IETS OVER DE „TAMBAKS" VAN OOST JAVA
SMAKEN VERSCHILLEN
Na overmaking, dus alleen bij
vooruitbetaling, van f 2.50 op giro
nummer 6685, ontvangt U het eerste
boek van on2e
TJITJAKREEKS
nl. „Piekerans van een Straatslijper"
(Deel I)
m .v.r-v
Het waren vooral de tambakeigenaren van Soe-
rabaia ten westen van de Kalimas, die zorgden, dat
jaarlijks tegen Tjap Go Meh, dus februari, deze
visvijvers konden worden geledigd; immers dan
was de „bandeng" op z'n lekkerst (Ongeveer 8
a 9 maanden).
Weinigen van ons zullen daar ooit verder over ge
piekerd hebben bij het eten van die vis, hetzij
gebakken, hetzij gerookt of gepèpèst behalve dan,
dat die vis wat lastige graatjes heeft.
Doordat ik gedurende een 15-tal jaren (1920
1935) een tabak-afpakschuur had in Soemenep,
kwam ik iedere maand op Madoera en doordat, ik
de taal machtig was, interesseerde ik me voor
veel, wat buiten mijn bedrijf lag.
Zo o.a. zag ik aan de zuidkust voorbij Sampang
in de oostmoeson (juli) bij vloed de bevolking,
vooral vrouwen, langs tali-doek touw met dwars-
houtjes (zoals vliegerstaarten) de zee inlopen. Zij
liepen met een aarden potje en een schelp in de
handen. Ijverig werden de tegen 't doek aan
zwemmende visjes met de schelp als netje, over
geheveld in de potjes.
De bandeng is een zoutwatervis en schiet kuit in
de Straat van Madoera en de visjes, nog zeer klein
en doorschijnend komen op de oostmoesonbries naar
de zuidkust van Madoera afdrijven. De naam van
die visjes is „nènèr". In juli ongeveer worden zij
verkocht aan de tambakhouders. De prijs was
meen ik 2,50 de honderd. De visjes worden ge
poot en goed bewaakt en worden daarna goed
verzorgd.
De tambaks gaven nog meer. De tien jaren die
ik in Soerabaia woonde kon men op pasar Pabean
in de benedenstad altijd die lekkere zoutwater
groente „aloer" krijgen, precies zoals in Zeeland
de schorren die lamsoren en zeekraal opbrachten
dezelfde smaak.
C. J. QU1ST
ABONNEMENTEN BUITENLAND
Per jaar
Australië
Per Luchtpost! f 40.Per Zeepost: f 12.-
Nw. Zeeland, Zd. Afrika, Brazilië:
Per Luchtpost! 30,Per Zeepost! 12,
Nw. Guinea, Canada, U.S.A.;
Per Luchtpost 24,Per Zeepost 12,
Suriname, Antillen:
Per Luchtpost 18,Per Zeepost! 12,
West-Europese Landen:
Per Luchtpost! 12,
Agent voor de Ver. Staten: Chris Deyker-
hoff, 210 Heckelstreet, Belleville, New Jer
sey, U.S.A.
Agente voor Canada. Mevr. E. Ie Sueur-
Zimmer, 1 Richview Side Road, Weston,
Ontario, Canada.
Wij vonden dit stukje dermate interessant en
aardig, dat wij menen goed te doen door dit artikel
nog aan te vullen met het ondcrvolgende.
De bandeng (Chanos chanos) is een kustvis, die
volwassen zelfs ianger dan een meter kan worden,
en die van zuidelijk Japan tot New South Wales en
van de Afrikaanse Oostkust en Madagascar tot de
Paumotoe-eilanden in de Pacific voorkomt, maar
niet aan de Amerikaanse kust.
Hij is bijzonder „euryhalien kan enerzijde vrij
wel zoet water, maar anderzijds ook een zoutgehalte
van 1\'2 verdragen. Daar het zoutgehalte in de
vijvers nogal aan wisseling onderhevig is, be
tekent dit een groot voordeel.
Met het tandeloze mondje knabbelt hij aan wieren
en aangroeisel op de modderbodem der vijvers en
leeft dus overwegend vegetarisch. Dit blijkt o.a. ook
uit het lange, veel gewonden darmkanaal, wel 9 x
zijn eigen lengte, iets dat bij vissen een hoge uitzon
dering is. De wiergroei, vooral blauwwieren, moet
in de vijvers dan ook bevorderd worden, anders
gedijt de vis niet. De vermenigvuldiging vindt uit
sluitend in de zee plaats. De kleine planktonische
eitjes (0 1.2 mm) worden op enige afstand van de
kust dicht onder de oppervlakte drijvend aangetrof
fen. De vruchtbaarheid van de bandeng is zeer
groot. Het aantal eitjes in de kuit van een 112 cm
lange bandeng laut bleek niet minder dan
5.700.000 te bedragen! Het kuitschieten gebeurt in
de na-avond en de eitjes ontwikkelen zich in ca.
24 uur tot een jong larfje, dat dan 5 mm lang is.
