REISBUREAU BUHOMA
Vervolg van pag. 12
DE KERSTTIJGER
Speciale Rivièra Paasreis f 180.'
26
voor mijn jaren. Een sportieve jacht werd aange
moedigd, maar een onweidelijke daad gestraft.
Wij trokken veel met elkaar op. Samen gingen we
te paard de tuinen in en 's middags gingen we met
het geweer er op uit, bestudeerden sporen en ge
noten intens van de wildernis en van eikaars sa
menzijn. Zo verliep mijn jeugd, in de wetenschap,
dat ik een unieke vader had met een warmklop-
pend hart.
Hij stierf helaas vrij jong en geen twee jaar na
zijn dood was er niets meer wat mij aan Java bond.
Door de voortschrijdende ontwikkeling van het
eiland was de wildstand inmiddels zeer gedeci
meerd en tijgers waren tot een klein aantal terug
gedrongen tot in hoofdzaak de reservaten in de
Zuid-West- en Zuid-Oosthoek van Java.
Als een schone sirene had het maagdelijke Suma
tra altijd al gelonkt, waar het wild en ook de
gestreepte koning nog volop te vinden waren en op
een dag toog ik op weg om wederom de draad
van het waarachtige geluk op te vatten.
Op een dag arriveerde ik met Kaniel op een „oem-
boelan" (een stuk opengekapt bos waar voedsel
gewassen verbouwd worden), in het Kotaboemi-
sche (in de Lampong, Zuid-Sumatra)waar men
grote overlast had van een tijger. Alle honden wa
ren reeds weggeslagen en de bewoners leefden in
voortdurende angst voor de gestreepte rover. Het
is mij altijd weer opgevallen hoe mensen die in de
wildernis zijn geboren en opgegroeid en voor wie
de wilde dieren net zo'n natuurlijke zaak zouden
moeten zijn als trams en auto's voor de grotestads
bewoners, een diepgewortelde angst bezitten voor
de tijger.
Is het door het ontbreken van vuurwapens is
het door de overlevering van verschrikkelijke ver
halen die generatie op generatie overgaan -of
is het door het magische waas dat de tijger nu
eenmaal omhult? Iedere dag merk je zijn aanwe
zigheid, zijn verse prenten, zijn uitwerpselen, zijn
krabsporen en de scherpe lucht van zijn visitekaar
tje dat hij tegen een boom heeft gedeponeerd bij
wijze van huwelijksadvertentie. Dan is het het ver
lies van een geit, een hond, soms van een fami
lielid. Maar je ziet hem nooit, of misschien dan pas
in die luttele seconden waarin de toeschouwer als
slachtoffer zelf het zoete leven voelt wegvloeien
uit de gapende wonden, veroorzaakt door de mes
scherpe nagels en de vreselijke slagtanden.
Juist dat ongeziene van de altijd verborgen, ge
ruisloze sluiper, maar voor de angstige altijd aan
wezige, hebben deze killer" met zijn stereotype
gewoonte om zich vanuit de dekking en van ach
teren op het slachtoffer te werpen tot de meest
angstwekkende figuur van de oetan gemaakt.
Dat is de reden waarom men hem zo vreest en niet
de beer en niet de krokodil, die toch beslist meer
slachtoffers maken dan de tijger, want het zijn
slechts de betrekkelijk weinig voorkomende man-
eaters onder de tijgers die zich daadwerkelijk aan
mensen vergrijpen.
Al spoedig had ik een tweetal wilde varkens ge
schoten die als aas werden uitgezet. Op de derde
dag was één der varkens aangesproken. Een aanzit
werd gebouwd en 's middags om half drie be
trokken Kaniel en ik de wacht, nadat het tweede
aas hoog in een boom werd opgehangen om te
voorkomen dat de tijger daarop zou stoten.
De wacht op een tijger is altijd een afmattende aan
gelegenheid. Men moet doodstil zitten en ieder ge
rucht vermijden want de tijger heeft een bijzonder
goed gehoor. Dit wachten kan dikwijls uren duren
en het kan ook zijn dat men voor niets wacht. Dan
heeft de jager ergens een fout gemaakt of de tij
ger heeft elders zijn slag geslagen. Ook kan het
zijn dat hij in de bronsttijd is weggeroepen door
een maat.
Toch is dit wachten niet onplezierig en zeker niet
zolang het nog daglicht is. Het Sumatraanse bos
is rijk aan wild en vanuit een goedgecamoufleerde
aanzit in een boom ziet men heel wat interessante
dieren. Dan zijn het apen of eekhoorns voor wie je
je verborgen moet houden, want zodra die je in
de gaten krijgen krijten ze de heleboel bij elkaar en
waarschuwen de tijger dat het bij het aas niet
pluis is.
Er wordt altijd beweerd dat een tijger zo.
vraatzuchtig is en bergen vlees kan verorberen.
Dat is pertinent onjuist. De meeste „azen", zoals
varkens van 80 a 90 kilogram, zijn in de Lam-
pongs meestal na vijf dagen schoon op. Zodra het
aas goed gaat ruiken en een tijger er bv. de derde
dag na het uitzetten op stoot, dan zal hij er in drie
dagen tijds hoogstens de helft van hebben opgege
ten, terwijl de rest door varanen wordt buitge
maakt. Voor de jager zijn zij op de aanzit bij dag
('s nachts treft men ze nooit aan) slechts voor
één ding tot nut zodra hij er als de gesmeerde
duivel vandoor gaat, dan kan dat slechts één
ding betekenen: de tijger is in de buurt.
