N.A.S.S.I.-RUBRIEK
OP DE
PASAR MALAM
Bezoekt-de "BAZAAR van de
Ver."„ONZE TOEVLUCHT"
op 17 Mei 1961
in de bovenzaal van Café-Rest.
„De Galerij", Ln. v. Meerder-
voort419a hk. Fahrenheitstr.
De bekende attracties Het bekende
doel. Sociale hulpverlening aan Ind.
gerepatrieerden en spijtoptanten
Geopend van 1 1.30 uur tot 20 uur
30 Juni, 1 en 2 Juli
is weer een
TOKO N.A.S.S.I.
waar artikelen verkocht worden t.b v.
SPIJTOPTANTEN
Wie voor dit doel handwerken etc.
beschikbaar wil stellen kan dit
opgeven bij: het NASSI-secretariaat
Antwerpsestraat 18, Scheveningen
Telefoon 55.89.78
IN MEMORIAM
ROBERT
CHEVALIER
ONZE FICHEERDIENST
4
Nassi-activiteiten.
Wij beginnen deze rubriek ditmaal met de verschil
lende activiteiten, in de eerste plaats om met vreug
de melding te maken van twee nieuwe plaatselijke
Nassi-comité's, nl. een comité voor Zuid-Limburg,
dat onder voorzitterschap staat van de actieve heer
Simon, die tevoren als voorzitter van de S.I.G.N.
in Heerlen reeds veel voor de gerepatrieerden heeft
gedaan. De officiële installatie vond plaats tijdens
een gevarieerde Nassi-avond in Heerlen door de
Nassi-secretaris den Hamer, die een inleiding hield
over het spijtoptanten-probleem en de urgentie van
spoedige hulp. Verder werd een nieuw comité op
gericht in Doesburg en wel gecombineerd met Die
ren -waar men reeds enige tijd met Nassi-propa-
ganda bezig is. Men heeft het plan in mei een
Nassi-avond in Arnhem te geven in de hoop, dat
ook deze belangrijke stad dan een plaatselijk Nassi-
comité zal oprichten.
Jeugd en spijtoptanten.
Het Hengelose Nassi-comité het enige dat een
jeugdafdeling bezit organiseerde een voorlich
tingsavond voor de jeugd. Met een toneelspel,
waarin men op scherpe maar verantwoorde wijze
geconfronteerd werd met de noodtoestand van de
ex-Nederlandse jeugd in Indonesië. Wij juichen
deze voorlichting van het Hengelose comité zeer
toe, omdat het spijtoptanten-probleem tot grote
hoogte verband houdt met de zorg der ouders voor
de verdere opvoeding van hun kinderen naar Ne
derlandse maatstaven, hetgeen thans in Indonesië
onmogelijk is, Deze geestelijkt nood is voor velen
zwaarder te dragen dan de materiële nooa.
Pasam-Malam in Haagse Dierentuin.
Op 30 juni, 1 en 2 juli organiseert Tong-Tong
weer, evenals vorig jaar, een pasar-malam in de
Haagse Dierentuin. Ook Nassi zal daar weer met
een stand vertegenwoordigd worden, waarin aller
lei artikelen ten bate van de spijtoptanten zullen
worden verkocht.
Indien men artikelen heeft, die men voor dit doel
beschikbaar wil stellen handwerken, platen,
schilderijen, snuisterijen enz. dan kan men dit
opgeven aan het Nassi-secretariaat (Antwerpse
straat 18. Scheveningen, tel. 558978). Bij voorbaat
dank.
Honorarium voor advocaten.
Naar aan«?iding van onze rubriek in de vorige
Tong-Tong merkten advocaten, die het Nassi-
comité mede-adviseren op, dat de rechtzoekende
burger zich steeds in vol vertrouwen tot de advo
catuur kan wenden.
Er zijn tal van gevallen bekend, waarin de behan
delende advocaat geen of zeer weinig honorarium
heeft berekend, zulks afhankelijk van de draag
kracht van de cliënt.
