De wil om voort te leven met een eigen merk ORGAN DER SCHWEIZER AN DER PAZIFIKKUESTE XIV SAN FRANCISCO 7 *o5ibus EINER FUR ALLE, Das SCHWEIZER JOURNAL, gcgruendel 191S, ist das Offizielle Organ der Vereinigten Schweizcrvereine von Kalifornien. The "SWISS JOURNAL," established in 1918, is the Official RNAD Newspaper of the "United Swiss Societies of California Tong-Tong is in Nederland nog steeds een blad, dat in de samenleving de „cold shoulder" krijgt (de ruimdenkende Nederlander niet te na gespro ken) en afkeurend beoordeeld wordt: „Indië is toch voorgoed voorbij!" „Eens zijn jullie allemaal weggeassimileerd!" „Wat heb je aan zo n half Maleis blad," enz. enz. Veel Indische Nederlanders doen daar even hard aan mee. Dat nochtans Tong- Tong nu meer dan tienduizend lezers heeft en onder de besten van de samenleving bewijst dat het intelligente inzicht (zoals altijd) toch ster ker is dan de „publieke mening". Heel anders is het in Amerika, waar honderden bladen bestaan van Amerikanen van vreemde af komst, spreekbuis van evenzovele groeperingen, die hun land van herkomst niet vergeten willen, ook al is voor hen soms het verleden definitief voorbij. De Wit-Russen, de Polen, de Armeniërs, enz. enz., ook al wonen ze dertig jaar en langer hier, ook al zijn ze van de tweede, derde, vijfde generatie, zij hebben een sterkte lotsverbondenheid, zij zijn zich bewust van de culturele waarden van hun afkomst en zij houden die met ere in stand. Duitse, Joodse, Italiaanse bladen zijn er in allerlei staten en zelfs beperkte delen van staten. De „kop" van de krant die wij hier afdrukken is speciaal van de Zwitsers aan de Pacific-kust. Dit blad heeft (net als Tong-Tong) honderden abonnementen in het buitenland. Stel je voor, terwijl Zwitserland toch bestaat en er Zwitserse bladen genoeg zijn! Maar de „Schweizer der Pazifikkueste" zijn een ander soort Zwitsers de meesten spreken b.v. alleen maar Engels en zij zijn zich sterk bewust van hun aparte geaardheid. Zij sluiten zich wils krachtig aanéén onder het motto: „Einer für alle, Alle für Einen.' En men hoeft geen I.E.V.-er te Chinatown in San Francisco (ook in New York ziet hij er zo uit). Amerikaans en toch Chinees. Tientallen generaties hier. Misschien nooit meer terug naar het stamland. Al een heel ander soort Chinees geworden, maar met een eigen stempel in het nieuwe vaderland. Hoe waar is het devies van het Amerikaanse wapen: „E pluribus unum zijn om direct in deze spreuk met verrassing terug te vinden het devies van het oude Indo-Europese Verbond: „Een voor allen, allen voor een!" Waarom? Om sentimenteel te doen? Neen, om elkaar te helpen. Deze Zwitsers vinden betrekkingen voor elkaar, deze Zwitsers helpen eikaars business, deze Zwitsers stichten een fonds om mensen in nood te helpen. Voor velen is het oorspronkelijke land van afkomst nog maar een verre echo, maar zij hebben elkaar. En in elkaar vinden zij een nieuw vader land. Zijn zij daarom minder Amerikaan? Nee, on top of it all they are good Americans. Zij hebben in de oorlog op alle fronten gevochten, in hun hele levensstijl zijn zij Amerikanen. Men moet in Amerika zijn en deze Nieuwe Wereld kennen om te begrijpen dat zoiets mogelijk is. Want in Hol land schijnt het niet mogelijk te zijn. Tong-Tong zal niet rusten voor de duizenden In dische immigranten, those „Indo-Americans" ook zo'n eigen blad gegeven zal hebben, ook zon eenheid voor allen. Wij zijn een goed slag men sen. Wij hoeven nergens weg te kruipen in een andere huid. Hier in Amerika staan wij tussen twee oude werelden: Nederland in het Oosten en Indonesië in het westen. Van beide landen hebben wij de mooiste waarden verzameld. Wij zullen ze vasthouden en verder dragen met de zon mee westwaarts naar een ander Indonesië misschien. Maar ook al zal dit het nieuwe vaderland zijn „for ever and ever", in dit nieuwe vaderland zul len ook wij een eigen merk brengen. Gauw volgt nader nieuws over de speciale Tong- Tong in Amerika. De Indischman (bruin én blank) dood? Nog lang niet. Nog lang niet. TJAL1E ROBINSON op zelfvertrouwen en ondernemingslust. High School geeft geen generaal denk-onderwijs, maar ontwikkelt in grote vrijheid en variatie persoon lijke talenten. Een jongen met b.v. muzikale aan leg is na high school een geweldig eind gevorderd. In College vindt hij dan de voltooiing van zijn practische aanleg. Je hebt hier het systeem dat grote bedrijven en industrieën beurzen geven aan veelbelovende jongelui. Wie in Amerika rijk wordt, doet veel aan relief -work en hulp aan neven mensen. Zelfs boksers geven een