Dr. A. A. Aalders
REÜNIE
wmm^m
„Indische Nederlanders zijn zeer nauwgezet"
3 x DAAGS 1 LEPEL NA DE MAALTIJD
8
„De gemeente Rotterdam staat wijd open voor Indische Nederlanders", zegt. dr. A. A. Aalders, hoofd
afdeling personeelszaken van de gemeente Rotterddam. „Er bestaat bij de Indischen in vrijwel alle ge
vallen een grote en goede arbeidsbereidheid. Zij zijn nauwgezet, niet recalcitrant en altijd bereid samen
te werken." „Samenwerken voor een grote stad", zegt ook burgemeester Van Walsum in een fraai
uitgevoerde folder, die binnenkort zal worden verspreid in de hoogste klassen van de middelbare scholen.
De bedoeling van de folder is: de jongeren attent maken op de vele toekomstmogelijkheden die er zijn in
dienst van de gemeente Rotterdam.
Er werkt ongeveer achttienduizend man personeel bij de gemeente. Het aantal vacatures bedraagt echter
ruim tweeduizendEen groot gedeelte van dit tekort wordt opgevangen door losse arbeiders uit
Brabant, die met bussen naar en van Rotterdam worden vervoerd.
Dr. Aalders werd zestig jaar geleden geboren in
Kampen. Hij ziet er uit als een sportieve achten
veertiger. Een gemoedelijk man met gevoel voor
humor.
Na zijn studie (Indologie) in Leiden ging hij, in
1924, als B.B.-ambtenaar naar Indië. Hij werd
aangesteld als adspirant-controleur in Pontianak
op Borneo. De heer Aalders werd verschillende
malen overgeplaatst en zo kwam hij onder meer
terecht in Sinkawang, in het uiterste westen van
de wester-afdeling van Borneo. Deze streek was
in die tijd economisch zeer bealangrijk. Er zaten
zo'n zestigduizend Chinezen, niet alleen handels
lieden, doch ook vele landbouwers en werklieden.
In 1926 vertrok dr. Aalders voor twee jaar naar
Java, waarna hij werd overgeplaatst naar Djambi.
In 1930 vertrok hij voor een half jaar verlof naar
Holland. Na zijn terugkomst werd hij aanvanke
lijk te Tjilatjap geplaatst. Kort daarop werd hij
resident-secretaris van Japara-Rembang. Van 1935
tot eind 1937 was hij controleur van het district
de Lampongs. Het aan de schrijftafel gebonden be-
stuurswerk beviel hem op de duur niet, zodat hij
dus met vreugde in het hart gevolg gaf aan de op
dracht, die hem een controleursplaats in de Lam-
pongse Districten aanwees. De Lampongs: een
merkwaardig land met een merkwaardig volk.
Een land waar de actieve bestuursambtenaar aan
zijn „trek" kon komen. Een „fleurig land, waar
de welvaart zich dank zij de inkomsten uit de
pepercultuur duidelijk aftekende. De Lampongs
vormden namelijk het grootste pepercentrum van
de wereld, waar vooral in de oogsttijd alles
peper was wat de klok sloeg. Daarnaast bloeide
het adatleven „in felle kleuren en rijke lijnen van
staatsie en ceremonieel, symboliek- en ritueel, kle
derdracht en stijl, vormen, gebruiken en feestelijk
heden" zoals de heer Angeleno ergens zegt in zijn
„Staatkundig Beleid en Bestuurszorg in Neder-
landsch-Indië", De adat, welke voor het volk nog
een levensbehoefte vormde: het intensieve contact
met de buitenwereld knaagde weliswaar reeds aan
de grondslagen van de adat en de transmigratie op
grote schaal van Javanen droeg daartoe het hare
bij, maar de innerlijke kracht van het Lampongse
volk gaf zich nog zo maar niet gewonnen. Aan
zijn bestuurstijd in de Lampongs, die voor hem
„de mooie dagen van weleer" betekenen, bewaart
de heer Aalders nog de beste herinneringen.
Eind 1937 ging de heer Aalders terug naar Hol
land. In 1938 kreeg hij een studie-opdracht van
de Indische regering. Hij schreef een dissertatie
over „Het toezicht op de lagere rechtsgemeen
schappen in Indië" waarop hij in 1940 promo
veerde. In 1946 werd hij hoofd van de afdeling
personeelszaken van de gemeente Rotterdam.
