Het Gymnasium Willem III
te Batavia
Whatever isis right
JOS VAN ARCKEN
door C. Vis-Janssen van Raay
wêm «ifMiini
(Overgenomen uit de Javabode)
7
Koning Willem III
Het was in het jaar 1850, dat voor de zooveelste
maal de Europeesche ouders in Indië klaagden, hier
de middelen ontbraken om hun zoons behoorlijk
op te leiden voor de toen in het vaderland bestaan
de Delftsche Academie niet alleen, maar ook voor
de marine- en militaire-academiën evenals voor de
Nederlandse universiteiten.
Zij waren, dientengevolge verplicht met aanzienlijke
kosten hun jongens op jeugdigen leeftijd en voor
een reeks van jaren, van zich te zenden en niet zel
den aan onbekenden toe te vertrouwen „waardoor
de kinderen van hen werden vervreemd en nimmer
dat gevoel van liefde en gehechtheid jegens hun
ouders konden koesteren, dat voor het ouderhart
een behoefte en voor de kinderen een plicht is".
Er was in vroeger jaren, na de herstelling van het
Nederlands gezag in de Indische gewesten, wel
eens getracht om geordend middelbaar onderwijs
tot stand te brengen, dat geëigend was om als
overgang tot hoger onderwijs in Holland te dienen.
Zoo werd in 1818 de Militaire School te Sema-
rang opgericht, doch in 1826 weder ingetrokken.
De school voor de Zeevaart in 1832 te Soerabaia
opgericht, had slechts een kortstondig bestaan, ook
tengevolge van de intrekking der koloniale marine;
het Instituut voor de Javaanse taal te Soerakarta
in 1832 opgericht, hield in 1843 op te1 bestaan.
Zoo sukkelde men voort en telkens weer stuitte
men op bezwaren waarvan de opheffing zo vurig
gewenst werd. Eindelijk vereenigden zich in boven
genoemd jaar 1850 enige vooruitstrevende mannen
tot het aanwenden van een poging om door eigen
middelen een gesticht voor opvoeding en mid
delbaar onderwijs in het leven te roepen en deze
poging vond weerklank bij belangstellenden en
ouders.
Het Instituut Herwijnen had aan de vereeniging
zijn ontstaan te danken.
Deze inrichting, gevestigd op een stuk gronds op
het land Pondok Gedeh in de Assistent-Residentie
Buitenzorg, dankte haar naam aan de nagedachte
nis van den vader der eigenaren die het terrein
afstonden voor het goede doel, wijlen de Commis
saris-Generaal van Nederlands Indië Graaf van den
Bosch, naar de plaats zijner geboorte Herwijnen.
Zoowel de Gouverneur-Generaal Rochussen als zijn
opvolger mr Duymaer van Twist gaven blijken van
hunne belangstelling en medewerking en ook de
Regering verleende een zeer beduidende geldelijke
onderstand.
De zaak begon in 1851 dus onder gunstige voor
teekenen en de ouders juichten, dat zij niet langer
op een smartelijke wijze zouden herinnerd wor
den aan het gemis van de geboortegrond en deze
anders zo gezegende oorden weldra niet meer zou
den beschouwen als een ballingoord waar zij thans
hun kinderen bij zich konden houden en hetzelfde
genoegen zouden kunnen smaken als de ouders in
het vaderland, die het voorrecht hadden hun tel
gen physiek en moreel te zien ontwikkelen
Edoch, ook het bestaan van het Instituut Herwij
nen duurde niet lang. De ligging in een gezonde
bergstreek bood wel is waar vele voordelen, doch
ook heel veel nadelen deden zich voor. Hiertoe
behoorden voornamelijk de grote kosten verbon
den aan het transport van alle behoeften en in
de grote afzondering, waardoor de docenten van
het gezellig maatschappelijk verkeer bijna geheel
waren buitengesloten.
En de scholieren? Ja, die konden de trotse berg-
natuur dagelijks aanschouwen, doch zij konden te
Herwijnen niet ontvangen de indrukken, door de
aanschouwing ener beschaafde maatschappij, op
het jeugdig gemoed teweeg gebracht.
