Iets over de Cultuurscholen m fv/ w 511m 10 SB*» i®&5. ZSZZZt *%8&ZsZW De*e foto werd genomen ter gelegenheid van de opening van de Cultuurschool te Buitenzorg in 1911. In het midden eerste rij v.l.n.r. heer Salverda directeur Boswezenheer Lovink. directeur van Landbouw; de assistent-resident van Buitenzorg en Overdijkink. praktijkonderwijzer en schrijver van dit artikel. Achterste rij- de Koning, hoofd Cultuurschool; van der Vlies, onderwijzer; drie verslaggevers. In de deuropening links staat Daubanton. praktijkonderwijzer De andere personen zijn allen leerlingen. ..De oudsten zijn nu al wel 70 jaar oud", schrijft de heer Overdijkink. Wie van de TONG-TONG lezers kan zich deze opening nog herinneren? Enige tijd geleden zond ik op verzoek enkele oude foto's van de Cultuurscholen aan de redactie van „Tong-Tong" en schreef bij elke foto een korte tekst. Met een bedankje voor deze foto's kwam ook het verzoek nog eens wat naders over deze instellin gen mede te delen. Als oud onderwijzer aan deze scholen, die eerst in Buitenzorg en later in Soeka- boemi en Malang gevestigd waren, valt er natuur lijk heel wat te vertellen, maar er is één groot be zwaar: wat te herdenken valt is jaren geleden! Als ik vertel, dat mijn oudste Cultuurschoolleer lingen op het ogenblik de 70 jaren al flink ge passeerd zijn, dan valt het te begrijpen, dat al leen maar heel oude kost kan worden opgediend, en leven er nog voldoende Tongtongers, die der gelijke tempoe-doeloe verhalen nog interesseren? Toch is het misschien wel aardig enige oude ge gevens nog eens aan de vergetelheid te ontrukken. Om te beginnen zond ik de redactie een foto van de opening van de eerste Cultuurschool te Buiten zorg in 1911. Dit jaar dus al 49 jaar geleden!! Ik maakte deze opening mede. De toenmalige directeur van Land bouw, de Fleer Lovink, verrichtte deze plechtig heid. Ook de Assistentresident, het hoofd van de school, de Heer de Koning, verder onderwijzend personeel der school en enige couranten-verslagge vers waren aanwezig en daarbij niet te vergeten de nu alleroudste leerlingen. Ach, wat is daar alle maal nog van over. Van het personeel ben ik, geloof ik, nog de enige en van de leerlingen? Hoe veel zullen er dit stukje nog lezen? In de Tong-Tong van 31 okt. 1960 staat een artikel over „Pionieren in Ethiopia", geschreven door J. G. Soesman. Bij de openingsplechtigheid van de Cultuurschool staat o.a. ook een leerling Willij Soesman. Mogelijk is J. G. Soesman een nazaat van Willij? Ja, van alle directeuren van Landbouw, die ik meegemaakt heb, is vermoedelijk de Heer Lovink wel de belangrijkste geweest. Wat al niet werd er in zijn tijd en op zijn advies voor de bevolking ge daan! Landbouwleraren werden over het gehele land uitgezonden. In Buitenzorg werd een middel bare Landbouwschool voor hoger inlandsch per soneel opgericht. Overal verschenen dessa-landbouwscholen, waar uitstekend opgeleide mantries les gaven in alle belangrijke inlandse Cultures. Het proefstation voor rijst en tweede gewassen kreeg een grote uit breiding. Daar werden b.v. 1100 rijst variëteiten op hun bruikbaarheid getest. Irrigatie werd verbe terd en geweldig uitgebreid en zo nog veel meer, dat onder de Heer Lovink op landbouwgebied zijn beslag kreeg. Maar nu terug naar Buitenzorg, naar de jonge Cultuurschool van 1911. Wat de leerlingen be treft, de toelating eiste het diploma „klein-ambte- naar". Dit diploma werd verkregen na een offi cieel afgelegd examen en werd afgenomen door het N.I. Gouvernement, dat daartoe bevoegde onder wijzers aanstelde. Het omvatte ongeveer