Bij geschil over de declaratie beslist de Deken van
de Orde van advocaten tot wien een ieder zich te
allen tijde wenden kan.
Meerdere advocaten werken met hel Nassi-Comité
samen.
Veteranen en Nassi.
In het orgaan Oud-Wapenbroeders van het Vete
ranen-Legioen-Nederland verscheen van de hand
van de veteraan L. Kortman een goed artikel tot
steun van ons Nassi-streven. Wij zijn de heer
Kortman daarvoor zeer erkentelijk en halen uit zijn
artikel gaarne en met instemming de volgende pas
sages aan:
,,U heeft ze gezien, deze „Indische Nederlanders",
in de hoogste en verantwoordelijkste posities en
rangen. U maakte ze mee als kleine ambtenaren,
onderofficieren of zomaar, als kleine „boeng" in
het particuliere leven.
Allemaal zijn op een of andere wijze gedupeerd
door de oorlogsgevolgen en door de negatieve
resultaten van de Nederlandse politiek uit die
jaren.
Doch zij, die bleven, vertrouwend op adviezen der
eigen Regering, kerkelijke instanties en werkgevers
en rekenend op de toezeggingen der Indonesische
Regering, nog het meest en hoe langer hoe erger.
Zij zijn het zwaarst de dupe van al.
Ze vormen de groep der zogenaamde SPIJTOP
TANTEN, deze mensen die het Indonesische
Staatsburgerschap verkozen (opteerden) en daar
nu (vanwege de teleurstelling) spijt van hebben.
De toestanden in Indonesië hebben zich zodanig
ontwikkeld, dat het leven voor hen onhoudbaar
geworden is. Immers, de steeds onbetrouwbaar blij
kende Soekarno-regering houdt zich ook nu niet
aan de gedane toezegging om hen, als ze maar In
donesisch Staatsburger werden, geheel met Indo
nesiërs gelijk te schakelen en hen als zodanig te
behandelen. Ze zijn de dupe van de discriminatie.
Nu willen ze, in het belang van hun vrouwen en
kinderen naar Holland, hun Moederland. Maar
hoewel door onze Regering aan hun repatriëring
gewerkt wordt gaat het te langzaam, mondjesmaat.
Dit, nu voor hen acuut gevaar dreigt. De levens
omstandigheden zijn onhoudbaar voor hen gewor
den. Ze worden uit hun werkkring ontslagen, wor
den elders niet meer aangenomen; het leven is on
voorstelbaar duur geworden en al waren de
kosten niet zo gestegen ze zijn door gebrek aan
inkomsten in armoede en zorgen gedompeld.
Hun vrouwen en dochters worden vaak belaagd
en aangerand, hun kinderen worden gehoond en
bespot, want „Belanda" is tegenwoordig een
scheldwoord.
En dan de ergste dreiging. Als Soekarno tot een
ondoordachte aanval op Nieuw-Guinea mocht
overgaan, dan is het met hen gedaan. Dan zitten
ze als muizen in de val, als gijzelaars. Dan worden
ze hoogstwaarschijnlijk geïnterneerd en wat dat zal
betekenen, kunnen wij, die de Aziatische krijgsge
vangenschap meemaakten, ons maar al te goed
voorstellen.
Daarom is er grote spoed nodig bij het oplossen
van hun vraagstuk. Ongeveer 14.000 spijtoptanten
zijn er nog in Indonesië. Het voor repatriëring aan
genomen quotum van 2000 per jaar is natuurlijk te
laag. Dan zou het nog 7 jaar duren voor zij allen
(voorzover nog in leven) veilig zijn. Daarom
SPOED! SPOED! SPOED!"