Al opgroeiend naderen de larfjes de kust. Deze bibit
bandeng ,,uget" (Batavia), „nener" (Madoera),
wordt op de hierboven omschreven wijze gevangen
(ze zijn dan ca. 13 mm lang). Aan de doektouwen,
die loodrecht op de kust staan, heeft men bossen
riet, alang-alang of pisangbladeren gehecht. Hier
tussen nestelen zich de larven en worden alzo ge
vangen en dan uitgepoot in de vijvers, waar zij blij
ven van 9 maanden tot 2 jaar. Dan worden zij ge
vangen voor de consumptie. Ook laat men ze wel
eens langer in die vijvers, maar tot voortplanting
komt het nimmer. Elk jaar moeten deze emjSangs
of tambaks dan ook van nieuwe bibit worden
voorzien.
Ook in de Philippijnen, Formosa en Hawaï (waar
men ze awa-awa noemt of wel milk-fish) wordt
de bandeng in zee-visvijvers gekweekt. De em-
pangs leveren echter gevaar op als broedplaatsen
van malaria-muskieten. Bij de bestrijding van deze
muskieten speelt het „tinkopje", de „kepala ti-
mah" (Panchax panchax) een belangrijke rol. Maar
dit visje, dat ongeveer 7 cm lang wordt, kan zijn
prooi, de muskietenlarven, alleen bereiken, als de
wiergroei niet te dicht is, terwijl de bandeng juist
die wiergroei nodig heeft. Men moet dus een even
wichtstoestand zien te bereiken waarbij de ban
deng goed gedijt èn de muskietenlarven bereikbaar
blijven voor de kepala timah. Men heeft dit be
reikt door nu en dan de waterstand omlaag te ha
len. Hele grote gebieden ten Noorden van Bata
via zijn op deze wijze door de Dienst van Volks
gezondheid gesaneerd geworden en muskietenvrij
gemaakt.
Overal vindt men in het struikgewas, waarmede
de dijkjes begroeid zijn, de nesten van de goudgele
wevervogel (Plocus hypoxanthus)Nu en dan staat
er een boom, waaruit de radja udang (Pelargapsis
capensis) wijsgerig langs zijn rode snavel kijkt.
Op de tambaks aan de Brantas-monding bij Soe
rabaia zijn zelfs hele broedkolonies van scholle
vaars, ibissen en zilverreigers, die door de eigenaars
der vijvers beschermd worden. Men ondersteld nl.
dat de uitwerpselen de algengroei bevordert, ter
wijl ook hun eieren zeer gewaardeerd worden! Hoe
wel de vogels zeer zeker hun tol heffen van de vis
sen, wordt dit op de koop toe genomen. De op
brengst der visvijvers was aanzienlijk, ca. 4 miljoen
kg. per jaar 1940)
In 1937 werd door hadji Moedjair nabij Blitar
in de monding van Kali Serang een aantal jonge
visjes aangetroffen, die hij in zijn vijver liet op
groeien tot een lengte van 14 tot 20 cm. Ze bleken
snel te groeien en zich ook voort te planten en
werden dan ook door de omwonende bevolking
gaarne en steeds meer gekweekt. Gemakshalve
werd ze „ikan Moedjair" genoemd. Toen in de Ja
panse bezettingstijd het niet mogelijk was aan
bandeng-broed te komen, werden ze ook in de
empangs op grote schaal uitgezet en bleken ook in
brakwater zich senang te voelen. Bij determinatie
bleek het visje de naam Tilapia mossambica te
dragen en te behoren tot de in Afrika en ook in de
aquarium-wereld wijd verbreide familie der „mond-
broeders", Cichlidae, te behoren. Hoe dit visje,
o.a. uit Egypte en het Tschad-meer, op Java is
gekomen zal wel altijd een raadsel blijven (als
aquariumvis? De mondbroeders danken hun
naam hieraan, dat de eieren in de mond genomen
en daar a.h.w. uitgebroed worden. Na het uitko
men vluchten de jongen nog in de beschermende
oudermond terug en brengen ook daar de nacht
door. Anders dan bij andere van dergelijke mond-
broeders neemt hier het wijfje de ouderzorg op
zich.
j.C.H.
Een gedwongen rust op de sofa, bezorgde mij een
kostelijk moment.
Mijn oog zwierf doelloos door de ruiten over straat,
over perkjes en bleef hangen bij twee gezellig pra
tende vrouwen. Net dat ik dacht, waarover zij het
toch wel zouden hebben, werd mijn reukorgaan de
bekende gerèh goreng lucht gewaar en werd ik
prompt hongerig; mijn blik bleef intussen die twee
figuren vasthouden en wat zag ik? Trillende neus
vleugels, haastig zoeken naar een zakdoek en bo
ze blikken naar de overzij.
Lucht van gekookte spruitjes is véél lekkerder!! Ik
had binnenpret en honger!
F. M.
Een leuk Sinterklaas-Cadeau:
Ook verkrijgbaar bij „TONG TONG"
Prins Mauritslaan 36 - Den Haag