Over gebrek aan vertrouwen NAAR DE MAAN?.. 4 Ten zccrs'e stel ik het op prijs, dat u bij alle drukte en uw intensieve arbeid, nog gelegenheid hebt ge vonden te reageren op mijn abonnementsopzegging. Ik wil daarom met nalaten u er dank voor te lgen en te verkloren, dat 't ook mij leed doet, maar, behalve de reeds genoemde redenen, waren er twee le'^heMn "n d« vorig^nummers opgenomen9 interview in het Engels, waarin ik las, dat u een nieuw blad begint in Californië en de leiding van de „oude" Tong Tong overlaat aan uw zoon. Of heb ik verkeerd gelezen? Of was het maar een grap? Dan hebben meerderen dezelfde conclusie als ik ge- 2e De''verspreiding door de Nederlandse emigratiedienst van een brochure „VIJFTIG STERREN" met een animerende briefkaart erbij om te emigreren, onder verwijzing naar uw enthousiaste ar kelen over de U.S A. enz. in T.T. wekt de veronderstelling, niet alleen bij mij dat u die reis qedeeltelijk dan wel geheel op kosten avn de Ned. regering hebt gemaakt om de gerepatrieerden rp te warmen vrr emigratie evenals de kranten op Java indertijd door het Gouvernement, om warqa neqara" te worden. Is dit zo? Ik zou dat erg betreuren. Wij 'hebben nooit een financiële verantwoording gezien van T.T. en staan steeds versteld, zoveel gedaan kan worden met het abonnementsgeld, brief, waarvan de schrijver ons verzoekt zijn daarom hebben wij bij herhaling meegedeeld, dat 3e. Deze naam >rier niet te noemen, is een zó stereotype brief voor veel geschreven of uitgesproken twijfel bij lezers van Tong Tong, dat wij hem maar eens uit voerig gaan behandelen. Omdat in Tong Tong de diverse facetten van de aarde van de Indische Ne derlander naar voren komen. Eén ervan is een ge reed wantrouwen. Dit is geen slechte of zwakke aangeboren trek van de groep. Zij is langzamer hand ontstaan omdat de groep onnoemelijk vele malen in haar goed vertrouwen is bedrogen. Ik vertel er dus ook direct bij dat ik mij door de vele blijken van wantrouwen zelden gekwetst voel (soms door de tóón), maar mijn best zal doen door uiteen zettingen de twijfel weg te nemen. Want alleen door onderling vertrouwen ontstaat eendracht. Knoeizaak of krachttoer? Om te beginnen met vraag 3: Wij geloven niet dat er ook maar één blad ter we reld is dat winst- en verliesrekeningen van haar bedrijf publiceert (organen van verenigingen staan hierbuiten), of als er publicaties op dit gebied vrijgegeven worden, zij zó globaal gehouden worden dat men er ook niet veel wijzer van wordt. Dat is logisch. Geen enkele concurrent, geen enkele po litieke (of sociale of religieuze) groepering erach ter hoeft te weten hoe een blad reilt en zeilt. Wij hebben echter van het begin af gerealiseerd dat er een veel directer en vertrouwelijker ver houding bestaat tussen ons blad en onze lezers Neen, dat kunt U nog niet, wèl kunt U naar de mn Li) m Dat is minstens even opwindend Haagse Dierentuin 30 juni, 1 en 2"*juli iedere lezer met worries zich bij ons op kantoor op de hoogte mag stellen: kom gerust in ons „blandja- boekje" kijken. Ook dit gaat eigenlijk al te ver, maar wetend hoe groot het wantrouwen in onze groep is tegen alles wat in onze groep gebeurt, meenden wij onze lezers hierin tegemoet te komen. Er zijn natuurlijk ook andere meningen dan de bo vengenoemde. Er zijn er velen die zeggen: hoe je het klaarspeelt om zo'n blad uit te geven voor maar zeven gulden abonnementsgeld per jaar, is werke lijk een wonder, een krachttoer! Bij mensen die dit zeggen is dus geen moment een haartje wan trouwen. Deze mensen denken: dat Tjalie niet knoeit is buiten elke