De Miljoenen uit Malakka
1 1
Als 6e vraag in onze desbetreffende rubriek na
men wij de tekst op van een in het Vaderland
(naar ons later bleek op 12-3-1957) onder No.
21648 verschenen annonce, waarin onder het hoofd
Erfgenamen, afstammeling der families von Ran-
zow, Meyer, Swaab, Niessen, van Zuylen, Paulus
en Bond, allerdringendst werd verzocht contact op
te nemen met de steller der annonce, in verband
met de a.s. uitroeping der soevereiniteit van Ma
lakka.
Veel sukses schijnt de oproep niet gehad te heb
ben, en op onze vraag kwamen ook geen antwoor
den binnen, die ons veel wijzer maakten over de
zaak, waar het eigenlijk om ging, tot wij het ge
luk hadden in contact te komen met een oud O.I.
Hoofdambtenaar, jurist, die zich speciaal op in
ternationaal terrein bewogen had, en die geparen
teerd zijnde aan de familie von Ranzow, niet alleen
op de bedoelde annonce, gereageerd had, maar
ook bereid bleek, Navorser de hele zaak, met de
stukken in de hand uit de doeken te doen.
Bedoelde heer (wij zullen hem verder maar Mr. X.
noemen, had op de bewuste annonce geschreven, en
kreeg daarop een zeer uitvoerig schrijven, in feite
een soort circulaire, van Mevrouw A. J. H. Bou-
dier, geb. E. C. gravin von Ranzow, te Semarang.
Als dochter en nicht van notarissen, kon deze da
me de mérites van een dergelijke zaak, redelijk
beoordelen, en deze luidde als volgt. In de twintiger
jaren der vorige eeuw overleed in Malakka een
zekere Adriaan Koek, die vier dochters naliet,
mitsgaders diverse landen, die hem door de Raad
van Justitie tijdens het Nederl. Bewind waren toe
bedeeld, bij beschikking van 2-6-1788, te weten:
Klewang, Battang Tiegah, Tandjong Kling en Tand
jong Bruas, waarbij op 16-2-1804 nog kwam het
land Soongybarco.
Volgens het Oud-Vaderlands recht, genoot hij daar
van 10% (de tienden) der opbrengst. Uit zijn hu
welijk met Maria Dionicia Dieterich, waren 4 doch
ters gesproten, te weten:
A. Wilhelmina, geb. Malakka 1798, overleden te
Batavia 16-12-1852, en te Malakka op 29-5-1822
gehuwd met Lodewijk Carel (ook genoemd Carel
Lodewijk) des H.R. Rijksgraaf von Ranzow, geb.
Manaar op Ceylon 13-12-1787 overleden te Batavia
2-1-1865, Inspecteur der tinmijnen op Banka, later
Resident van Riouw, zoon van Rijksgraaf Daniel
Ditloff, laatst Lid van de Raad van Justitie te
Soerabaja en diens 2e vrouw Johanna Elisabeth
Cramer.
B. Johanna, in 1828 weduwe van Eduard van An
gelbeek.
C. Maria Catharina, weduwe van James Carnegy
en ten slotte
D. Jacobina Elisabeth, echtgenote van Peter Jo
hannes de Wit, welke laatste tevens optrad als exe
cuteur-testamentair der nalatenschap van zijn
schoonvader.
Op 17-8-1795 had de Gouverneur en Directeur van
Malakka Abraham Couperus, dit gebied aan de
Engelsen overgegeven die het tot 1818 beheerden.
Bij het vredestractaat van 1815 werd het aan
Nederland teruggeven, doch eerst op 21-9-1818
trad de schoonzoon van Couperus, Jan Samuel
Timmerman Thyssen als gouverneur op. Een nade
re verdeling en ruil van Nederlands bezit volgde
in 1824 bij het Londens tractaat, tengevolge waar
van Malakka in 1825 definitief in Engelse handen
overging.
Vermoedelijk vonden de erfgenamen van Adriaan
Koek het beter Malakka te verlaten, en gedachtig
aan onze wijze Oud-Hollandse spreuk: „Ver van je
land, dicht bij je schade", droegen zij hun rechten
over aan het Government of the Straits settlements.
Zodoende werd er tussen hen en The Governor in
Council of Prince of Wales Island Singapore and
Malacca, optredende ten behoeve der „Honor
able East India Company" op 14-3-1828 te Ma
lacca een overeenkomst gesloten, waarbij de erven
Koek hunne rechten afstonden, voor zo lang als
the settlements of Malacca onder de Britse vlag
zouden blijven, tegen een jaarlijkse betaling van
2.000 Sicca rupees.
Deze bijzondere bepaling werd blijkbaar wenselijk
geacht, na de diverse veranderingen, die Malakka
in de afgelopen decennia had ondergaan. Zij
werd nog geaccentueerd door onderstaande alinea,
waarop de claim vun mevr. Boudier c.s. gegrond is.