Er bleken op den duur nog tal van bezwaren te
bestaan en ook bleek, dat de geldmiddelen onvol
doende waren om de inrichting staande te houden
en te doen floreren. Zij was weldra niet meer te
redden, ondanks de laatste poging van Gouverne-
ments-wege die in 1854 het Lid van de Raad van
Nederlands-Indië P. J. B. de Perez aan wie toe
gevoegd was de Secretaris der Hoofdcommissie
van Onderwijs J. A. Patijn, in commissie stelde
om met de Commissie van het Instituut in overleg
te treden omtrent eventueele ondersteuning en
hulp van het Gouvernement. De school was ten
doode gedoemd.
Intussen was toch iets verkregen en bleek de mo
gelijkheid in Nederlands-Indië van deugdelijk mid
delbaar onderwijs, in de ruimste zin.
Vandaar ook, dat enige jaren later (1857) door
een particuliere vereeniging te Batavia, onder de
zinspreuk: „Perseverans lide Deo" het plan werd
gevormd tot het oprichten van een of meer inrich
tingen van gymnasiaal onderwijs in Nederlandsch
Indië.
Zoo ontstond in 1860 te Batavia het Gymnasium
Willem III, bestemd tot vorming van hooger on
derwijs en tevens tot opleiding voor maatschappe
lijke betrekkingen, waartoe door de Regering het
initiatief was genomen.
Haar verdere en voornaamste zorg was geweest
het kiezen van een geschikt en gezond geleegen
pand en dit met gunstig gevolg. Zij besloot nl. tot
de aankoop van het huis en erf behorende tot de
boedel van de inmiddels overleden heer P. J. B.
de Perez.
De woning lag op Salemba, aan de grote weg van
Batavia naar Buitenzorg, niet ver van Meester
Cornelis. Bijna iedereen die in die tijd te Batavia
woonde, kende dat huis, want gedurende lange ja
ren oefenden de eigenaren en niet het minst de
laatste bezitter hier Indische gastvrijheid uit op
grote schaal.
Weinig dacht de edelaardige staatsman die enkele
jaren te voren, daartoe speciaal aangezocht door
de Opperlandvoogd aangezocht, in deze zelfde
woning de in Indië bestaande behoefte aan een in
richting voor middelbaar onderwijs, nauwgezet in
overweging nam en er zijn voorstellen ontwierp,
welke tot de stichting van het Gymnasium in zo
ruime mate zou bijdragen, dat op dezelfde plek,
binnen een kort tijdsbestek de school zou verrijzen,
welke door hem aan Indië zo vurig werd toege
wenst. De naam van De Perez zou ook in dit op
zicht in dankbaar aandenken blijven!
Op den morgen van de 27sten november 1860 had
de plechtigheid plaats van de eerste steenlegging
van het gebouw hetwelk aan het hoofdgebouw zou
verbonden worden en de slaapzalen der internes
alsmede de benoodigde schoollokalen zou bevat
ten en het anders zo rustige Salemba was door de
talrijke opkomst der genodigden en de toevloed
van vele belangstellenden, het toneel ener aan
gename bedrijvigheid.
Het tot tijdelijk Gymnasium ingericht woonhuis
was op eenvoudige doch passende wijze versierd.
Neerlands driekleur en de Oranjevaan boven de
met loof omslingerde kolommen uitstekende, wap
perden de bezoekers tegemoet. De achtergalerij
was tot de ontvangst van de Gouverneur Gene
raal Chr. F. Pahud en van de genodigden fees
telijk ingericht en plechtig was de begroeting van
de gasten door de docenten en leerlingen, de laat-
sten 70 in getal, ieder met een oranjestrik op
de borst.
Een uitgelezen vrouwenschaar „steeds bij alle plech
tigheden in zoo grote getale welkom", woonde de
ceremonie bij.
De stafmuziek luiterde de grote feestelijkheid op.
De Landvoogd, met het schootsvel voor en de trof
fel in de hand, gevolgd door twee ingenieurs die de
kalkbak, de hamer, het schietlood en het waterpas
droegen, begaf zich naar de voor de uit wit marmer
gehouwen en met opschrift versierde steen be
stemde plaats.
