde ik ook naar waar
heid, dat onze oude wagen steeds op Shell benzine
had gereden en altijd had gedraaid op Shell olie.
Op een van die avonden was er ook iemand
van de Shell aanwezig in de zaal. De volgende
ochtend reeds hadden we van de Koninklijke Shell
een toezegging dat wij hoewel ze niet konden
geloven dat we ooit in Nederland zouden aanko
men voor zover we de tocht zouden kunnen uit
rijden, mochten rekenen op gratis benzine, olie en
service. Die belofte is prachtig gehouden en zelfs
meer dan dat. Kaarten, reisbeschrijvingen, raadge
vingen, aanmoedigingen als we eens het hoofd
lieten hangen, een hoogst nodig bad en wat niet al,
behoorden tot de verleende service."
Zo trokken ze over de goede wegen van Malak-
ka, waar grote bendes Chinese communisten ieder
een naar het leven stonden; vlak over de grens van
Malakka en Siam werden ze overvallen door een
roversbende, die niets van hun gading konden
vinden en de reizigers doorzonden met een zak
prachtige rijst, waarvan ze tot in Nederland heb
ben kunnen leven. Ze kropen voort door de dichte
oerwouden van Zuid-Siam, ze bouwden er hun
eigen bruggen, kapten hun eigen weg, moesten tot
veertig maal toe de motor en alle vitale onderde
len uit de auto slopen, die met een vlot de rivier
vol krokodillen overvaren en daarna moest de
auto zelf onder water door met touwen en kabels
met de hulp van de bevolking en olifanten en trek
ossen naar de overkant worden getrokken. Daar
moest alles weer gemonteerd worden voordat ze
verder konden gaan. Haast niet te geloven avontu
ren werden in Birma beleefd. Assam in India
werd bereikt over de door de jungle teruggewonnen
Stilwellroad. Ze reden door Afghanistan, het land
van woeste en trotse nomaden, door de verschrik
kelijke woestijnen van Perzië, over het besneeuw
de Turkse gebergte en langs de Ararat.
Een pontje bracht hen naar Instanbul op het Euro
pese vasteland, „de drempel van Nederland
zoals Will dat zei. En dan gaat het over Bulgarije,
Yugoslavië, Oostenrijk en Duitsland naar het eind
doel, Eindhoven in Nederland, waar de vijf doch
tertjes een groot jaar hebben moeten wachten op
de gelukkige aankomst van hun ouders.
Wonderlijke mensen zijn het
Toen we hen vroegen naar de achtergrond van hun
leven, brachten ze ons naar de tafel waarop ze een
kleine tentoonstelling van reissouveniers hadden
uitgestald. Ze wezen naar een grote stapel kran
ten in allerlei verschillende talen gedrukt. „Kijk
zelf maar," zei Will." Wij hebben veel publiciteit
gehad in ons leven. Misschien komt dat omdat we
altijd er op uit zijn de „Beaten track" te mijden
en iets anders te doen, dan men altijd heeft ge
daan. Ook hebben we altijd gestreden aan de
kant van de zwakke. Vooral dat laatste heeft ons
heel wat moeilijkheden in het leven bezorgd. Maar
kijk maar zelf of je er iets naar je gading kunt
vinden."
De eerste die we uit de stapel trekken is de ameri-
kaanse krant Rochester Times Union van 20 maart
1946. In een artikel onder de kop: „Forgotten
postcards lead tot friendship with Spy" lezen we:
„Toen de duitsers Nederland binnen vielen, voeg
de Marianka zich bij de ondergrondse weerstands-
groepen. Een tijd lang smokkelde ze neergeschoten
piloten uit bezet gebied naar het onbezette Frank
rijk. Later ging ze werken voor de geallieerde in
lichtingendienst. Een andere spion was Wil
helm de Nijs, student van de Rotterdamse Econo
mische Hogeschool, die eigenlijk in Batavia thuis
hoorde. Ze ontmoetten elkaar in 1943. Er ont
stond een romance en binnen zes weken trouwden
ze met elkaar."
