Herinneringen van het Landgerecht te Bandoeng UIT EN THUIS" Vervolg van pag. 9 REISBRIEVEN XI In Amerika zie je geen fietsen. In zo n enorme stad als New York rijdt geen één fiets over de straten. Alleen in het centrum heb ik wel eens op de trot toirs messenger-boys op een fiets gezien. That s all. Men heeft mij verteld dat er in de zomer voor de ui of de sport wel eens gefietst wordt. That's that. In Amerika zie je ook geen lotenverkopers. Er be staan geen loterijen omdat niemand ze nodig heeft. Men kan overal loans sluiten zoveel men wil. In Holland is het krijgen van een lening practisch on mogelijk door de schrikbarende garanties die men geven moet. In Amerika lopen de Banken je ge woonweg achterna. Daarom heeft elke Indischman in Amerika een auto. In veel gezinnen zelfs twee. Daarom heeft één van de drie Indische emigranten een eigen huis. Het hebben van een steady job is genoeg voor het krijgen van voldoende lening om de downpayment voor een auto of een huis op te nemen. Ook zitten ze je niet direct achter de vodden als je vastzit met je afbetalingen. Be slagleggingen komen niet voor. Ook jongelui net van school af kopen een eigen wagen. Kunnen le ningen krijgen. Overigens: als je naar de parking- lots van de HBS-en hier kijkt, sta je verbaasd hoe veel jongens en meisjes van 16 jaar hier al een eigen wagen hebben. Mijn zoon is 18 jaar, meter- opnemer bij een gasmaatschappij, en heeft een Im pala Chevvie. En dat is niet crazy. Het „in de beer" zitten is in Holland een zorg en benauwdheid, hier in Amerika een „drive om har der te werken. Wie in Amerika een huis koopt, koopt niet zoals in Amsterdam of Eindhoven een stukje van een flatgebouw, maar een op zichzelf staand huis met groot erf, zoals in Wassenaar of Bussum. De huizen hebben hier geen kachels - geen één huis! maar ingebouwde centrale ver warming, waardoor het in alle kamers, kamertjes en gangen behaaglijk warm is. Mind you, het zijn dezelfde Indische mensen als in Holland, die nu in Amerika heel anders leven, veel en veel rui mer, onafhankelijker en sterker. In Holland zit je in de ban van je vakopleiding. Hier in Amerika doe je alles en leeft goed. Voorbeeld: Han Beyer, ex-spoorwegman in Indie, ex-lasser in Holland. Nu „pillendraaier" in een che mische fabriek. Zijn paycheque vermeldt: bruto in komen (voor een 40-urige werkweek) 107. Af voor income tax 1,32, voor federal tax 11,01, pensioenfonds 4,33, ziekenfonds 2,26, Union 4,50, miscellanious (fondsen) 0,30, Net income 83,28. Hij heeft een eigen huis (hypotheek af betaling 60 huur zou ook 60 of meer ge weest zijn!), twee auto's (een van zijn zoon), TV, frigidaire, oven, enfin, net zo n huis als in Holland in Aerdenhout of Hilversum staat, Zijn inkomen van 107 per week, dus ongeveer 400 per maand, dus omgerekend in Nederlands geld 1600 p.m. staat ook ongeveer gelijk met' een kandjeng besar in Aerdenhout of Hilversum. Maar hij is „pillendraaier" sadja, handarbeider. Wat moet je in Holland niet zijn voor een inkomen van 1600.1 Han Beyer bereikte deze status na 1 jaar. Hij be gon als lasser en had één layoff. Als je namelijk pas begint, heb je veel meer kansen op een layoff (ontslag) dan als vast werker. Veel Indische jongens hebben een onzekere en moeilijke eerste jaar of eerste twee jaar, maar ik ben trots op ze: hoe koppig slaan ze zich er door heen, hoe vindingrijk en ijverig zijn ze. Geen won der dat practisch elke Indo er na één of twee jaar bovenop is en het dan vijfmaal zo goed heeft als in Nederland. Ik heb nu tientallen families in de States bezocht, hun paychèque, bankboekje, blan- djaboekje doorsnuffeld en nu durf ik zonder enige terughoudendheid te zeggen: wie branie is, kome hier! Zelfs de slechtste tijd hier duurt korter en is op geen stukken na zo ellendig als krijgsgevangen schap, maar je beloning is veel en veel groter. Vooral de kinderen hier genieten. Niet alleen denkt de Amerikaanse maatschappij veel meer aan aller lei leefmogelijkheden van het kind (waarom zoveel blokken als in Holland?), maar de natuur is hier veel milder. Hier in Elkhart heb je eindeloos veel vrije natuur, zonder één bordje „Verboden