Omdat de „gordel van smaragd" hem toch nog
alt:jd boeide vertrok hij in 1952 naar Indonesië als
adviseur van het Centraal Sociaal Werkgevers-
overleg. Men wilde een poging doen alle onder
nemingen in een bepaald verband onder te bren
gen, zodat men sterker zou staan tegenover de zich
ontwikkelende arbeidersbeweging. Dr. Aalders
bleef slechts een half jaar in Indonesië. Hij voelde
zich er niet meer thuis. „De stituatie was heel
vreemd geworden", zegt hij. „De verhouding tus
sen de arbeiders enerzijds en de leiding anderzijds
was politiek geïnfiltreerd. Het werken was voor
mij In feite onmogelijk geworden.'
Na zijn terugkomst in Holland nam hij zijn oude
werk bij de gemeente Rotterdam weer op.
Hij heeft juist een jaar van hard werken achter
de rug. Een jaar van bespreken en berekenen en
rapporten schrijven. De 8500 ambtenaren op week
loon gaan binnenkort over op maandloon. Voor
de huisvrouw is het niet zo eenvoudig direct van
week- op maandloon over te schakelen. Dit be
zwaar hoopt het gemeentebestuur op te vangen
door het uitkeren van een extra weekloon. De
Er komt alweer een reünie! Ditmaal van oud
leerlingen van de NAOORLOGSE H.B.S. te Bui
tenzorg. Wie zich daarvoor nog niet heeft opge
geven, kan dit alsnog doen bij:
De Heer A. Emanuel
Barnsteenhorst 178
Den Haag - Tel. 854831.
De kosten voor de avond, die om 20.00 aanvangt
en die gehouden zal worden in de Rotonde van
Houtrust in Den Haag, bedragen 3,p.p.
Er bestaat ook de mogelijkheid deel te nemen aan
het diner dat om 18,30 begint a raison van nog
eens 3,50 p.p. eveneens in de Rotonde. Wij wij
zen er nog eens met nadruk op, dat het hier de
NAOORLOGSE H.B.S. betreft, want...
Ook de VOOROORLOGSE H.B.S. te Buiten
zorg heeft het plan opgevat dit najaar een reünie
te organiseren. Het initiatief daartoe werd geno
men door:
Mevrouw L. Parson
des Présstraat 8 III
Amsterdam Tel. 72.02.27,
bij wie U zich ook kunt opgeven. Een datum is
nog niet vastgesteld en er hoeft nog niets betaald
te worden. Het gaat er voorlopig alleen maar om,
dat er zoveel mogelijk namen en adressen van
oud-leerlingen en -leraren verzameld worden.
Geef U dus zo spoedig mogelijk op en maak ook
vrienden en vriendinnen, die (o, schande, daar
moet iets aan gedaan worden!) geen abonné zijn
van TONG TONG en dit stukje dus niet onder
ogen krijgen, erop attent.
En nu aan het werk, zorg dat het net zo ramé
wordt als de KW III reünie van vorig jaar!
Dr. A. A. Aalders, hoofd personeelszaken van de
gemeente Rotterdam.
ambtenaren kunnen bovendien een voorschot van
75 gulden opnemen. Zij kunnen dit dan op lange
termijn terugbetalen. De voordelen van de nieuwe
maatregel zijn voor de gemeente niet gering. Het
uitbetalen van loon eens in de maand spaart enorm
veel tijd en daardoor indirect ook personeel. Dit
kan Rotterdam met zijn personeelstekort best ge
bruiken.
Dr. Aalders houdt zich niet alleen bezig met loon-
methodieken en het toepassen van bezoldigings
maatregelen. Het gemeentepersoneel valt niet onder
de sociale wetten van het Rijk, zoals bijvoorbeeld:
ziektewet, het ziekenfondsenbesluit, enz. Rotterdam
treft dus zelf regelingen, die parallel lopen met
deze sociale voorzieningen. Het ligt in de bedoe
ling van de gemeente op korte termijn de vrije
zaterdag in te voeren. Economisch heeft dit van
zelfsprekend enorm grote bezwaren. De verschil
lende diensten nemen nu proeven met nieuwe
werkroosters om deze moeilijkheden zoveel moge
lijk op te vangen.
