De grote verrassing DOEA KOENTJI HET UITGEHOLDE PAARD 1001 AVONTUREN met de soetil Nassi Koening TEMESIAS-REUNIE Rempah van klapper Ajam Abon-Abon 16 Dc twee oude sobats hadden elkaar op de soos weergevonden. Het „weet je nog wel" was niet van de lucht en talrijk waren dc opgehaalde anecdoten. Plotseling begon een van hen hartelijk te lachen en blijk baar gingen zijn gedachten uit naar een oude grap. Nieuwsgierig naar wat achter dat lachen school vroeg hij, wat de mop was en of hij die nu maar gauw wilde vertellen. En natuurlijk kwam hij over de brug. In die tijd, heel lang geleden, was ik nog maar een adspirant- controleurtje in Kediri. Mijn chef, de resident wil de een echte, ouderwetse rampok houden, maar het ongelukkige was, dat hoe hij ook zijn best deed om een tijger te pakken te krijgen, hij daarin niet slaagde. Natuurlijk was hetgeen hij voor had zo langzamerhand overal bekend en ook dat hij nog niet geslaagd was in het vinden van een tijger, zonder welk roofdier een rampok nooit echt kon zijn. Een der planters uit de buurt had hooglopende ruzie met de resident, en zoals dergelijke ruzies in het voormalige Indie min of meer buiten alle proporties ontaardden, had deze planter ver klaard dat er nog eens een dag zou komen, dat hij de resident in het zonnetje zou zetten. Deze planter schreef een brief, dat hij wist, dat de resident een flinke tijger zocht voor zijn ram- pok-partij en hij bood hem toen een grote vol wassen tijger aan, ondanks het feit van de minder prettige verhouding. De resident was uitbundig in zijn nopjes over dit antwoord en opeens was B, die planter, een prachtkerel. Zo brak dan eindelijk de dag aan bestemd voor de rampok-partij. Van heinde en ver waren de inlanders toegestroomd om te nonton, maar ook om er aan mede te doen en zij hadden daartoe hun pieken en lansen mee gebracht. Ook de Europese wereld liet zich niet onbetuigd en was eveneens au grand complet. Het was een gezellige drukte op de aloon-aloon en er heerste een bedwongen opwinding over de dingen die zouden komen. Het was reeds ver over het uur dat was vastgesteld, maar de belangrijkste persoon in dit drama was nog in geen velden en wegen te zien, de tijger nl. B. had goedgunstig aan geboden te zullen zorgen voor de tijger tot aan de dag voor de rampok, want buiten zou het gemak kelijker zijn om hem te voeden. Op de dag van de rampok zou hij zorgen bijtijds er te zijn. Reeds be gonnen de Europese bezoekers op de tribune on geduldig te worden, toen een uitgezonden bood schapper ijlings aan kwam draven met het nieuws dat ze kwamen en spoedig kondigde een stofwolk de tjikar aan waarop zich de kooi bevond en naast de koetsier zat B. Hij verontschuldigde zich dat hij zo Iaat was. maar de tijger was zo te keer ge gaan, dat het hun de grootste moeite had gekost om de ossen te kalmeren. Eindelijk stond dan daar de kooi in het midden van twee concentrische cir kels van piekeniers en lansdragers. Het hok was aan alle kanten dicht, vanwege de „wildheid" van Op het kantoor van de Zuster-maatschappijen te Semarang werd eens een telegram ontvangen, lui dend: locomotief op uitgehold paard gereden. Men vroeg zich af wat dit te betekenen had en belde, na veel moeite, het stationnetje op. Einde lijk had men verbinding. „Wat is dat, met dat uitgehold paard?" „Wha, nir, zelf gesien. Paard kwam kampong uit gehold". HOOGEWOUD de tijger, maar zodra men zou trekken aan een touw zouden de vier wanden openklappen en kon de tijger er uit. De spanning had het kookpunt bereikt. Einde lijk gaf de resident het sein, de man trok aan het touw, het hok viel open, en te voorschijn kwam een armzalige tijgerkat, die met hoge rug stond te blazen, toen hij werd opgeschrikt door het openvallen der wanden. Een bulderend gelach steeg op uit de tribune en de inlandse gemeente, nooit zo uitbundig, stond vrolijk te snateren en had plezier voor tien. De resident kreeg bijna apo plexie van woede, terwijl B zich uit de voeten had gemaakt en in de soos zijn whisky-soda rustig zat te consumeren. Wat de resident betreft, de ru zie werd niet bijgelegd maar ontwikkelde zich tot een dodelijke haat zijnerzijds en het was maar goed dat hij