Te In de zomers zwerven ze overal met hengel en tjies. Ze eten enorm veel en gevarieerd en zijn sterk en gezond. De Amerikaanse maatschappij is veel efficiënter dan de Hollandse. De opvoeding is overwegend so ciaal ingesteld. Elke jongen kan na High School (voortgezet onderwijs) direct werken. Knappe jongens krijgen gratis een beurs voor College (die beurzen worden vaak verstrekt door handelmaat- Verschillende jaren was het mijn taak om enkele malen per week de zittingen bij te wonen van het landgerecht. Ik was toentertijd redactrice bij het A.I.D. „De Preanger Bode" in de goeie tempo doeloe van mr. Wormser. Het ging er zo lekker gemoedelijk toe soms in dat eenvoudige gebouwtje, soms zelfs wat al te ge moedelijk. Men at er z'n boterhammetje onder de zitting, deelde pepermuntjes uit. Men moest lachen en soms ook huilen. Kleine onbeduidende rechtzaakjes die nu en dan de tragiek van het le ven naar voren brachten. Ik heb er veel geleerd in die dagen, dat óf de oude Kal met zijn leeuwen manen de zitting presideerde of de stramme oud officier Hoetjer. Ik herinner me een grappig voor val. De gang van zaken was altijd zo, dat de land rechter de namen van beklaagden en getuigen zacht opnoemde voor zijn naast hem zittende griffier fiscaal. Deze riep ze hardop door naar de bij de deur wacht houdende oppas en die riep dan hardop naar buiten voor de wachtenden de namen op. Voor landrechter Kal lag een pak, stuk van ge tuige. Er zat een touwtje om. Kal peuteren. Het ging niet. Ongeduldig fluistert hij de griffier iets toe. Deze die gespannen had zitten toekijken, richt zich op en roept: „Penmes! „Penmes!" roept de oppasser naar buiten en even later „De toean saksi Penmes was niet verschenen De oude Kal keek verbluft, ik boog gauw m n gezicht over m'n notities om de arme griffier niet te schande te maken. Hij begreep het blijkbaar niet erg. Tot z'n chef hem duidelijk maakte dat hij een pennemes moest hebben om dat vervloekte touwtje door te snijden. Een andere maal was het de heer Hoetjer die de zitting leidde. Voor hem verscheen een Ambonese schappijen en industrieën). De kinderen worden niet afgebeuld met veel te zware wiskunde of ta len. Als ik denk aan de examenopgaven van Ly ceum of Gymnasium in Holland huiver ik. Waar voor al die pienterheid? Zeg in hemels naam niet dat de Amerikaan „dus" stommer is. Hij is veel efficiënter. Hij leert niet wat niet nodig is. Dus kan hij zich veel meer concentreren op wat wél nodig is. De gemiddelde Hollandse HBS-er of stu dent is een slome duikelaar vergeleken bij de veel practischer en energieker Amerikaanse jongeman. Waarom zou je je erg druk maken om net zo pienter te zijn als een dokter of referendaris als je als lasser of truckdriver evenveel verdient als zo'n kandjeng besar in Holland? Het curieuze is, dat Amerika wérkelijk democratisch is vergeleken bij Holland. Geen klassen-verwaandheid hier. Elke knecht noemt zijn baas Jack of Ernie. Is het in Holland denkbaar, dat een leerling van de hoogste klassen buiten de school (dus op een picnic of een party) zijn directeur Eddy noemt of Pete? Is daarom geen respect aanwezig? Nonsens. Op school is het keurig „Yes Sir", „No Sir". Enorm veel lessen zijn gewijd aan goede omgangsvormen. Het vreemde is dat het niet aanvaarden van fatsoen- regels in Holland automatisch leidt tot ongema nierdheid of onbeschoftheid; hier is wérkelijk vrij heid. De neger schoenpoetser tot de blanke ouwe heer, die hij net geholpen heeft: „You're looking fine now, young man!" (Over het negerprobleem schrijf ik straks een apart artikel.) Je herkent het Indische dametje niet meer, dat in Den Haag als typiste een zorgelijk en zeurig be staan voortsleepte. Hier is ze naaister of fabrieks werkster, maar ze rijdt in een eigen auto, heeft een eigen huis en kijkt branieachtig en vrolijk uit de ogen. Er bestaan eigenlijk geen beroeps-subordi- naties hier. Bazen hebben geen inbeelding. „You work good, you earn a good dollar, you live good." Dat is de bestaansdefinitie. De aard van het beroep doet er geen lor toe. Er is maar één High School. Geen,,Mu- lo-is-minder-dan-HBS" - nonsens. Je eigen pien terheid