Onze Indische vlegeljaren HERINNERINGEN VAN EEN OUDGEDIENDE EMIGRATIE VANUIT NEDERLANDS NIEUW GUINEA NAAR AUSTRALIË DESKUNDIGE VOORLICHTING Het dorp Sidikalang - Toepanoeli - Sumatra in 1907. Iedereen is uitgelopen om toch maar vooral op de foto te komen, die gemaakt werd door oudgediende 15 In overleg tussen het Australische departement van Immigratie en de Nederlandse ambassade te Canberra is een regeling getrollen waarbij in Nederlands Nieuw Guinea wonende Nederlanders thans als hun eigen reis betalende passagiers di rect vanuit Nieuw Guinea naar Australië kunnen emigreren. Aanvragen hiertoe, welke kunnen worden inge diend bij de Dienst van Sociale Zaken te Hollan- dia, worden via het bureau van de Nederlandse emigratie attaché te Canberra naar de Australische immigratie autoriteiten gezonden. Deze aanvragen dienen vergezeld te gaan van een medische verklaring en een Roentgen foto. Nadat het Australische departement van Volks gezondheid aan de hand van deze verklaring en foto de gegadigde heeft goedgekeurd, ontvangt de adspirant-emigrant in geval van gunstige be slissing een bewijs van toelating. Hierin staat, dat de gegadigde zal worden toege laten wannéér hij binnen 12 maanden na afgifte in Australië aankomt en hij bij aankomst in het bezit is van een geldig paspoort en een bewijs van goed gedrag afgegeven door de goeverneur van Nederlands Nieuw Guinea. Oeloeleh 60 jaar geleden later Oeloë Lheue ge naamd volgens Prof. Dr. Snoekhurgronje, was het havenplaatsje van Koeta Radja, noordkust van Sumatra. De schepen moesten op de Rede lossen en laden, de vertrekkenden van Atjeh wer den van Oeloeleh naar het schip gebracht. Later werd Sabang havenplaats en kwamen de schepen daar op de Rede liggen. Er lag ook een oorlogs schip op de Rede. Als de schepelingen mochten passagieren, ging een deel naar Koeta Radja, an deren bleven te Oeloeleh. Er was in Oeloeleh maar één café dat door een vrouw werd gehouden; een grote dochter bediende de gasten. Het café werd druk bezocht door matrozen en militairen,d ie te Oeloeleh gelegerd waren. Er werd in die tijd nogal veel aan Bacchus ge offerd en wel eens baldadig opgetreden. Op een keer hadden de xatrozen het een beetje te erg gemaakt en beklaagde de controleur van Oeloeleh zich daarover bij de commandant van het oor logschip. Gevolg was, dat de belhamels van de commandant er van langs kregen. Dat zette kwaad bloed en zij zonnen op een wraakneming. Op een zaterdag waren de matrozen weer vrolijk in het bedoelde café. Eén van hen had op het achtererf van het café wasgoed te drogen zien han gen, waar een paar damesbroeken bij waren. Broe ken, zoals toen gedragen werden, met voor en Ja, wie heeft ze in zijn jeugd niet gekend toen hij 14 tot 17 jaar oud was! En wie denkt er niet aan terug als hij zijn sobats uit die tijd terug ontmoet, soms na tientallen jaren? Naast vele onderwerpen komen vanzelfsprekend ook die vlegeljaren in het gesprek. En als in een film zie je alle uitgehaalde streken weer duidelijk de revue passeren. Ze waren niet alle van hetzelfde genre en daarom ook niet altijd even onschuldig en ongevaarlijk; ja, vaak zelfs schade berokkenend en onaangenaam voor derden. Op die leeftijd echter zag je er geen erg in; deed je mee om geen spelbreker te zijn en liet je je vaak overhalen door de ,,brandal2 toe- lèn" zonder aan de allesbehalve prettige gevolgen te denken. Tijd van uitvoering was veelal tijdens schooltijd, als wij één of meer lesuren vrijaf hadden; maar ook buiten de schooluren om werden ze dikwijls genoeg uitgehaald. Eerstbedoelde geschiedden meest in de samenwer king met jongens van de K.W.S. (Koningin Wil- helmina School), P.H.S. (Prins Hendrik School en A.C. (Ambachtscursus), welke scholen aan de Vrijmetselaarsweg te Batavia stonden. Operatie terrein was dan de dichtsbijzijnde meisjesschool en dat was de 3-jarige H.B.S. van het z.g. Kleine Klooster aan het Waterlooplein Noord, waarvan achterklep met bandjes en lange pijpen met een kantje. Door de wind stonden de broeken bol en kwam de matroos op een idee. Hij vroeg een van de broeken aan de caféhoudster en stak die bij zich. In het café vertelde hij zijn