Dr. F. W. T. Hunger Zakenreizen zijn beslist geen straf* REUNIE-K.W. Ill Oud-Resident Dr. F. W. T. Hunger 7 Op 1 januari van dit jaar was dr. F. W. T. Hunger precies tien jaar algemeen secretaris van de Kamer van Koophandel te Rotterdam. De officieel door de wet vastgestelde benaming „secretaris" is eigenlijk misleidend; het Financieel Dagblad schrijft dan ook (in het nummer van 29 december 1960) dat deze betiteling een understatement is, gezien de activiteiten en werkzaamheden door deze „secre tariaten" verricht en met name door die der „grote" kamers. Rotterdam kent dr. Hunger als een beheerst, rustig man, bij wie het woord betrouwbaar als het ware op het voorhoofd staat geschreven. De heer Hunger werd geboren in Buitenzorg. Later verhuisde hij naar Salatiga, waar zijn vader directeur was van het proefstation aldaar. Op de aanvallige leef tijd van twintig maanden ging hij naar Holland om op zijn vierde jaar weer terug te keren naar Indië. Op achtjarige leeftijd ging hij voor lange tijd naar Nederland. «IMIMSIM» Pas in 1928, na het beëindigen van zijn studies in Leiden, ging hij, nu als a.s. ambtenaar bij het Binnenlands Bestuur, weer terug naar zijn ge boorteland. Hij bracht de eerste zeven jaren op Bali door. In zijn werk boeide hem speciaal de inheemse rechtsspraak, als sleutel tot het inheem se doen en laten. In een funktie van bestuurs ambtenaar is men tevens als het ware de advocaat van het volk. Nu eens om dit te beschermen te gen eventuele minder gunstige maatregelen, dan weer als pleiter van zijn belangen. „Het was een kostelijke tijd op Bali." zegt de heer Hunger. „Bestuursambtenaar zijn is een prachtig vak. Ik zou het zó wéér doen, hoewel niet onder de huidige omstandigheden natuurlijk. Het was destijds weldadig te zien hoe alles floreerde." In 1935 werd dr. Hunger bij het Departement van Economische Zaken geplaatst als deskundige voor de afdeling Bevolkingszaken. Immers, hij kende uit ervaring de toestanden, no den en problemen van het volk. In 1938 kwam hij weer in actieve bestuursdienst. De heer Hunger werd aanvankelijk geplaatst te Sawah Loento op Sumatra's westkust, om vervolgens via Solok waar heerlijke jaren werden doorgebracht te Fort de Koek te worden geïnterneerd. De heer Hunger „zat" o.a. ook in Padang en Bangkinang. Eind 1945 ging hij als Co-Amacab naar Soerabaia, dat toen nog door de Engelsen was bezet. Hier werd hij resident en later, met het oog op de eerste politionele actie, tot waarnemend Recomba be noemd. Soerabaia was in die tijd een belegerde veste, rond om de stad was alles in handen van de T.N.I. Dr. Hunger herinnert zich goed hoe de mortieren op het grote plein van Soerabaia stonden en vandaar de T.N.I. stellingen beschoten. Vanuit deze plaats begon de herovering van Oost-Java. Het Bestuur had in deze woelige tijd met grote moeilijkheden te kampen; de eerste en voornaam ste taak was het herstel van rust en orde. Er was altijd een zeer nauw overleg tussen het Bestuur enerzijds en de Land- en Zeemachten an derzijds. „De samenwerking was altijd goed, buitengewoon prettig en constructief", zegt de heer Hunger. Later werd de heer Hunger waarnemend regerings commissaris voor bestuursaangelegenheden (dit was een soort verkapte gouverneurspost) tot hij in 1950 naar Holland vertrok. Vrijwel alle bestuursambtenaren vertrokken kort na de souvereiniteitsoverdracht, omdat men er niet voor voelde als een soort opgezetenen