helpt je naar College en verder. Niet het diploma. O ja, o ja, o ja, er zijn ook misluk kingen en tegenslagen, that's true. Is everybody so happy in Holland? Think it over. En nu weer tot ziens van vrouw. Hoetjer kon leuk uit de hoek komen. Toen de vrouw de waarheid bezwoor door tragisch haar ogen ten hemel te slaan en te zeggen: „God zal mij oordelen," kwam het droogjes: „Hier zit niet God, maar de landrechter." O, stamelde de vrouw alsof ze dit toen pas door had. Eenmaalheb ik Hoetjer zien kleu ren. Een waarlijke knappe Indonesische vrouw, lang en slank en elegant, maar van minder ele gante zeden was opgeroepen. Ze behoorde niet tot het soort stakkers dat altijd mijn medelijden wek te en mijn woede tegenover de mannen. Enfin, het juffertje kreeg een boete. Bij de deur keerde ze zich om en wenkte liefjes tegen de stren ge man achter de groene tafel. De fiscaal beet zich op de lippen, ik ook. We waren niet de enige. Maar Hoetjer kreeg een kleur en zijn woede ken den geen grenzen toen hij het dametje enkele da gen er na tegenkwam op de Naripanweg, over dag. Ze wuifde hem toe of hij haar beste kl hm vriend was. En toen hij het me vertelde dacht ik: „een bof voor haar dat dit niet gebeurde voor ze opgeroepen was." Niet dat ik aan s mans recht vaardigheidsgevoel twijfelde. Met weemoed denk ik terug aan de rechtvaardigheid van die dagen van weleer. Maar een vriendelijk gezicht zou ze zeker niet gezien hebben. De fiscaal was een aardige jongen. Op een dag had hij een beeldig groen-zijden zakdoekje in z'n borstzakje „Wat bent u mooi vandaag," zei ik tegen hem. Hij grinnikte breed, sloeg op de versierde borst en vertelde me: „wah jupprouw El- ze, dat is mijn groene hoop." Het is een familie-uitdrukking bij ons thuis ge worden als er iemand aan de verliefde kant was. Ik kan er gewoonweg heimwee van krijgen nu ik die simpele voorvalletjes zit te schrijven in mijn kamer in het hoge noorden. Ik begin rheumatie- kerig te worden. Oude dag, hè? Maar ook dinggin hier. Ik verlang naar de zon. Ik vertelde m'n moeder dat ik, als zij er eens niet meer is, emigreren wilde naar een warm land. Zij, oud- Indischgast ook, zei droog: „dan kun je daar doodgaan door een aarbeving of een overstro ming." Ach ja, die nennè's, ze hebben de wijsheid in pacht, ja. BETS BONDE JENSEN Denemarkenj II Reis naar Amerika nu voor iedereen mogelijk. Heeft U familie in Amerika? Eigenlijk een over bodige vraag. In bijna ieder Indisch gezin is wel een zoon of dochter, die is geëmigreerd of die „bezig is met de papieren Natuurlijk, als ze er eenmaal zitten is het prettig te weten, dat ze het daar goed hebben. Er komen brieven, foto's maar wat zouden bijvoorbeeld Oma en Opa hun tjoetjoeks eens graag terugzien. Vooral bij Indische mensen zijn de familiebanden zeer sterk. Neen, dit stukje is niet bedoeld om LI alleen maar ke- pingin te maken. We weten allemaal wel, dat er genoeg over gepraat is. Maar verder dan een „Ach, konden we toch maardie en die eens op zoeken!" is het nooit gekomen. Na veel vruchteloze pogingen en speurwerk is er nu dan echter eindelijk een mogelijkheid ge vonden voor iedereen om voor kortere of langere tijd een bezoek te brengen aan Amerika. De reis zal in groepsverband worden gemaakt en de duur van het verblijf daar zult U binnen rede lijke grenzen zelf kunnen bepalen, tot een maximum van één jaar. Hierover is natuurlijk nog veel meer te vertellen en van üw kant te vragen: wat zullen bijv. de kos ten zijn? Komt U dus woensdag, 22 maart a.s. om 8 uur 's avonds naar de Kunstkringzaal aan de Prins Mauritslaan 36, Den Haag. Een passage adviseur zal op AL UW vragen antwoord kunnen geven en tevens zal U worden verteld hoe U voor deze reis kunt sparen zonder zich teveel te moeten potongen. Eén ding kunnen wij U nu vast verklappen: het lidmaatschap van de Vereniging „UIT EN THUIS die samen met vertrouwde passage-deskundigen deze reis voor U mogelijk gaat maken, bedraagt slechts 3,50 per jaar! Komt U dus eens luisteren, de toegang is gratis en Uw komst geheel vrijblijvend. Onthoudt U het: 22 MAART a.s. om 20 uur. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 10