„SEDEP" De Indische kulturele kring Tong Tong Welke wijs hoort hierbij? FUIVEN IN HAARLEM „a la Indonesia" Boekhandel P A A G M A N Ketjap „SEDEP" Jah-itoelah dia!! letjiep - ietjiep, Enak-lah rasa-nja. Pakai tiap hari Banjak vitamien lidah perloe lagi Pergie di dokterien. Lain tiap tidah sama ini, Enak-nja begi-begini, (duin omhoog) Belie lekas satoe botol ketjap liat jang baik „SEDEP" ja-itoe tjap kost per Hes slechts f 2.75 Met een kaartje aan ons adres krijgt U een gratis proeffles en danwordt U vast een regelmatige afnemer van H. Edwards van Muijen (vr. Soerabaya) Van Goghstraat 61 Den Haag 13 POËZIE VAN TWEE VADERLANDEN. Er was een voelbaar warme sfeer, er was contact met de zaal, toen de dichter Willem Brandt op 27 maart sprak van de I.K.K. Tong Tong. Een con tact dat tot stand kon komen doordat de spreker raakte aan snaren die gelijkgestemd waren, althans in harmonie met elkaar klinken konden. De harmo nie, waarnaar volgens Willem Brandt het verlan gen van de dichter uitgaat. Volgens hem is poëzie heimwee. Heimwee naar twee vaderlanden. Niet alleen aards, maar vooral ook geestelijk bedoeld. Aardse aanleidingen worden door de dichter aan gegrepen om uiting te geven aan dit verlangen naar harmonie, naar het volmaakte. De taal van de poëet maakt het door haar beeldvorming mo gelijk om de tegenstellingen van aarde en hemel ineen te doen vloeien tot die harmonie. Willem Brandt illustreerde zijn betoog aan eigen werk, waarvoor hij met een hartelijk applaus werd beloond. t Johan Fabricius leidde de spreker in en dankte ook namens allen voor het gebodene. SOCIOLOGISCHE DOORLICHTING DER NEDERLANDE SAMENLEVING. Er waren slechts weinigen gekomen om te luisteren naar de Socioloog A. Hoekstra, die op 12 april voor de I.K.K. Tong t ong een sociologische door lichting van de Nederlandse samenleving gat. Dit was heel jammer, want het zijn juist dergelijke voordrachten welke voor ons, Indische Nederlan ders, die zich voor de vraag gesteld zien, hoe onze inpassing in de Nederlandse samenleving op soe- pele wijze kan geschieden, van groot belang zijn en die ons daarom moeten interesseren. Het getuigt van onbegrip onzerzijds als wij voor onderwerpen als deze geen belangstelling hebben. Het betekent, dat wij niet zien waar onze plichten liggen. Wi| stellen dat men in Nederland ons niet begrijpt, maar als wij dan een geboden gelegenheid om ons te doen begrijpen niet aanvatten, wil dit zeggen dat dit onbegrip ook aan onszelve te wijten is In een sterk opgezet betoog schetste drs. Hoekstra de samenstelling van de Nederlandse samenleving, waarbi, n. een overzicht werd gegeven van de bestaanc. - mgstandenstructuur, de verticale (be- roeps)strati :c. tie en de horizontale stratificatie (de zg. zuilen). Voor ons was hier vooral de discussie van belang, die op de lezing volgde, en die een zeer geanimeerd verloop had. Als vanzelfsprekend concentreerde zich deze gedachtenwisseling op de punten waarbij het om de gerepatrieerden ging. Want hier was het juist dat wij aan de heer Hoekstra duidelijk wil den maken dat het naar voren gebrachte standpunt weer typisch de Nederlandse opvatting weergaf, welke opvatting noodgedwongen wegens het ont breken van een juiste kijk op de Indische samen leving in al haar geledingen, onvolledig moest zijn. Daarbij werd ook op gewezen dat het niet gaat om een „aanpassen van alleen maar de ene groep aan de andere, maar dat nodig is een „in passen in een samenleving waarin men binnenkomt, en waarin men met behoud van eigen waarden door de ander geaccepteerd wordt. Dat daarbij de begrippen van kwantiteit en kwali teit ieder hun rol spelen moet natuurlijk in het oog gehouden worden. Al met al een belangrijke avond, waarvoor Ijalie Robinson, diezelfde dag uit Amerika teruggekeerd, spreker hartelijk dankte. WIES VAN MAARSEVEEN De bekende Amusementsvereniging TOVO heeft weer een contactavond georganiseerd in het Con certgebouw te Haarlem. Er kan weer flink gedanst worden op de muziek van maar liefst 4 bands, afgewisseld door unieke floorshows. De avond be gint om 8 uur non stop tot 2 uur s nachts. Er zijn nog maar een paar kaarten. Z-ie voor de adres sen waar die verkrijgbaar zijn de advertentie in dit blad. Maak haast, voor ze zijn uitverkocht! Vervolg van pag. 12 ty" en gaan eigenlijk alleen om met leden uit de hoogste Ind. kringen. Hun grote auto s, hun chauffeurs, hun talrijke bediendenschaar scher men hen nadrukkelijk van de rauwe Indonesische werkelijkheid af, zo ook hun diplomatenpassen, autonummerborden; van de veelvuldige krenkingen en discriminaties, waaraan