Ergens dichtbij klinkt gerucht één of ander
dier nadert en verraadt zijn aanwezigheid door het
voortdurend geritsel der gevallen bladeren, takjes
knappen af en toe een zwaar dier het hart
bonkt in de keel de tijger?
Maar neen, dat kan niet de varaan op het aas
blijft doorgaan met schrokken. Dan houdt het ge
ritsel op, een gegrom en dan wiep! het ho
ge schrikgeluid van een wild varken. Hij heeft ver
waaiing gekregen van het aas en is overhaast ver
trokken in de wetenschap dat kadavers en tijgers
synoniem zijn.
We zitten al enige uren: de rug doet pijn en de
benen slapen voor de zoveelste keer voorzichtig,
heel voorzichtig ga ik verzitten. Kaniel zit er nog
even roerloos als in het begin. Verbazingwekkend
zoals die kerels dat kunnen. Ik ben al zeker drie
keer gaan verzitten en ik vind mezelf in vergelij
king met anderen al zo'n stoere vent. Maar in ver
gelijking met de inheemsen ben ik feitelijk maar
een povere figuur, zij kunnen beter klimmen,
beter stilzitten, geruislozer lopen op hun blote
voeten en zij weten altijd waar het Oosten te vinden
is, ook bij nacht in het bos en ook als de zon lood
recht boven je staat.
Het wordt hoe langer hoe stiller. Ook de zachte
bries is geheel gaan liggen. Ergens ritselt een blad
naar beneden en komt in de stilte met een on
hebbelijke klap op de dorre bladerrommel terecht.
Steeds meer verdwijnt het daglicht. Even aandach
tig luisteren! Neen, er is niets te horen. Nu
spoedig de „belor" (de petroleumlamp) met reflec
tor aansteken. Als het straks donker is geworden
is het gezwaai van de lichtbundel duidelijk te zien.
De lamp moet dus nog bij schemer worden aan
gestoken. Haastig wordt de schietopening groter ge
maakt, ook de camouflage vooraan de reflector
wordt weggehaald. Dan wordt het lampeglas op
getild en de kous aangestoken. Het glas wordt weer
op zijn plaats geschoven de lamp brandt. Even
kijken of het schijnsel al krachtig genoeg is om de
bundel op het kadaver te richten. Neen, nog tien
minuten, dan is het voldoende donker in de
tropen valt de duisternis heel snel in. Nu is er nog
net even voldoende bukslicht. Een eenzame mus
kiet zoemt in de nabijheid en pleegt zelfmoord
tegen het gloeiende lampeglas, de sukkel. Weer
luisteren nog niets bijzonders hij is laat deze
keer de meeste komen vóór het donker is
geworden.
Na enige ogenblikken is ook de schemering voor
bij en is het goed donker onder het geboomte.
Alleen de hemel boven ons is nog verlicht door de
stralen die van achter de aarde schijnen te komen.
Bleek en flauw zijn door de boomtoppen de ster
ren te zien en hun geflonker neemt met de minuut
in helderheid toe. Dan wordt de belor opge
draaid en gericht de geweerpal is al om, daar
kan men niet mee wachten tot het laatste ogen
blik: in de doodse stilte maakt zelfs dat teveel
lawaai. De korrel wordt gekeurd ja, die is dank
zij de bewerking met een benzinevlammetje dof
genoeg. Waar blijft die tijger toch? Hoe groot zou
hij zijn? De prent was aantrekkelijk genoeg. Tussen
de 130 of 150 kilogram. Zou hij komen?...
Het is nu doodstil geworden en ik laat mijn gedach
ten de vrije loop. Ik denk terug aan mijn gelukkige
jeugd en aan mijn vader. Ik laat onze jachttochten
de revue passeren en ik denk aan zijn lessen in
weidelijk jagen. Ik denk ook aan de gezellige fees
ten die we thuis vierden aan pasen als ik op mijn
vaders knie gezeten gefascineerd zat te kijken naar
de mooie jockey's en de portretten van paarden
die hij met kleurpotlood tekende op de paaseieren.
En aan oud en nieuw, met de kruidenwijn en
het geschiet om twaalf uur door hem en de em
ployés. En aan Kerstmis met de fraaie geschen
ken onder de kerstboom. Kerstmis. Met een
schok kwam ik weer op de „pranggong" terug
Kerstmis daar moesten we zo langzamerhand
nu ook aan toe zijn. Hoe is het mogelijk? In de
oetan let je niet op data, maar Kerstmis, dat
Vraag reeds nu onze fraai geïllustreerde Jubileumgids, met reizen naar Athene, Rome, Capri, Franse en Italiaanse Rivièra en
tientallen andere ideale vakantie-oorden.
13 daagse geheel verzorgde vliegreis Madrid f 455.00
24 daagse geheel verzorgde vliegreis Madrid f 642.50
13 daagse geheel verzorgde vliegreis Malaga f 455.00
24 daagse geheel verzorgde vliegreis Malaga f 642.50
Reisbureau Buhomar eigen touringcar-, trein- en vliegdiensten, Den Haag: Laan van Meerdervoort 3. telef. 070-635769,
Amsterdam: Reguliersgracht 142, telef. 020-62381: Rotterdam: Westblaak 1. telef. 010-125903
Groepsreizen met privé-service. Alle reizen gaan altijd door. Wie vóór 15 februari boekt, geniet f 5.— korting.