Opsporing verzocht! DE HINDUSTANI IN DE WEST Grote beloningen II Dat klinkt gevaarlijk, maar het valt wel mee. Het gaat erom dat u in dit nummer van TONG TONG alle PASAR MALAM's „opspoort die er maar te vinden zijn. M.a.w. u telt gewoon hoeveel keer de woorden PASAR MALAM gebruikt zijn. En pas op, want er schuilen vele „oelar belangs' in het gras! Niet alleen in advertenties, ook ik stukjes en onderschriften van foto's komt het begrip PASAR MALAM voor. Dus let op en lees de TONG TONG van A tot Z. We zouden zo zeggen: dat is geen straf, want dat doet u toch al! Alleen moet u deze keer speuren naar al de PASARMALAM s. Doe uw best, want er zijn 50 prijzen en prijsjes. Het gemakkelijkst lijkt ons wanneer u de oplossing als volgt aan ons opstuurt, pag. 1: 3x Pasar Malam pag. 2: 7 x Pasar Malam en zo door t/m pag. 20 En dan totaal: 48 x Pasar Malam. Dit is natuurlijk maar een voorbeeld, deze getallen kloppen dus niet! Uw briefkaart met de oplossing en geadresseerd: TONG TONG, PASAR MALAM PUZZLE, Prins Mauritslaan 36, Den Haag moet uiterlijk 10 juni in ons bezit zijn. Onder de goede inzendingen zullen de volgende prijzen worden verloot: Eén eerste prijs, bestaande uit een boekenbon ter waarde van 10, Eén tweede prijs: TJOEK door Vincent Mahieu. Vier derde prijzen: Piekerans van een straatslijper, deel I of II naar keuze. Verder: 10 TONG-TONG-lepeltjes, 10 vrijkaartjes voor de Pasar Malam en nog 24 kleine troostprijzen. Doe uw best en laat het briefkaarten bij ons binnenstromen. Veel succes enne raak de tel niet kwijt! REDACTIE T. R. 5 Vervolg van pag 4 Ik word soms 's nachts nog wel wakker van een nachtmerrie: de herinnering aan die tijd. Toen geen boekhouder of accountant onze „boeken aan kon, toen iedere bank meewarig hoofdschuddend of „just outraged" ons de deur wees. Toen je doodgewoon de kans liep als knoeier en fraudeur gebrandmerkt te worden, omdat je maar met dub beltjes op vodjes papier zat te schipperen om er te komen, omdat je geen boekhouder betalen kon en er vaak geen geld was om nog wat te „boek- houderen". In die tijd waren de aanvallen, de ver dachtmakingen, het felst. En in die tijd waren de vrienden het grootst! Want zonder hen zou ik ge vallen zijn. Als een rotte nangka. En ik zou ge ëmigreerd zijn: to hell with everything. Ja toch? En nu kom ik op punt 1. De estafette lopers Dat ik 'm smeer en mijn zoon voor Tong Tong laat opdraaien. Een kind kan begrijpen dat het betrokken interview nogal „gemakkelijk was en de ,,fun" van die rare „family- Tong Tong teke nen wilde. En dat natuurlijk de kaarten heel anders en veel degelijker liggen. Hiermee moet vooral niets nadeligs voor mijn zoon uitgelegd worden. De wijze waarop deze jon gen de belangen van Tong Tong en u gediend heeft, is werkelijk fenomenaal. Mag ik trots zijn op zo n jongen, zoals ik trots geweest zou zijn op élke jon gen? Na het voleinden van zijn studie had hij een fijne zelfstandige job kunnen kiezen als illustra tor-kunstenaar. Of hij had rustig kunnen emigreren naar Amerika (de voorbereidingen had hij al ge troffen). Maar hij kwam eens neuzen op het werk van zijn gekke pa. En hij bleef. Hoewel jong en „under-studied" heeft hij een volmaakt vreemd ding als typografische verzorging, layout en eind redactie, zelfstandig en flink aangepakt. Hij heeft geholpen bij illustratie en expeditie, alle kloppar tijen met een moeilijk drukkerijtje aangedurfd, door wind en weer en sneeuw en ijs ge-„bromd voor werk en boodschappen. Geld helpen zoeken en geld helpen beheren. Rijst moeten koken en maaltijden moeten bereiden van „vlees voor de hond", want dat is heus zeer goed als je met bawang, brambang, lombok en andere kruiden kan omgaan. We ken nen al die goedkope winkeltjes en in en rondom de Piet Heinstraat nu goed. Hij heeft vaak weken achtereen dag-in-dag-uit achttien uren gewerkt. Meegeholpen achter de oprichting van de Kunst kring, de Stichting, de Pasar Malams. Weinig jongens hebben op hun 24ste jaar zoveel levens- en werkervaring achter de rug als hij. En hebben het zo moedig en blijmoedig gedaan als hij. Daar door heeft hij zich veel vrienden en goede mede werkers gewonnen. Straks heeft hij in die perio den dat ik er niet ben (zoals ik het drie maanden lang was) inderdaad een soort algemeen direc teurschap. Maar met tact en vriendelijkheid weet hij al onze medewerkers prettig aan Tong-Tong te binden. Hij (en ik) staan niet alleen. Tong Tong is uit zijn eigen en Rogier s kinderschoenen ge groeid tot een stevige kerel met een goed hoofd en sterke armen en benen (onze mederedacteuren, adviseurs en helpers op allerlei gebied). Mag ik zo „snoevend" praten over mijn zoon? Bij zoveel twijfel en achterdocht: ik moet. Emigreren en blijven Ja, ik zelf ga emigreren, maar blijf