de kennis van een achtjarige Lagereschool. Al dadelijk meldden zich alle mogelijke land aarden voor het onderwijs aan uit Atjeh, Suma tra, Celebes, Borneo en natuurlijk veel van Java. De voertaal was het Nederlands. Om zes uur 's morgens begonnen de praktijk werkzaamheden. Alle mogelijke landarbeid werd door de leerlingen zelf verricht: de grond ompat- jollen, wegen en paden aanleggen, planten, wieden, zaaien, oogsten, enz. enz. In Buitenzorg was voor dit werk een flink stuk oude sawahgrond van enige H.A. beschikbaar. Om negen uur was het pauze tot 10 uur. De jongens hadden dan gelegenheid zich te wassen, te ontbijten en te verkleden voor de klasse-lessen, die om 10 uur begonnen en om 1 uur eindigden. Vele vakken werden onderwezen en behalve aan voort gezet onderwijs werd veel tijd besteed aan alle mogelijke landbouwvakken. Er werd ook een afdeling bosbouw opgericht. Na afloop van deze studie, die 3 jaar duurde gingen deze leerlingen als aspirant-bosopzichter in gou- vernements dienst werken in de staatsbossen. Behalve op het beschikbaar gestelde sawah-terrein werden telkens ook enige leerlingen belast met het onderhoud van de rozentuin, een onderafdeling van de beroemde Plantentuin. Deze tuin was ge legen langs een drukke verkeersweg en: „Wie tim mert langs de weg, staat bloot aan veel gezeg De directeur van Landbouw kreeg op een dag dan ook een verontwaardigde brief van een inwoner van Buitenzorg met de vraag, of hij wel wist, dat er Europese jongens als tuinlieden te werk waren gesteld; men voelde dit als een misbruik maken van bedoelde jongens! In die tijd paste het n.l. niet, dat grondwerk door Europeanen werd ver richt. Toch werd dat gelukkig al heel gauw anders. Na korte: tijd werden de school en de beschikbare terreinen te klein en alweer werden er door be middeling en op initiatief van de Heer Lovink voorstellen bij de regering ingediend om de school te verplaatsen. De regering stelde na aankoop van de bevol king 50 H.A. sawah-grond in Soekaboemi op de helling van de Gedeh voor de uitbreiding be schikbaar. Er werd een groot schoolgebouw met alle mogelijke comfort gebouwd, een prachtig zeer solide gebouw. Het hoofd van de school werd ook niet vergeten, want op het terrein verrees een flinke directeurswoning. Op 3 maart 1914 werd de nieuwe Cultuurschool te Soekaboemi feestelijk geopend. De 50 H.A. werden door de leerlingen bewerkt en geschikt gemaakt voor koffie-, thee-, cacao-, vezel-, suiker-, rubber-, kina, en tabakcultuur. Ook werden er enige bevloeibare restvelden aange legd. Voor de school kwam een parkje met vijvers en gazons. Een sportveld en tennisbaan ontbraken na korte tijd ook niet, evenmin als een bloemkas, waaromheen vruchtbomen, voornl. djeroeksoorten geplant werden. Een vanille-aanplantje gaf al spoe dig aan de leerlingen de gelegenheid het kunst matig bestuiven van de bloemen te leren. Ja, wat al herinneringen uit die eerste Cultuurschooltijd. Onder leiding van de onderwijzer in de bosbouw- vakken ontstond een djatie-beplanting, eveneens een z.g. wildhout-bos. Enige jaren later werd de theepluk al geregeld naar de theefabriek in Soekaboemi gebracht en deed de koffieboeboek zijn entree! Schrijver van dit artikel werd in de gelegenheid ge steld, zelf een huis op eigen kosten te bouwen op het terrein van de school, dat langs de Selebatoe- weg lag. Verplichtend was hierbij de ramen en deuren van djatiehout te laten maken. Zo werd een oude (Lees verder volgende pag.) "'iM/iufmrlWI'?'. Itfoyiir/ttvurii /I MlU-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 10