twijfel. Dus rest alleen ver bazing over de mogelijkheid dat het kan. Deze mensen geven ook gedeeltelijk de sleutel tot het geheim: zij ronden geheel vrijwillig hun zeven gulden „naar boven af" tot tien gulden en soms meer. En zeggen: naam niet noemen, rekenschap niet nodig, selamat djalan! Onze lezers mogen on geveer veertig procent van hun medelezers extra dankbaar zijn dat dit blad bestaat! Natuurlijk zijn al deze extra-giften niet zó enorm groot dat er verder maar met geld gesmeten kan worden. Bij Tong-Tong is gelukkig sprake van een gezond financieel beleid, mede dankzij de vrijwilli ge en actieve medewerking van velen, en dankzij de grote opofferingsgezindheid van anderen. Dat Tong-Tong goed geleid wordt, mag misschien blij ken uit het feit dat pogingen gedaan zijn om ons blad te kopen en uit het feit dat banken graag credieten willen geven voor nieuwe projecten. In feite groeit Tong Tong al sinds ruim een jaar zien derogen buitengewoon gezond en krachtig. Al haar medewerkers zouden eigenlijk wel flinker mogen verdienen voor al hun moeiten, maar ze willen niet net zo lang tot Tong Tong werkelijk royaal leeft. Deze instelling, die ons over het dode punt heen geholpen heeft, zal Tjalie nooit ver geten. Het is overigens merkwaardig dat toen wij het wérkelijk „steen-beroerd" hadden, men ons knetter gek noemde, en nu het beter gaat, zou er wel eens iets loos kunnen zijn met onze omkoopbaarheid en eerlijkheid! Omkoperij of sympathie? Met deze vraag hangt eigenlijk vraag 2 samen. Aangezien Tong Tong zelf niet rijk genoeg is, zal de reis van Tjalie door een ander betaald moeten zijn. Omdat de emigratie zo gretig is ingehaakt op de reisbrieven, is het logisch dat Emigratie de reis betaald heeft. Met een zeer onsympathiek doel: Tjalie over te halen de repatrianten het land uit te praten. Ook dit is eigenlijk een zó kwetsende veron derstelling, dat ik meen excuses te moeten maken voor behandeling van deze vraag aan de lezers, die niet de minste achterdocht koesteren. Het zijn de laatste verschijnselen van achterdocht en wantrou wen in onze groep, die met het solider worden van Tong Tong zeker zullen verdwijnen. Ter zake: het verschijnsel doet zich voor dat een regeringsinstantie (Emigratie) zó ingenomen is met mijn reisbrieven, dat zij mij verzoekt of zij bij de uitvoering van haar beleid van mijn blad gebruik mag maken. Ik zeg (logisch): „Ja!" Ik weet niet hoe ik ooit verantwoord „Neen" had kunnen zeg gen, want een practische bevordering van een Re geringsbeleid (dus een Landsbelang) kan alleen mogelijk gemaakt worden met samenwerking. Niet met een afstandse houding. Maar waarom zou dit automatisch moeten bete kenen, dat „dus" de Regering Tjalie omgekocht heeft? Laat mij veronderstellen dat ik meen dat de Defensie moet worden versterkt en dat ik in Tong Tong artikelen daarvoor schrijf. En dat de Regering zegt: „Dat is een goede serie artikelen. Ik zal in Tong Tong adverienties plaatsen voor aan werving van recruten! Is het dan logisch om an dersom te denken: „Tjalie heeft zich door Defen sie laten omkopen om ons het Leger in te jagen! Dat is toch meer dan wantrouwen. Dat is dom heid! Verder ter zake: de reis van Tjalie is niet door Tong Tong betaald, eensdeels omdat van een kik ker geen veren te plukken zijn, verder omdat deze reis een honderd procent aanvaard eigen risico is. Ik heb mijn risico's nooit aan wie ook opge hangen. Wie heeft de reis betaald? Voor een deel Tjalie uit zijn privé pocket (want ik ben schrijver en verkoop ook nog wel een paar boeken), voor een deel door lezers in de West