Tegenover de gedenksteen prijkt het borstbeeld van
Z.M. de Koning, die dit Gymnasium in leven riep
en wilde, dat het Zijne doorluchtige naam zou dra
gen. Het beeld was een geschenk van de heer
G. Kolff, ten blijke zijner belangstelling en waar
dering.
Zoo werd de eerste steen gelegd die bestemd was
om het nageslacht te herinneren aan de plechtig
heid van deze dag en aan een stichting die ieder
rechtgeaard ingezetene van Nederlands-Indië met
vreugde en dankbaarheid vervulde.
De predikant J. J. Schreuder smeekte de Goddelijke
zegen af over deze nieuwe inrichting.
Tenslotte werd eenen op perkament geschreven
oirkonde, nadat de inhoud daarvan voorgelezen
was, in een looden doos gelegd, waarin eveneens
een exemplaar van alle in Nederlands-Indië wet
tige koers hebbende muntspeciën geborgen waren
en de doos door zorg van een der ingenieurs
dicht gesoldeerd en in een opening achter de
steen vastgemetseld.
Het Wilhelmus van Nassouwen deed zijn juichto
nen horen en na een toespraak van de rector-direc
teur dr. S. A. Naber was de plechtigheid afgelo
pen.
In de vergadering van 12 December 1860 heeft het
College van Curatoren besloten, dat als blijvende
feestdag en jaarlijks door de in het Gymnasium
aanwezige jongelieden te worden gevierd, aange
merkt zal worden: De geboortedag van Koning
Willem III op den 19en Februari.
Dit bleef zoo gedurende den geheelen verderen le
venstijd van den vorstelijken naamgever.
Dan vereenigden zich op dien dag in het Gym
nasium jong en oud, hoog en laag, wit en ge
kleurd want de uitnoodigingen waren als 't ware,
bij geheele legerkorpsen gedaan en de invitatie
kaarten waren een ieder welkom. Op het voor
plein en langs den Salembaweg, tal van voertuigen,
gala-rijtuigen en meer eenvoudige vehikels en de
koets van den Landvoogd was ook immer daar
om, zijne hooge bezitters op het feest te brengen.
De directeur en zijne gade ontvingen de gasten in
het hoofdgebouw en de leerlingen in hun keurige
pakjes met glimmende knopen, een uniform als die
der Fransche Collégiens, bewezen ontelbare dien
sten, als ceremoniemeestr, commissarissen van
orde enz. enz.
Jaren lang was het Gymnasiumfeest een luisterrijke
gebeurtenis en de jeugdige uniformdragers schit
terden in de balzaal naast de hooge militaire en
burger-ambtenaren in hun staatsiekledij.
Het afleggen en opbergen van de Gymnasium
uniform geschiedde door de „internes" op voor
geschreven wijze.
Er waren aparte knoppen voor aangebracht in de
slaapzaal, tevens kleedzaal, te weten:
le knop voor: Jas met handschoenen:
2e knop voor: Broek met vest;
3e knop voor: Overhemd, zijden das en pet.
De Bataviasche schoonen dweepten met hare keu
rig gekleede danseurs; de ouders waren trotsch op
hun zonen die nu volkomener en uitgebreider on
derwijs ontvingen op de in geheel Indië bekende en
geroemde inrichting.
En de leeraren verwachtten van hunne leerlingen,
dat zij zouden worden: „beschaafder, geleerder,
meer wetenschappelijk, ontwikkelde, nuttiger, bruik
baarder, braver, vromer, christelijker in één
woord, betere burgers dan hun voorgeslacht"!
(Woorden van den Rector-Directeur tot de scho
lieren gesproken bij den eersten steenlegging).
Advertentie
Voor de aanstaande feestdagen is het meest
welkome geschenk voor AL Uw vrienden en
familie NATUURLIJK een horloge van betere
kwaliteit van
Laan van Meerdervoort 520
Bij Uw juwelier sinds 1841
Den Haag - Telefoon 33 64 41