Door de telefoon klinkt de bedrukte stem van een
vriend uit je Indische lagere school-jaren en je
hoort, dat een gemeenschappelijk vriendje uit die
dagen plotseling is gestorven. Zo maar een simpe
le mededeling, op een ogenblik, waarop je gedach
ten zich bezighouden met twee mensen, waarvan
de één nog maar enkele uren geleden met onvoor
stelbaar razende snelheid hoog boven de aarde
door de eindelozen hemelruimte schoot, terwijl de
ander, die miljoenen onschuldigen een gruwelijke
dood in zond, voor zijn aardse rechters staat.
Gedachten over het bijna bovenmenselijke en het
onmenselijke, waarvan je je niet kunt losmaken.
En dan valt dit alles, dit adembeklemmende, plot
seling weg en je ziet alleen nog maar dit vriendje
voor je, met wie je zestig jaar geleden speelde en
vocht in Magelang.
Nog maar zo kort geleden bezocht Robert Che
valier mij en hij raakte niet uitgepraat over onze
jeugdjaren en over het kleine rustig kotta'tje tus
sen de bergen, waar hij kind was en man, waar hij
iedereen kende, zoals iedereen hém daar kende.
Hoe wist hij dit alles voor ons te doen herleven,
deze Indische Fransman met zijn levendige geest,
zijn beweeglijke handen, zijn vlugge, tintelende blik.
Als zovelen verloor hij vrijwel alles wat hij bezat.
In de Jappentijd heeft hij, zolang hij kon, velen
geholpen die in nood verkeerden. Berooid keerde
hij terug. Hoe weinigen hebben geweten met hoe
veel energie hij, op de grens van de ouderdom, ge
tracht heeft zich hier een nieuw bestaan op te
bouwen.
Soms is het ons gegeven een medemens recht
in het hart te zien. Bij zijn bezoek liet hij ons een
album zien, vol foto's uit het leven van een geliefd
kind. Onder ieder beeldje een Frans gedichtje,
waaruit zijn grote liefde sprak, en zijn dichterlijke
geest. Hier en daar in witte inkt een sierlijk teke
ningetje, speels en luchtig.
Robert Chevalier was een goed mens. Velen die
hem gekend hebben, zullen het bericht van zijn
heengaan met ontroering vernomen hebben.
Gedurende het lange Paas-weekend hebben we
ons beziggehouden met het organiseren van de
Ficheerdienst. Mw. V. van Groenendael, oud
bibliothecaresse van het Bat. Genootschap is be
gonnen met de jaargangen 1814 6 1815 van de
voorloper der Javase Courant.
Midden april kregen we onze overige medewer
kers. Wij zijn er in geslaagd een unieke lijst der
ongeclaimde nalatenschappen uit de Compagnie-
tijd, waarvan wijlen W. Wijnaendts van Resandt
schreef, dat deze „bijzondere aandacht" verdiende,
uit het exemplaar der Javase Courant in de Biblio
theek van Overzeese gebiedsdelen te laten photo-
copiëren, en beschikken ook nog over enkele zeld
zame opgaven van de Weeskamers uit het begin
der 19e eeuw, die t.z.t. ook geficheerd zullen wor
den.
Mr. Hogerzeil zou trachten nog enkele exempla
ren van Kleians adresboek uit Indonesië hierheen
te krijgen. Momenteel liggen ze waarschijnlijk
als waardeloos afval op de pasar boekoe. Indien
er nu onder onze 10.000 ahonné's (en minstens
het dubbele aantal lezers) nog enkelen zijn, die ons
één van hun exemplaren zouden willen lenen,
zouden ze ons in staat stellen heel belangrijk werk
te doen, door deze te ficheren op de vrouwsnamen.
Er is veel meer materiaal, dan dat er krachten zijn:
wie wil nog meehelpen, het is alles werk, dat U
rustig thuis aan tafel kunt doen, hoevelen onzer
zitten niet op kleine plaatsen, waar heel weinig
afleiding is, zich te vervelen? Kosten zijn er
niet aan verbonden of voor Tong Tong's rekening,
klim eens in Uw pen, U maakt U zélf nuttig, hebt
wat interessants te doen, en helpt Uw landgenoten,
die om hulp en advies bij ons aankloppen!
NAVORSER