Tien jaar later schrijft het Algemeen Indische
Dagblad „De Preangerbode" onder de kop:
„Wills Workshops, reparatieateliers voor jongens
zielen", over hoe Will en Marianka de Nijs zich
hebben ontfermd over straatslijpertjes en verwaar
loosde jeugd en de unieke wijze waarop ze hen een
ambacht leerden. Een ontroerend artikel is het en
het plaatst chaplain Will van de Trinity Baptist
Chapel weer in een heel ander licht.
Dan zien we nog talloze kranten met artikelen over
de beide wereldreizigers uit die delen van de we
reld waar door heen ze trokken. De aankomst in
Nederland wordt door de wereldpers op de front
pagina vermeld.
Nederland werd een teleurstelling.
„En toen?" vroegen we. „Hoe is het verder in Ne
derland gegaan?" Dan zijn ze plotseling zwijgzame
mensen geworden.
Na lang aarzelen zegt Will: „Kijk, als dat je ten
minste wat zegt. Een huis toegewezen ergens in het
Oosten van het land, terwijl ik eigenlijk in het
Westen had moeten zijn; 350 sollicitaties geschreven
en hopen geld verspeeld met reizen en het enige
werk wat men voor me kon vinden was dat van on
geschoolde arbeider in een textielfabriek. Het zal
allemaal wel aan mij liggen, maar afschuwelijk is
het.
De Tempofabriek in Hamburg en hun algemeen
vertegenwoordiger in Nederland hebben me ook
bitter teleurgesteld. Zonder dat ik er om had ge
vraagd beloofde de Duitse fabrieksvertegenwoor-
diger in Djakarta ons namens de fabriek, dat
als we de tocht met goed gevolg zouden hebben
volbracht iets wat naar zijn mening onmogelijk
was wij een nieuwe wagen zouden krijgen. De
zelfde belofte kregen we in Bangkok.
Toen we aankwamen vroeg de fabriek artikelen
en foto's via zijn vertegenwoordiger in Nederland.
Die hebben we dan ook naar Hamburg opgezon
den. Ondanks heel wat geschrijf heb ik tot nu toe
nog geen cent van ze gekregen. Een definitief ant
woord op mijn laatste brief is nooit gekomen. Toen
ik tenslotte per telefoon naar de redenen vroeg
kreeg ik van de General Manager van de fabriek
in Hamburg te horen, dat de fabriek mij het zelf
de bedrag zou betalen als dat ik zou krijgen van
hun vertegenwoordiger in Nederland. Een onsma
kelijke grap overigens, omdat deze laatste had ver
klaard er geen cent aan te zullen spenderen."
Toch een lichtpunt.
„Toch schijnt de zon achter de wolken," zegt Will
nu weer hoopvol. „Wij gaan emigreren naar Ame
rika. Wij hebben al een sponsor in Lynwood
Californië. Er is een belofte voor werk. Na drie
jaar zijn we dan misschien Amerikaanse staats
burgers en dan kunnen we naar Afghanistan waar
plenty werk voor me is. Ik heb een verzoek ont
vangen de Afghaanse regering te helpen bij een
project waarbij men de nomaden wil omscholen
tot boeren. Een pracht taak voor mij en mijn gezin.
Eind april volgend jaar hopen we Nederland te
kunnen verlaten.
Tot die datum echter moeten wij trachten met le
zingen ons hoofd boven water te houden. We heb
ben hoge onkosten te dekken. Ik kan nog heel
wat uitnodigingen gebruiken.'
En dus. Wie een spreker nodig heeft voor een
avond van zijn vereniging of club. Denk aan deze
twee mensen. We kunnen hen en hun causerie
warm aanbevelen. Ze zullen U niet teleurstellen, in
tegendeel.