met het land te worden overgedragen aan de Indonesische regering. Op 1 januari 1951 werd dr. Hunger algemeen se cretaris van de Rotterdamse Kamer van Koop handel en Fabrieken. In deze functie leidt hij het secretariaat van een Kamer die de belangen behartigt van de plm. 25.000 ingeschreven bedrij ven in Rotterdam. Dit omvat onder meer: waken dat het bedrijfsleven Het doet ons veel genoegen u eindelijk eens iets te kunnen vertellen over Dr. Hunger, al moet het helaas weer bij dit korte inter view blijven. Na een typische Indische carrière als BB- ambtenaar hij was resident van Soera- baja in de woelige tijd na de eerste politio nele actie is Dr. Hunger thans Algemeen Secretaris van de Kamer van Koophandel in Rotterdam. Met zijn Indische ervaring is hij een typische representant van deze stad met de grootste opbouwende kracht van Nederland. niet belemmerd wordt door wie dan ook; over heidsinstanties attent maken op de belangen en wensen van het bedrijfsleven in al zijn geledingen. Zo heeft de Kamer een oordeel over de haven, de oeververbindingen en over vele binnenlandse en internationale vraagstukken, veelal op het ge bied van verkeer en die welke de gemeenschappe lijke markt betreffen. Zij vertolkt de stem van het bedrijfsleven en heeft tevens een gezaghebbende adviserende functie, is informatiebron, houdt het handelsregister bij en geeft certificaten van oor sprong af. In 1959 kwamen bij de Rotterdamse Kamer onge veer 65.000 (per dag gemiddeld 213) schriftelijke en telefonische vragen binnen. In datzelfde jaar gaf men 38.500 certificaten van oorsprong uit. De Kamer van Koophandel te Rotterdam werd in 1803 op aandrang van Napo leon gesticht. De Kamer is een college van wijze mannen uit het bedrijfsleven. Deze specialisten wij zen de weg die de Kamer dient te gaan. De Rotterdamse Kamer heeft 48 leden, die samen het bedrijfs-parlement vormen, onder voorzitter schap van de heer H. W. de Monchy, vroeger hoofd-directeur van de Holland-Amerikalijn. De Kamerleden zijn weer verdeeld over verschil lende werkcommissies, zoals daar zijn voor Fisca le Zaken, voor plaatselijke belangen, handel- en verkeer, enz. De Kamer werkt nauw samen met het gemeen tebestuur. In verscheidene gevallen, zoals bijvoor beeld de verordening op de winkelsluiting, moet het gemeentebestuur advies vragen aan de Kamer. In Rotterdam is deze samenwerking buitengewoon goed. De heer Hunger heeft een druk bezet leven. Hij moet uiteraard in de avond nog veel kranten en binnen- en buitenlandse tijdschriften en z.g. vak literatuur lezen om op de hoogte te blijven. Voorts De „koempoelan" in het Kurhaus te Scheveningen op 26 november 1960 werd door allen, die er zijn komen opdraven, erg gezellig gevonden. Vele feestgangers uit Den Haag zowel als uit de „oedik" hebben de wens te kennen gegeven om in 1961 weer iets dergelijks te organiseren en liefst weer in het Kurhaus, waar niet alleen de accomodatie zich bij uitstek leent voor grote bijeenkomsten, maar waar van de Directie bovendien getoond heeft, de meest mogelijke medewerking te verlenen bij de organi satie van een gezellig feest. Het is om deze reden, dat zich thans een klein comité heeft gevormd, dat zich ten doel stelt, dit jaar weer een bijeenkomst voor elkaar te boksen van ex. K.W.III-ers en hun genodigden. Het voorlopige programma dat wij ons voorstellen U op 14 oktober 1961 in het Kurhaus te Schevenin gen aan te bieden ziet er als