flink percentage van hun beurs voor een goed doel. Het is dit „Maecenas"-schap, dat ik in Holland mis met zijn drieduizend millionairs en enorme winsten makende concerns. Dat kan toch beter? Nee, ik schei toch maar uit. Voorbeelden zijn hatelijk. Holland heeft nu eenmaal een andere le vensstijl. Er zijn hier zeker ook Hollanders, die graag naar Holland terug willen, omdat alles daar veel eenvoudiger, kleiner en knusser is. Elk volk heeft zo zijn eigen deugden en ondeugden. De kwestie is maar: waar voel je je het prettigst? En gun ieder mens wat hij het prettigst vindt. Salutas! Hier in San Francisco sneeuwt het nooit. Het kan er op de koudste dagen wel erg koud zijn, maar zelden erger dan in de ochtend op de Poentjak. Het feit alleen al dat in de stad overal palmen staan en dat in de Golden Gate Gardens (één van de mooiste parken die ik ooit zag) de dennen naast de pakis hadji (boomvarens) groeien, mag bewijzen dat het klimaat hier inderdaad mild is. Nu, eind februari/begin maart, schijnt de zon meestal zó uitbundig, dat je overdag in zomerkle ding loopt. San Francisco heeft trouwens de ty pische aanblik van een oosterse of, laat ons zeggen een Italiaanse of Spaanse stad. De ge bouwen zijn er wit. Veel huizen in Mexicaanse stijl. De straten wijd, schoon, golvend, net als in Malang of Bandoeng. Enorm veel gekleurde men sen (Mexicaans, Puerto-Ricaans, Portugees, Itali aans, Filipino, Hawaii, Chinees. Japans, Indo- Europees, Neger)In de staat California woont ruim 50% van de geëmigreerde Indische Neder landers. Overal heb je kleine kringen van oude en nieuwe kennissen, die elkaar ook in allerlei opzichten helpen. Dat is wel nodig, omdat in Californnië de werk loosheid groot is, zo groot zelfs dat in de laatste tijd velen weer in andere staten werk zoeken. Voor de Indischman is dat vooruitzicht op werkloos heid een schrikbeeld. De Indischman hier deinst er niet voor terug, maar bindt er een koppige strijd mee aan. Typisch voorbeeld: Louis Fürstner, een stille, bescheiden kerel, in elk geval per sé geen fuif-type, kan niets vinden in zijn lijn, maar neemt toch maar les voor assistent-dansleraar, geeft nu als volleerd dansleraar in een grote dansclub les tegen een goed uurloon. Het zeurig rondhangen van werkloze of naar ge schikt werk zoekende mensen zoals in Holland zit er hier niet bij. De Indische jongen, het Indische meisje, ondergaat hier werkelijk een metamorfose. Hij is veel energieker, vindingrijker, en enorm veel arbeidzamer dan in Nederland of Indonesië. In Amerika werken duizenden gehuwde vrouwen in fabrieken, wat in Nederland haast niet gebeurt. Maar zelfs op fabrieken met vrij ruw handwerk zijn de mede-arbeiders beleefd en behulpzaam. De mannen zijn niet grof in de mond of handtastelijk. Chefs hebben „a keen eye" voor goed werk en het gemiddelde Indische meisje krijgt zelden een lay-off of wordt na korte tijd weer herplaatst. De geestelijke protectie van de arbeider is hier groter. Typisch voorbeeld, niet vrij van humor. Op pagi na 1 van de New York Times (dus niet het eerste het beste blad) las ik een berichtje onder de kop „Buss wrecks truck-driver". Eén moment denk je: botsing tussen autobus en vrachtauto, maar buss (met twee essen) betekent toch omhelzing? Dan lees je dat een al te levenslustige vrachtauto chauffeur in een verliefd moment een aardig fa brieksmeisje omhelsde en door haar bij de chef werd aangeklaagd. Deze vrijheid kostte de chauf feur zijn goed betaalde baan en verbeurde zijn bescherming bij de Union! Trouwens, je merkt het ook op straat. Zelfs op de drukste trottoirs en in trams en bussen en winkels wordt er nergens tegen je opgebotst en worden nooit ellebogen gebruikt. In „rauwe" buurten heb je geen last van opdringerigheid. Op de hoeken van drukke straten zie je geen jongelui fluiten naar meisjes. Misschien ook omdat ook de ongelui van nette standen over het algemeen in goede phy- sieke conditie blijven. Er zijn enorm veel „body building" clubs van jongelui, waarin wordt ge bokst, judo en karate beoefend wordt. Wat je hier helemaal nergens ziet: de imposante pioniersbaar den, waar Hollandse culturelen zo mee paraderen. Dc jongeman hier is over het algemeen solide ge bouwd als een marinier, clean shaven en met voor keur voor de „crew-cut" (zeer kort „en brosse" geknipt haar) of de „butch": gemillimeterd. Het is misschien waar dat er ook veel slappe tinussen zijn, maar er is een duidelijk en prettig aandoend tegenwicht in welgebouwde, stevige knapen. (Lees verder volgende pag.)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 7