en Amerika, voor een deel door Sticusa (omdat ik literaire causerieën heb gehouden) en tenslotte met een lening, die ik nog terugbetalen moet (uit causerieën). Ik MAG ijskoud Tong Tong laten opdraaien voor mijn reis omdat deze krant (nog steeds) mijn eigendom is, omdat nog geen mens aangeboden heeft ook na herhaalde uitnodigingen om met mij een com pagnonschap te beginnen. Te banjak risico met die gekke Tjalie. Liever vennoot worden in een fabriek van pannelappen of paardenbiefstukken. Maar ik doe het niet omdat het blad ook van U is. Alle, letterlijk alle risico's van Tong Tong heb ik zelf gedragen. Met aan mij zij de twee meisjes Ang van Ameyden van Duym en Lies van Hek en met mijn zoon. Wij hebben letterlijk armoe ge leden. Gasten en doktoren hebben ons uitgeschol den om de primitieve wijze waarop wij leefden en werkten, ook als we ziek waren (geen fondsdokter). Vaak hebben we vertwijfeld in ons kantoortje ge staan en gedacht: we gaan tóch ten onder. Er kwam geen redding ook na vele „bedeltochten van Tjalie. En dan kwam er opeens een briefje van honderd pop, zo maar van een wilvreemde dame die haar naam niet noemen wilde, of een extra dikke giro. En we konden de schreeuwende schulden betalen. En dames en heren vaak van heel goeden huize, kwamen 's avonds tikwerk doen en bandjes plakken en veel werk meer. Men gaf ons stoelen en tafels en borden en Tjalie nam graag gebruikte kleren aan. So what? Het verdachte wonder En nu moet in de krant, op welke wijze we be staan? Omdat men anders zegt: Of je goochelt ergens met geld óf je hebt je verkocht aan de Regering? Pah! Er is geen blad ter wereld zó onafhankelijk als Tong Tong. En aan de andere kant zó afhankelijk van en zo respectvol voor zijn helpers-in-den-nood als wij. Ah, een soort van controle. Die heeft de belasting dienst mijn waarden. En erger en meedogen lozer dan de wantrouwendste onder u. Van de laatste twee jaren valt er wat te plukken van Tong Tong. want van de laatste twee jaren zijn de boeken te begrijpen. Maar van de jaren daar voor? Hoe kan dat, mijnheer Tjalie? De rekeningen waren toch hoger dan wat er binnenkwam aan abonnementen en advertenties? Ja ja, er waren ook wel giften van N.N.'s. We zullen maar zeggen: „Hm, h m!" En waar leefde u van? Helemaal van geen salaris? En ook de mensen die hier werk ten? Kom, kom, moeten we dat maar geloven7 Zijn er geen doktersrekeningen betaald? Zo, zijn dokters zo maar vrienden? H m h m! En u moest toch eten? Liep u altijd voor uw maaltijden op de klap bij vrienden of kookte u zelf? Zo, zo, u en uw zoon. Het is wonderlijk, wonderlijk Het lamme is dat alles wonderlijk is. Dan sta je er ook meteen op als een verdachte! Zijn mijn ha ren grijs geworden door de pret soms? Het lam me is dat wij inderdaad op een onnaspeurlijke manier de „gaten" in onze begroting overleefd hebben. En de belastingdienst gelooft eenvoudig niet dat er regelmatig zoveel „liefdadigheid" op gebracht kan zijn voor (terzijde) „zo'n vod" als Tong Tong. Elke belastingambtenaar kan van de eerste dag af in boeken zien: „Beginkapitaal zo- veul: regelmatige leningen en investeringen zoveul.' Daar kunnen ze bij. Tong Tong begon met een schuld! Het was namelijk de enige mogelijkheid om te beginnen, omdat doodeenvoudig geen één drukker voor een cliënt wil werken, die geen geld op tafel kan leggen. Maar men wil wel een gokje wagen met iemand, die belooft andermans schuld af te betalen als hij maar een kansje krijgt om te werken. Just that happened. (Lees verder volgende pag.)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 4