Djangan Loepah
Pasar Malam
Tony van Steenbergen
Tony in actie!
EEN EIGEN OPINIE
DE STEM
10
T HTmilinilliillHi i
In San Diego is een nachtclub, de „Moonglow
met als „star-attraction" (zijn portret staat levens
groot boven aan de gevel) een Indische jongen,
Tony van Steenbergen, die als entertainer (pianist,
zanger, humorist) nacht aan nacht zorgt voor volle
zalen.
Tony is een typisch voorbeeld van een „Indische
jongen met muzikale aanleg, die nochtans door een
behoorlijke portie „goed verstand" dreigt de tra
ditionele ambtelijke kant uit te gaan na HBS enzo
voort. Tot op zekere hoogte was de oorlog (en
het abrupte einde van alle studie) zijn redding.
Daarna kon Tony z n studie-slag maar niet meer
terugkrijgen en ontwikkelde hij spelenderwijs doch
grondig en gevarieerd zijn muzikale gaven.
We vinden hem, na de oorlog dan ook terug in
diverse bandjes, zwerven door heel Europa (o.a.
in het ensemble van Busselaar), maar in 1957 be
sluit Tony te emigreren naar Amerika. Pakt van
alles aan en is o.a. busboy in San Diego. Na vol
brachte dagtaak gaat hij er echter opnieuw op uit
en loopt allerlei nachtgelegenheden af, zich aan
biedend als gastspeler. Als hij merkt dat dat goed
gaat (after all heeft zijn zwerf tijd in Europa hem
veel goeds gedaan) besluit hij zich officieel te la
ten inschrijven als entertainer, neemt contact op
met de Union en is na een auditie van nog geen vijf
minuten aangenomen.
Hij werkt nu 6 nachten in de week bij Moonglow
op een vast contract en een royale gage plus bo
nus plus commissie en verdient nog bij met lesge
ven. Hij heeft als hobby in zijn vrije tijd: huizen
bouwen. Heeft een „do-it-yourself"-cursus ge
volgd en dan kan je in de States bouwen zoveel als
je wilt als de bouwsels maar de controle van de
bouwinspectie verdragen kunnen.
Vrrvolg van pag 9
scheid vindt U bij de socioloog W. Banning). De
grootburger heeft zeker zijn gebreken wie zal het
ontkennen7 maar als economist/socioloog durt
ik verklaren, dat U het bepaald bij het verkeerde
eind heeft als U meent, dat dit type altijd op rijk
dom alléén uit is en altijd misbruik zal maken van
verkregen machtsposities. Rijkdom en macht zijn
nimmer eindprodukten geweest, maar instrumen
ten, en het heeft steeds aan óns mensen gelegen
uit te maken voor welke doeleinden zij zullen wor
den aangewend. Zij kunnen worden gebruikt om
minderheden hun levenskansen, in de ruimste zin
van het woord, te onthouden: zij kunnen echter
óók dienen om diezelfde minderheden óp te stoten
„in de vaart der volkeren", tot heil der gehele
mensheid.
c. „Las je wel eens van Amerikaanse partijpoli
tiek, van Amerikaans sectarisme, van Little Rock
en de „bron van onbehagen", die dat voor be
paalde bevolkingsgroepen vormt?
Als onder meer het negervraagstuk in de U.S.A.
inderdaad van grotere omvang is dan Tjalie ver
onderstelt - en ik ben het hierin met U eens -
dan moet U toch ook toegeven, dat Amerika nooit
gedaan heeft of het niet bestond. U behoeft slechts
een jaargang van het „American Journal of Socio
logy" of een „American Sociological Review' 'door
te kijken om vast te stellen, dat Amerikanen een
ontleding van eigen samenleving en een confronta
tie met eigen gebreken allerminst uit de weg gaan.
De reacties in Nederland op critiek vanuit de
Indische groep, zeldzaam als ze zijn, doen mij daar
entegen vaak denken aan de reacties van een kind.
Als men zegt dat het stout is, antwoordt het:
„maar Japie is nog veel stouter", of met: „maar ik
ben toch ook wel eens zoet?"
Uit deze reacties blijkt dan dat in een klein land
helaas dikwijls ook heel kleine mensen wonen, daar
het immers zoveel gemakkelijker zou moeten zijn
gebreken? En misschien juist, omdat het zovele
om geringe tekortkomingen toe te geven dan grote
Nederlanders blijkbaar zoveel moeite kost om
„kleine tekortkomingen" te erkennen, worden wij
van onze kant er dikwijls toe gebracht om ze tot
„grote gebreken" op te blazen. Of zouden die te
kortkomingen wellicht minder klein zijn dan U
meent?
Tot slot nog één opmerking. Ik geloof niet dat
Tjalie zal ontkennen, dat ook in Amerika klein
geestige, bekrompen en geborneerde mensen wonen,
maar waar het uiteindelijk om gaat is, dat voor
sómmige typen mensen -- en daaronder vallen
behalve Indo's kennelijk ook vele andere Neder
landers de Amerikaanse levensruimte blijkbaar
méér geschikt is om slapende talenten te doen ont
plooien dan de smalle strook aan de Noordzee.
G. L. CLE1NTUAR
Ik heb een avondje in Moonglow gezeten om Tony
aan het werk te zien en verbaasd gestaan over het
gemak waarmee hij door zijn doodgewone aanleg
en ervaring zijn werk doen kan. Hij heeft in het
geheel geen diepgaande studie nodig om lichte klas
siek te spelen en soms gek uit de hoek te komen.