„And whereas in case the Settlements and Terri
tories of Malacca should be herafter transferred
to any other Power, Government do bind them
selves previously to retransfer to the present Hol
ders of their Heirs, all Deeds, privileges, rights,
benefits and emoluments and will put them in
possession of all right and advantages deriveable
therefrom".
Met andere woorden, indien vroeg of laat het
Engelse gezag verdween, en in handen kwam van
een andere macht, kwamen de rechten en eigen
dommen weer terug aan de erfgenamen Koek.
Dit nu gebeurde -zo redeneerden de stellers der
bewuste annonce in 1957, toen de Britse kolonies
Malakka, Penang en een 9-tal andere, onder Brit
se protectie staande sultanaten, tezamen sedert
1948 vormend de z.g. Maleise Federatie, tot een
onafhankelijke Staat (Statenbond) zij het ook bin
nen het Britse Gemenebest, werden uitgeroepen.
Maar dat wil nog lang niet zeggen, dat een
dergelijke eis door het Gouvernement van Malak
ka (of van de Maleise Federatie) zonder meer zou
worden geaccepteerd en gerealiseerd.
O.i. zijn nog andere staatsrechtelijke opvattingen
mogelijk, die de nieuwe Staat aantrekkelijker as
pecten bieden, waarbij zeer zeker ook voor ogen
gehouden dient te worden, dat de zwakste partij,
d.w.z. hij, die de goederen niet in bezit heeft, en zich
alleen op een beweerd „recht" kan beroepen, zeer
ongunstig staat tegenover een machtige tegenpartij
als het betrokken Gouvernement.
Mw. Boudier zag dit ook zeer wel in, en haar plan
om de zaak aan te pakken was niet van realiteits
zin ontbloot.
In de eerste plaats wilde zij iemand naar Ma
lakka sturen om in het Landoffice of Staatsarchief
de nodige fotocopieen te laten lichten. Voorts
door een beëdigd landmeter de gronden op kaart,
laten brengen, en de waarde te doen bepalen.
Haar oom, wijlen graaf Oscar Wilhelm von Ran
zow oud Hoofdambtenaar P.T.T. te Semarang, had
reeds jaren lang alle z.i. vereiste papieren verza
meld. Een groot deel hiervan ging echter in de
Bersiaptijd verloren, doch haar zuster Mevr. H. A.
Cheriex, geb. Mélanie S. J. gravin von Ranzow had
een en ander doen copieren, en deze stukken bevon
den zich in 1957 in het bezit van Mevr. Boudier.
Voor wat nog ontbrak wilde zij zelf naar Singapore
gaan, waarvoor ongeveer 2.000énodig zou zijn.
De erfgenamen van het echtpaar Lodewijk Carel
von Ranzow/Wilhelmina Koek, vielen in 4 staken
uiteen, voor haar staak was zij bereid 500,te
betalen, voor de tak van Christoffel von Ranzow,
had zij reeds toezegging voor eenzelfde bedrag, haar
doel met de annonce nu, was van de 2 andere
staken ook elk 500,te krijgen.
Leverde deze reis voldoende resultaat, om met de
zaak te beginnen dan had zij een familielid Julius
van Waardenburg, eigenaar ener grote drukkerij
te Bandoeng bereid gevonden, het proces te finan
cieren, tegen J4 van de opbrengst.
Die proceskosten waren niet gering, alleen voor de
landmeter had men 50.000 rupiah uitgetrokken,
voorts honorarium voor 5 advocaten waaronder
een specialist voor internationaal recht uit Austra
lië. Het plan zat dus niet onaardig in elkaar,
maar toch kleefden er nog grote bezwaren aan.
De oproep door Mw. Boudier gedaan, beoogde
slechts de erfgenamen von Ranzow/Koek te ver
zamelen, en deze konden hoogstens J4 der erfenis
claimen, nl. staak A, terwijl staak B: van Angelbeek
waarvan zeer zeker ook nog afstammelingen in
leven zijn (er zijn o.a. nog Eduard's van A. deel
genoten geweest in de verdeling der Tjampealanden)
dus ook verzameld dienden te worden. Men kan
namelijk een bezit niet verdelen, vóór men alle
rechthebbenden kent. Van de nakomelingen Car
negy en de Wit, is niets bekend. Zijn die ook naar
Indië teruggegaan? Dit na te gaan, is in de huidige
omstandigheden praktisch onmogelijk.
Er is echter nog een tweede mogelijkheid. Tot he
den weet men niet, of dat overeengekomen jaar
geld ooit is uitbetaald, en aan wie?
Wanneer men nu stelt, dat de fam. v. R. recht had
op J4 van de 2.000 rupees, dan vormt dat over
135 jaar, zonder rente, toch altijd nog een aardig
bedrag, en dat is eventueel wél te claimen, maar
stel dat dit niet is uitbetaald, is het nieuwe
Gouvernement van Malakka dan aansprakelijk
voor de niet nakoming der verplichtingen door zijn
vroegere heersers? Juridisch ook al weer een hele
kluif. Ten slotte dient men nog na te gaan, welke
claimanten uit wettig huwelijk gesproten zijn, dan
wel al of niet erkend.