spoedig wegging. PAWANG RIMBA Rijst, santen, water, wat zout, x/l vingerlengte koenjit, sereh, 2 djeroek poeroetblaadjes. De kruiden die hier gedroogd te krijgen zijn, d.w.z. de blaren, week ik eerst in wat warm water, dan worden ze geuriger. Bereiding! Men raspt de knoenjit fijn (hier in Holland reeds fijngestampt te krijgen), mengt ze door de san ten en kookt de rijst met deze santen, wat water, het zout, de sereh en de djeroek poeroetblaadjes gaar (liwet). Men kan de rijst ook eerst half gaar koken en dan in een rijststomer verder stomen tot ze gaar is. Voor de smaak kan men op de bodem wat daon pandan bladen leggen, (goerih!) Er was eens een tijd dat er nog maar heel weinig Indische en Chinese restaurants waren. Dat had óók zijn voordelen. Hoefde je tenminste niet lang te peinzen, waar je nü weer eens zou gaan eten. Vandaag de dag rijzen ze als paddestoelen uit de grond en heeft bijna iedere buurt zijn eethuisje. Een paar maanden geleden werd op de Thomson- laan „DOEA KOENTJI" geopend. Voor velen zal de eigenaar, de heer J. C. Waldt een oude bekende zijn: 5 jaar geleden begon hij nl. in de sleutelstad Leiden met zijn eerste „Doea Koentji". Beide eet huizen worden druk bezocht, en dat is te begrijpen, want het eten is er uitstekend. U denkt nu natuur lijk dat de heer Waldt een oude rot in het restau rantenvak is. Niets daarvan. In Indië was hij ambt- tenaar, het laatst bij de Weeskamer in Padang. In '51 ging hij met vervroegd pensioen naar Hol land. Maar aan stilzitten, dacht hij nog lang niet. Meer dan twee jaar verzorgde hij de boekhouding van Ada Rasa en Kota Radja. En toen dacht hij: „Dat moet ik ook kunnen." En wij kunnen niet anders zeggen dan: „Ga beslist ook eens in „Doea Koentji" eten." De bediening is vlot, het interieur keurig verzorgd en gezellig. En van de zomer zal er in de achtertuin een platje zijn, waar U, in af wachting van Uw makanan (Nasi rames krijgt U op van die grote „muurborden"!) een koele tjendol kunt drinken. ELLEN Een groot aantal oud-TEMESIANEN en andere ex-HBS-ers van Bandoeng kwamen op de le okto ber j.l. bijeen voor een eerste reünie in „De Bataaf" in Den Haag. Er waren heel wat herinneringen op te halen en er was die avond heel wat te bepraten. Groepjes vroegere klasgenoten troffen elkaar na jaren weer aan; andere schoolgenoten, bekenden van de befaamde TEMESIAS-fuiven, zagen elkaar terug; foto's werden gemaakt; kortom een gezellige boel. De hapjes, die zo tussen de bedrijven door geserveerd werden, smaakten prima en voordat men er erg in had was de avond omgevlogen, toch nog te kort De eerste reünie van TEMESIAS, die eigenlijk als een experiment was bedoeld, was goed geslaagd! En op die bewuste avond al werd gedacht aan een tweede reünie vooral met het oog op het feit dat in 1961 het 45' jaar geleden is dat TEMESIAS werd opgericht. Maar dan deze keer een gezellige feestviering met een muziekje en dansen. Een ding is jammer: we beschikken nog niet over voldoende adressen van oud-leerkrachten-TEME- SIANEN en HBS-ers van Bandoeng. Hierdoor komt het, dat we tot onze spijt niet iedereen een circulaire konden toezenden voor de a.s. feestreu- nie. Daarom hebben we dit verslagje geplaatst en elders in dit blad een oproep. Hebt U interesse? Bent U enthousiast? Geef U dan op voor de feestreunie! Een halve geraspte klapper, een lepel fijngesneden sereh, 1 theelepel zout, x/2 theelepel peper, 2 dje roek poeroetbladeren, 1 salamblad, 1 kopje wa ter, 1 kopje santen, 1 ei, 2 lepels asemwater, bo ter. Bereiding! De sereh wordt met de andere kruiden fijnge stampt en met een ei, met de hele bladeren, de santen, het asemwater, de geraspte klapper tot ge hakt verwerkt, hiervan worden kleine balletjes gemaakt en deze in boter of anders olie licht bruin gebraden. Een jonge kip, 2 lepels santen, water, zout en bo ter of olie. Bereiding: De kip wordt gaar gekookt en het vlees daarna in lange dunne repen er af gescheurd, hoe fijner hoe beter. De asem wordt met water tot een papje gemaakt, vervolgens met zout naar smaak ver mengd. Hiermee wordt het vlees goed ingewreven en in hete olie of boter croquant gebakken.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 16