nochtans Tong Tongleider en ik zal misschien meer in Holland dan elders in de wereld zijn. Daarin zit niets ver raderlijks en „in-de-steek-laterigs Nederland en Nederlandse bedrijven en idealen le ven vaak én hier én buiten tegelijk. Is Philips min der Nederlands omdat het nevenbedrijven heeft in het buitenland en zijn directeur vaak in het buiten land is? Is een zeekapitein minder Nederlander of Hollands zeeman omdat hij meer buiten dan in Nederland zit? En ook al zou dit niet zo zijn, dan nog zal Tong-Tong het doen en het eerste blad worden dat in en buiten Holland leeft. We re second to none and nobody. Ik emigreer omdat ik vèr-liggende en voor u nog onbegrijpelijke plannen heb, die me nochtans kris talhelder voor ogen staan en die ik noodzakelijk acht voor onze bestaansstrijd over vijf jaar (waar de meesten van u nooit over denken). En waarbij het beschikken over Amerikaanse „brughoofden nuttig voor uzal zijn. Kijk eens aan, ik neem u uw veilige plaats bij de haard niet af, ik waag zelf „de stomme sprong in het duister". Ik ben geen Wie reizen maakt naar onbekende gebieden, zal zich vaak onaangenaam verrast voelen omdat hij dingen ziet en hoort, waar hij door de slechte voorlichting „thuis" nooit van gehoord had. Vóór ik naar de West ging (niet alleen Suriname en de Antillen, maar ook Jamaica en Trinidad), wist ik wel dat er Hindustani leefden, maar ik kreeg de indruk dat het zo ongeveer half-afstervende mi noriteiten waren, laatste overblijvers van een „ko loniaal tijdperk". Tot mijn verbazing merkte ik dat deze Hindustani- groepen levende cellen zijn met een grote expan sieve kracht en van superieure kwaliteiten. Het zijn uitstekende boeren en handelslieden met groot organisatie-talent, grote ijver en doorzettingsver mogen. Zij behoren tot de welvarendste en sterk ste groepen in de West. Ook hebben zij uitnemen- haar slechter dan uw grootvader, die vijftig jaar geleden Holland verliet om in Indië werk te doen. Ook uw grootvader werd destijds uitgejouwd voor „wegloper en „avonturier". Nu doet u het mij ook? Nee, nee, niet aardig. Zolang ik hier niet ben, zal Tong Tong geleid worden door een bekwame directie en een hoofd redactie, die ik volledig vertrouw en die ik even acht als mijn lezerskring. Ik zal mijn artikelen regelmatig blijven schrijven. Maar naast en buiten mij zal een apparaat, een groep moeten groeien, sterk genoeg om voort te blijven leven ook als ik al lang morsdood zal zijn. Want hoe graag men alles ook aan Tjalie sendiri op wil hangen, dit ver langen blijft begrensd en dom. Met meer vreugde zie ik nu al mensen in de Tong Tong-kring die zich voornemen het even goed en in sommige op zichten beter te doen als ik. Zo hoort het! Er komt voor ons allemaal een tijd van gaan. Er zul len nieuwe estafettelopers klaar moeten staan om de fakkel over te nemen. Liefhebbers voor! TJALIE ROBINSON de burgerlijke eigenschappen als solide gezinsvor ming (waardoor zij o.a. een steeds groeiend ge boorte-overschot hebben), en besef van kapitaals vorming en -beheer. Zij laten zich ook haast niet door andere volksgroepen penetreren, handhaven taal, zeden en gebruiken uit het stamland en heb ben o.a. bibliotheca en bioscopen met eigen boe ken en films. Daarbij bemoeien zij zich nauwelijks, of niet met de politiek en hebben grote maat schappelijke verdraagzaamheid. Al deze factoren maken dat zij zwijgend maar onweerstaanbaar groeien. In de nabije toekomst zal dus in de Nieuwe Wereld een nieuwe en belangrijke Aziatische volksgroep bestaan met vermoedelijk zeer sterke economi sche (en in elk geval culturele) banden met India. Welke wijzigingen dat met zich mee zal brengen in de politieke structuur in deze gebieden, laat zich moeilijk raden. Ook al omdat op sommige eilanden het verlangen van de Creolen om hun land te verlaten en zich b.v. in Engeland te vesti gen omgezet wordt in een haast continue emigra tie. Het vervelende is dat wij hier in Nederland leven in een volkomen onwetendheid omtrent hetgeen er gebeurt in de wereld. Wij lezen praktisch alleen over vechtpartijen en revoluties in Zuid- en Mid- den-Amerika. Maar weten niets van de langzaam groeiende oorzaken daarvan. Net zoals wij niets wisten van het oude Indië en dan opeens „onaan genaam verrast" worden door een revolutie. Welke grote maatschappelijke verschuivingen hebben nu plaats in de Nieuwe Wereld en in Azië? Wij gaan er alleen „touristisch" aan voorbij. Met een leuk hoedje op en een stukkie „native music". En ver der zo blind als een mol. Als wij niet leren vér te denken en vér te zien, als wij ons opsluiten in een gezapige en verwaten zelfgenoegzaamheid, zul len wij afzakken tot het niveau van een twaalf- derangs natie.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 5