kameraden wat hij van plan was en dat viel in goede aarde. Bij de controleur stond op het voorerf een vlagge- stok, zoals trouwens bij iedere Bestuursambtenaar en bij hoge militairen het geval was. Zo n vlagge- stok was een stellage sterk en hoog. Toen het al laat was 's avonds gingen een paar matrozen in alle stilte het voorerf van de contro leur op en bevestigden op deskundige wijze de damespantalon aan de vlaggelijn, zó, dat de broek bol kwam te staan door de wind en entrokken de broek naar boven. De matrozen hadden plezier en gingen vrolijk naar boord. De volgende morgen, zondag, was de controleur niet zo vroeg op. Toen hij een morgenluchtje ging scheppen en de bolstaande onderbroek in de vlag- gestok zag wapperen, schrok hij en was natuurlijk boos. Wie had hem dat gelapt? Reeds veel voor bijgangers, hoofzakelijk Maleiers van het plaatsje, hadden zich vermaakt met de nieuwe Nederlandse vlag! De broek werd natuurlijk dadelijk neergehaald en vervangen door onze driekleur. G. van ZADELHOFF 2 leslokalen zonder omheining grensden aan de binnenweg van genoemde Waterloo|>leinzijde naar de Schouwburg en naar het achtergebouw van het Grote Postkantoor, zodat het ons geen moeite kost te om ons aan de houten jaloeziën op te trekken en de meisjes-leerlingen te plagen tot de zuster- lerares ons betrapte, ons wegjoeg en als dit niet hielp, ons met een grote lineaal op de vingers pro beerde te tikken (in letterlijke zin dan!). Onder luid gejoel en zwaar gehoon dropen wij dan af, om na een klein half uur terug te keren met een, in het Pasar Baroese of omgeving daarvan, gevangen haan of hen; deze werd dan in de bewuste klas geworpen, waar meteen een reuze tumult onder de meisjes ontstond, gepaard met het gekakel van de haan. Onder luid gegil probeerden de meisjes en de zusterlerares de haan te vangen en als dit lukte, werd de meestal van angst „vies"-doende reuze vogel uit het raam naar buiten gegooid. Eindresul taat: de zusterlerares vuurood (als de haan zelf!) van woede, en de meisjes gnuivend, want 't lesuur was voor een belangrijk deel om en on-avontuurlijk vonden deze „schatjes" (zo riepen wij ze altijd toe!) deze belevenis ook niet. Het werd wel eens zo erg, dat de opgebelde politie er aan te pas kwam, maar onze „schatjes" waarschuwden ons dan wel op de één of andere manier en wij zorg den, dat wij zo gauw mogelijk uit de buurt kwa men! Een andere streek, die de betreffende belhamel weieens een flinke boete kostte, omdat er altijd een verrader of verraadster was, bestond uit het ontkoppelen van de laatste wagon van de school- tram (van de u bekende B.E.T.M. alias „Tante Betje") om 1 uur s'middags vóór de 5-jarige H.B.S. op Salemba te Batavia als de leerlingen naar huis gingen (dit is de latere K.W. III-school!). Dit was eenvoudig uit te voeren, want je had alleen een metalen schakelpen uit te trekken en klaar was Kees! Het geroep van de conducteur naar de ma chinist, alsmede het gegil van de meisjes in die laatste wagon, was niet van de lucht, als de loco motief en 2 wagons ervoor wegreden en zijzelf achterbleven. Veelal merkte de machinist er niets van tot hij het eindstation Kramat bereikte en na de ontdekking moest hij terug om de achtergelaten wagon op te halen. Zie zo, dat waren dan enkele streken uit mijn vlegeljaren! Hebt u ze ook zo meegemaakt toen? Ja! Wel, laat uw tijdgenoten (al kennen wij elkaar niet!) er via Tong2 ook van genieten, ouwe „jon gens" en u vooral, ouwe „meisjes"! Jullie hebben jullie vrindjes toch ook eens tuk gehad! Ja toch! Klimt daarom maar gauw in jullie „scherpe" kroontjes-pen van toen-vroeger. ENPEE In de oorlogsjaren, waar de kinderen geen school hadden, moest het oudste zoontje voor zijn moe der „pasaren" en de jongen wist dan ook per fect de maten en gewichten, toen gebruikelijk. Kocht hij beras, dan ging het om een batoh, mét of zonder kop; de technische term was „pèr- rès" voor dit laatste. Vroeg zijn jonger broertje hem eens, wat een pe- rescoop betekende. Broers uitleg: „Een instrument, dat duikboten gebruiken om te zien of de zee vlak is. Je weet toch: vlak is pèrrès!"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 15