de gemiddelde Duitser staat blootgesteld hij zij medicus, koopman, missionaris of journalist. Daarvan wil men op de ambassade niets weten en verklaart woordelijk; als onze mensen hier komen om geld te verdie nen dan behoren zij tevreden te zijn met de be handeling, welke men hun aanbiedt Zij hebben zegt gemakkelijk praten! „Zij komen welis waar óók maar naar Indonesië omdat zij ergens hun geld moeten verdienen, maar zij worden door 't ambtelijk Indonesië als rauwe eieren behandeld enz. Het is alles nogal triest en gênant maar voor ons niets nieuws. Wij hoorden en lazen hier al zoveel over de chicanes, de afpersingen, de pesterijen, de boosaardige behandeling van zendelingen en mis sionarissen, de boosaardige behandeling van alle blanken. En ook over het politieke, geestelijk, financieel, so ciaal en economisch verval. Men leest er thans maar liever snel over heen en hoopt, dat eindelijk van binnen uit het ora et labora luider wordt inge stampt en beter nageleefd dan de banvloek van Sentot bejubeld. Men zoeke in de pharmacopoea voor zindelijk en hoog beleid niet naar recepten voor blankenhaat, maar volge de tien geboden voor alie volken en alle tijden. Heer W. J. zou geen goed Duitser zijn als hij zijn lang epiloog niet met een 12-tal zeer lezenswaar- tingen besloot. Hij hanteert graag, aansluitend bij Hatta, die hij zéér bewondert, het coöpertarief sys teem en beveelt de „duitse" mens met zijn wereld bekende positieve kwaliteiten aan als de 't eerst op de voorgrond te roepen collaborant. Hij denkt aan Deli en vooral aan Flores, hij denkt aan pachtgebieden (ontwikkelings-concessies), waarin Duitsers en Indonesiërs in georganiseerd samenwerkende groepen zonder hoogheidsrech ten het land opheffen tot voorbeeldigheid en deviezenbronnen. (Wie denkt hier niet even aan de poqinq van duitse zijde om onder leiding van de broer van wijlen Prins Hendrik (1922-1923) om van Nieuw Guinea een soort allesomvattende con cessie te maken toen nog niét de regalia). J. doet het voorstel op een niet onaantrekkelijke ma nier. Ze is later misschien te volgen als Hatta of een even wijs en sterk geestverwant de verlichte dictator, vrij van vreemde smetten, kan spelen. Flores wil J. tot een soort „meesterfarm" ontwik kelen. Binnen 10 jaar een paradijs van vrede en economische gezondheid. J. wil ook „met alle macht", dat Duitsland snel weer lagere en hogere vaklieden gaat opleiden, ex perts, adviseurs e.d., van academici tot tractor chauffeurs, om ze naar Indonesië uit te zenden en daar, eerst op Flores en in Deli, te employeren. Verder wil hij Indonesiërs naar Duitsland laten komen om intens en exact te leren werken. Maar slechts „eine Weile", opdat ze niet ver vreemden of hooghartige allures aannemen, die hen afhouden van het gewone werk in het gewone volk. Die in Amerika of Europa gevormden met een graad ondervinden van die graden meer hinder dan aansporing. Het klinkt alles nogal neo-ethisch. Vijftig jaar ge leden heb ik in ambtelijke rapporten ook al dit genre lessen gelezen (en toen gretig ingezogen). Maar als de jongelui nu passen voor het mindere, Prijs: f 24.70 (Giro 185783) Verkrijgbaar bij Fred. Hendrikl. 217b, Den Haag - Tel. 543700 H. Ravesteijnpl. 42, Rijswijk - Tel. 984050 v. Schuijlenburchstr. 58, Delft - Tel. 22438 het vuile werk, het geringschatten en alleen het meerdere, het hogere, spectaculaire willen? Wat dan? Dan moet zeker de stok van De Jonge er aan te pas komen? Het gaat niet aan de epiloog schetsend, denigre rend, of met de kennis en ervaring die „wij" nog hebben ter zijde te stellen. Daarvoor is het te ernstig bedoeld, te idealistisch. De epiloog geeft een prachtprogram, zij is volstrekt overtuigd van de bekwaamheid der Duitsers om in nauw samengaan met de Indonesiërs wat goeds, blijvends, monumentaals van te maken .Iets niet a la In donesia anno 1960 maar ten dele made in Ger many. J. besluit zijn als tijdsverschijnsel merk waardig koloniaal appel aan het Duitse volk als volgt vertaald „Veel geld bijeenbrengen via de Duitse belastin gen, niet voor éénmalige hulp maar voor vele tien tallen van jaren, en dadelijk. Het gaat er niet om onze levensstandaard te doen stijgen. Die is al hoog genoeg of al te hoog. Het gaat er om de levensstandaard van hongerenden en behoeftigen op deze wereld de onze langzaam te doen naderen. Als ons dit niet gelukt zal het Westen met zijn hoge levensstandaard, zijn con- sumptiehonger en zijn vermolmde zelfverzekerd heid door sterkeren, kwaderen, gezonderen worden vernietigd." P. J. GERKE

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 13