volgt uit: van 1618 uur Réunie om oude contacten te vernieuwen en gezellig te „ngobrollen" met thee, koffie en/of borrel. van 2023 uur CABARET, van 232 uur BAL. Zoals U ziet wordt er geen diner voorgeschoteld, doch een ieder is vrij om te eten wat en waar hij wil in de tijd tussen Réunie en Cabaret. Wel zal het Kurhaus worden gevraagd zorg te wil len dragen voor een klein buffet waar makanan- ketjil, belegde broodjes, sla'tjes etc. te verkrijgen zullen zijn voor hen die willen „poekoel-troes". Met de leiding van het cabaret werd belast onze alom bekende ex K.W.III-er Theo Scherer, die zich terstond hiervoor ter beschikking stelde. Hij zal heeft hij, evenals de bestuursleden, de taak het contact met het Corps Consulaire, die immers han delsvertegenwoordigingen zijn, te onderhouden en handelsmissies te ontvangen. Ondanks deze uitgebreide werkzaamheden weet dr. Hunger toch nog tijd te vinden voor zijn verschil lende hobbies, zoals: golfen, botanie en ornitholo gie. Hij trekt er graag met de kijker op uit om het leven van de vogels in de vrije natuur te bestude ren. In de omgeving van Rotterdam doet hij dat in het Kralingse Bos of op de Beer. Tijdens de vele binnen- en buitenlandse reizen, die hij uit hoofde van zijn functie kan maken, gaat de kijker altijd met hem mee. In vrije ogenblikken gaat hij er zoveel mogelijk op uit om de vogels in hun doen en laten waar te nemen. „Daarom vind ik reizen beslist geen straf." lacht de heer Hunger „Ik doe het graag. Bovendien stelt het me in de gelegenheid vele mensen te ont moeten, in andere steden musea en andere beziens waardigheden te bezoeken." Thuis heeft dr. Hunger geen vogels. „Néé" zegt hij gedecideerd „ik hou niet van vogeltjes in een kooitje." Wij wensen deze sportieve natuurvriend, één der markante figuren uit ons oude Indië, nog veel buitenlandse reizen toe met vooral véél vrije tijd voor „zijn" vogels en planten. HANNY LIM worden bijgestaan door Charlie Overbeek Bloem en Emile van Dinter. Zij die daadwerkelijk aan dit cabaret willen medewerken gelieven zich spoedigst op te geven bij Theo Scherer, tel. (070);335333, Sweelinckstraat 82, den Haag. Voor deelname aan deze Réunie gelieve men zich reeds nu op te geven bij de Heer H. M. Nitzschke, Thorbeckelaan 631, den Haag. Op Uw briefkaart graag vermelden: Uw volledige naam, adres en eventueel telefoon nummer. Met het oog op de kosten van zaalhuur e.d., stelt het comité zich voor van iedere aspirant-deelne mer een bijdrage te vragen van 2,50 per persoon, welk bedrag wij U verzoeken zo spoedig mogelijk te storten op giro-rekening No. 446200, t.n.v. H.M. Nitzschke. Verdere inlichtingen over dit feest worden U gaar ne verstrekt door de H. H. de Greef en Sonntag. Voor de bekendmaking van dit bericht hebben wij de redactie van „TONG-TONG" verzocht ons, evenals bij de vorige réunie, een plaats te geven in dit blad. Wij kunnen alleen maar dankbaar zijn dat deze redactie ons steeds zo terwille is! Ex-K.W.III-ers die dit lezen, geeft dit bericht door aan al Uw vrienden en vriendinnen van Uw oude school, opdat wij met zeer velen weer een prettige avond zullen hebben. Tenslotte moge volledigheids halve worden vermeld, dat het Feest-Comité dit maal wordt gevormd door: Mr. G. H. G. Harloff - Ere-Voorzitter. H. D. H. Sonntag - Vice-Voorzitter. Mr. J. L. de Greef - Lid. H. M. Nitzschke - Secretaris-Penningmeester.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 7