Als er b.v. een dringend verzoekje komt om Pade-
rewski te horen en tegelijkertijd een even hard
nekkig verzoekje voor cha-cha-cha, speelt Tony
tot algemene hilariteit Paderewski in cha-cha-cha-
rhytme! Hij zingt Nederlandse, Franse, Duitse,
Italiaanse liedjes en heeft voor de gasten die in
Indonesië geweest zijn, op zijn tijd ook wel een
„tune from Java".
Dat nochtans ook hier studie en zorgvuldige timing
hard nodig zijn, bewijst Tony's uitgebreide en kost
bare instrumentarium thuis van tape-recorders, ver
sterkers en een enorme discotheek. Hij wil nu ook
nog een andere speler uit Nederland aantrekken
en voor zo n jongeman graag als sponsor optreden.
Hij zoekt alweer een „natuurlijk talent", zo in de
jonge 20-en jaren, die vooral op bass en guitaar
goed geörienteerd is, geen rock-and-roll. Iemand
die gemakkelijk en licht improviseren en vrij bege
leiden kan. Liefhebbers worden uitgenodigd aan
hem te schrijven: E. van Steenbergen, 4504 Onon
daga, San Diego 17. Cal U.S.A. Tony zorgt er dan
wel voor dat alle papieren in orde komen en dat
de jongeman in een voldoende ruime „aanloop" een
goed verdienend musicus zal worden.
,.lk ben benieuwd hoevelen uw antwoord aan
Braasem slecht gelezen hebben en menen dat het
slaat als een tang op een varken. Dat u niet op de
discussie wilt ingaan, vind ik eindelijk een ver-
standig besluit (neemt u me niet kwalijk, ja?). Al te
vaak heeft Tong-Tong veel te veel plaats aange
boden aan allerlei lezers, die kennelijk helemaal niet
met u accoord gaan, maar dan met lange ingezon
den stukken "heckelenremmen, twijfel zaaien,
blokkeren, ondermijnen. Zulke mensen moeten be
danken als abonnee en weggaan. U heeft het volste
recht om een eigen opinie te ontwikkelen en uit het
feit dat uw lezerskring aanmerkelijk gegroeid is
mag de conclusie getrokken worden dat duizenden
mensen uw opinie delen. Deze opinie mag u voor
uw „aanhangers" niet te grabbel gooien door zoveel
plaatsruimte te presenteren aan mensen, die onze
opinie veroordelen. Laat hen dat in een eigen blad
doen, zoals overal te doen gebruikelijk is.
Ik geef u de verzekering dat duizenden andere
lezers mijn mening delen als ik u zeg, dat we ons
normaal al genoeg ergeren aan allerlei „assimilan-
ten" en „anti-kolonialen"Houd die stemmen a.u.b.
uit Tong-Tong, waarmee ik mij behaaglijk bij de
kachel zittend en positief niet emigrerend niet
alleen amuseer, maar ook ontwikkel en sterk. Net
als in de 'Piekerans van een Straatslijper" vinden
in Tong-Tong vele echte en integere Indische
Nederlanders zichzelf terug. Dat dit voor andere
mensen een reden is om zich te distanciëren, is heel
erg. Tenslotte beweegt u zich op hetzelfde terrein
als de initiatiefnemers voor werken als het Gedenk
boek van het KNIL, Indië onder Japanse Bezetting,
Balans van Beleid, veel nieuwe letterkundige
werken.
Dit is CONSTRUCTIEF werk. Ik heb bij al uw
mopperaars op mijn woord geen één constructieve
gedachte aangetroffen. Buiten u heeft nog niemand
„die het zo goed met ons meent een Indisch
blad of zelfs maar een Indische rubriek in een blad
willen maken. Men pingelt met onze verdiensten en
is maar al te gauw klaar met vingertikkerij. Ook al
bent u wel eens fout, ook al gaat u wel eens wat te
ver, ik geniet van uw meppen terug. Ook al krijg ik
ze soms zelf. En daarnaast gebeurt zoveel opbou
wend en mooi werk, wie het niet ziet. moet zich
inderdaad maar distanciëren. Maar dan ook geen
woord meer in Tong-Tong!
A. W. DE BRUYN
Wij zijn zo vrij geweest een kleine correctie aan te
brengen in deze brief. De schrijver schreef: „Indië
onder de Nederlandse bezetting," i.p.v. onder de
Japanse bezetting. Overigens hebben we ons tra
nen gelachen over die verschrijving! Al zal een
psycholoog er zeker wel het zijne van denken!
„Goeie genade, Tjalie. wat schrijf jij veel! Hoor
je je eigen stem zo graag?"
J. U. DE GROOT
Zo, nu staat Uw stem er tenminste ook. Tevreden?
Ik zeg veel omdat ik meen dat ik veel zeggen móet.
En omdat ik morgen dood kan zijn. Dan kan Tong-
Tong nog een tijdje „uit de voeten En als de
nieuwe redactie meent dat mijn stukken onbruik
baar zijn, mag hij ze gerust weggooien en andere
plaatsen. But there is stock anyway. En verder:
het is niet mijn stem, maar de ietwat omgebouw
de stem van duizenden lezers. Ik krijg brieven bin
nen met een gemiddelde van duizend per maand.
En heb vele gesprekken met velerlei mensen, die
zelf niet schrijven kunnen. U zult vaak genoeg
in Tong-Tong de stem gelezen hebben van de sol
daat. de klerk, de officier, de student, de opa en
de kleinzoon. Ik zet er alleen maar T.R. onder,
omdat iemand de verantwoordelijkheid moet dra
gen. Well, I do. What more?
T. R.