Zo had b.v. de stamvader Lodewijk Carel vóór
zijn huwelijk 2 zoons ingeschreven als Zowran, uit
Vrouwe Poengoet, en 2 dochters uit de Chin,
vrouw Lim Aka Nio. Deze stammen dus niet uit
Wilhelmina Koek en vallen dus buiten de claim.
Maar nu doet zich het merkwaardige geval voor,
dat één dezer beide zoons, nl. Carel Lodewijk Zo
wran, huwt met Christina Anna Geertruida van
Angelbeek, waardoor zijn nakomelingen, zoals bijv.
Mevrouw Elisabeth C. A. G. von Ranzow, eerst
gehuwd met M. N. Niessen, later met Willem
Beerhorst, toch via staak B. deelgerechtigd zijn.
Twee harer dochters Niessen huwden met van
Zuylen. Hun tante, de jongere zuster van Elisa
beth was M(aria?) G. J. C. von Ranzow, eerst
gehuwd met J. W. Monnereau, daarna met E.
Bond. Ook de nakomelingen uit deze huwelijken zijn
dus volgens staak B. gerechtigd. Maar de familie
Swaab?
De oudste zoon van Lodewijk Carel en Wilhel
mina Koek: Ferdinand Heinrich Wilhelm huwde
zijn nichtje Catharina Adriana Swaab, dochter van
Joseph Lion Swaab en zijn halfzuster Adriana
Wilhelmina von Ranzow, dochter van Lim Aka
Nio, hoe de familie Swaab erfrechten heeft, is
ons niet duidelijk.
Eerder is dit o.i. het geval met de nakomelingen
der twee voorkinderen van Graaf Ferdinand
Heinrich Wilhelm von Ranzow, bij de Chin, vrouw
Lie Po Nio, vóór zijn huwelijk verwekt, indien deze
tenminste door hem erkend zijn. Het zijn.
a. Wilhelmina von Ranzow, geb. Batavia 13-1 -
1853. Zij huwde te Jogja 9-8-1870 (huwelijk ont
bonden 25-1-1871) George Lodewijk Weijnschenk,
geb. Jogja 17-9-1847, zoon van George, Landhuur
der en bankier en Vrouwe Ramag, bekend als
Boesoog. Kinderloos.
Zij hertrouwde met J. D. Raaff, en later met
F. G. A. Akker, of uit deze huwelijken nakome
lingen zijn is ons onbekend.
b. M(aria) von Ranzow, gehuwd met A. J. Ehren-
cron.
Uit zijn huwelijk met Catharina Adriana Swaab,
sproten de in het Ned. Adelsboek vermelde takken
te weten:
A. Julius Carel Constantijn graaf von Ranzow
(1863-1891) Cand. Notaris, geh. 1885 met Josephi
ne van Waardenburg (1863-Zij hertrouwde Adolph
Barsick Andreas).
Hieruit:
Mevr. Cheriex en mevr. Boudier,
B. Christoff Josias graaf von Ranzow, 1864- cand.
notaris, huwt le Cecilia Beem, 1874-1899, huwt 2e
1906 Louise Charlotte Coster, hieruit 2 dochters.
C. Adriana gravin von Ranzow, 1866 - huwt Theo
doras Henricus Eman, president wees- en boedel
kamer te Makassar, 1862-1915. Nakomelingen????
D. Oscar Wilhelm, graaf von Ranzow, 1868
huwt 1891 Maria Tott, 1873, 6 kinderen.
E. Anthon Ferdinand, 1870-1871
F. Georg Ludwig Wilhelm, 1872-1888;
G. Otto Heinrich Leopold, 1874, ongehuwd?
H. Léonie, geb, en gest. 1876.
I. Frederik Hendrik, 1877, huwt 1904 Julienne
Roelofs 1876, 4 kinderen.
Indien er dus ooit iets uit de miljoenen-pot der
nalatenschap van Adriaan Koek te voorschijn
zou komen, zou dit in heel veel porties verdeeld
moeten worden, en dienen belanghebbenden dus
wel heel ernstig te overwegen, of het risico van
een zich ongetwijfeld vele jaren voortslepend pro
ces, waarbij de hoge kosten vóór de baat zullen
gaan (en die naar alle waarschijnlijkheid wel zullen
verslinden) in de huidige, voor de meeste repatrian
ten, niet al te rooskleurige omstandigheden wel
genomen mogen worden. Ons inziens zal zeker be
gonnen moeten worden, met het verzamelen van
namen en adressen van mogelijke deelgerechtig-
den, waarbij Tong-Tong vanzelfsprekend zijn ar
chieven ter beschikking stelt, zónder een kwart
van de erfenis te claimen!
NAVORSER