„De vrije zaterdag is onontkoombaar", zegt de
heer Aalders. „Het is een nieuwe fase in de sociale
vooruitgang. De algemene ontwikkeling gaat in die
richting. Wij hebben vorig jaar augustus een com
missie ingesteld om te onderzoeken wat de gevol
gen van de invoering van de vrije zaterdag zouden
zijn. Men is nu bezig te trachten deze eventuele
gevolgen zoveel mogelijk te ondervangen, onder
meer door het mobiliseren van latente reserves, die
in élk bedrijf tot op zekere hoogte aanwezig
zijn. De behoefte aan een vrije zaterdag leeft
zeker wel. Het is prettig voor de mensen twee
aaneengesloten dagen vrij te hebben. Sollicitanten
vragen er trouwens naar."
Er gaat heel wat om in een „bedrijf" als de ge
meente Rotterdam. Deze stad geeft per jaar alleen
al 400.000 gulden aan advertentiekosten uit. Een
zeer groot deel hiervan gaat naar de personeels
advertenties.
Rotterdam kan onder meer ingenieurs, verpleeg
sters, tramconducteurs, bankwerkers, timmerlieden
en administratief personeel gebruiken. De gemeen
te tracht het werken in deze dynamische stad nog
aantrekkelijker te maken door hulp bij het ver
krijgen van een woning in het vooruitzicht te stel
len.
„In het algemeen lukt dat ook wel", zegt dr.
Aalders. „Ik kan wel zeggen dat vrijwel iedereen
Het gebeurde jaren geleden in Indië. Ik was apo-
theker-asSistente in Kediri. Rondom lagen de
suikerfabrieken en zo van tijd tot tijd kwam er een
employé afzakken. Op een ochtend kwam Mr. A.
Hij was een buitenlander, gezellige prater, maar
hij sprak zeer slecht Hollands. Zijn maleis was on
berispelijk, maar dat gekke Hollands neen dat luk
te nooit! Maar de Hollanders zelf mocht hij wel,
en als hij in de apotheek kwam babbelden we hon
derd uit.
Op een dag was hij ziek, mopperde wat, was naar
de dokter geweest en bracht een recept. Ik zei:
„Nou Mr. A. U kunt er wel op wachten want de
pesoeratan komt pas morgen" „als kén, ja dan wel"
antwoordde hij.
Het recept werd klaar gemaakt. De chinees gaf
mij de fles, ik nam een etiket en vroeg: „zal ik het
gebruik maar in het maleis zetten?"
„Nee, o nee, Hollands is de taal hier"
„Nou Mr. A. maleis lijkt mij toch beter" „nee,
nee, geen maleis", nou dan niet. En ik zette: Mr
A. 3 maal daags een lepel na de maaltijd".
Mr. A. af.
Ik hoorde enige weken niets. Daar, plots in de
vroege ochtend rende zijn paard het erf op. Hij
sprong er af, was woedend; hij stormde de voor
galerij op en brulde: „Nou. nou, ze moesten U Uw
diploma afnemen, U opsluiten, U bent, ja, ik weet
niet wat." „Man bedaar een beetje, wat is er?"
„Wat er is? Er staat op het etiket (hij liet me een
fles zien waarin een vieze, waterige massa),
„3 maal daags een lepel na de maaltijd" giste
ren waren we klaar met malen, ik neem de fles,
die ik al die tijd in de goedang had opgeborgen,
nou, zie zelf, bedorven, totaal bedorven, kan ik
toch niet innemen?"
Och ja, de Hollandse taal is moeilijk!
C. ELZE-V. STAVEREN
die hier komt werken, in dienst van de gemeente
dus, binnen zes maanden een woning krijgt toe
gewezen."
Rotterdam staat bekend om zijn bruisende activi
teit. „Een stad van wérken en van bouwen", zegt
Lia Dorana in het liedje Ali-Cyaankali.
„Door de veelvuldige aanraking met het bedrijfs
leven draagt ons gemeentelijk apparaat ook niet
zo sterk het stempel van het ambtelijke", zegt de
heer Aalders. „In Rotterdam kan zo'n beetje alles".
Het is verheugend dat zoveel figuren uit het oude
Indië meehelpen deze stad te doen groeien en
bloeien.
HANNY LIM