4%Èf Oud Indische Geslachten
RADIO BOLLAND
ANTWOORDEN
VRAGEN
WIJ EN IK
„JAVA: THE GARDEN OF
THE EAST"
10
Dank zij de medewerking van onze hoofdredactie
konden we de nog beschikbare bronnen over Ma
lacca doen photocopieren, terwijl we ook de graf
schriften op Ceylon en andere buitengewesten
vast konden leggen, een uiterst welkome aanvul
ling op het werk van Bloys van Treslong Prins,
dat helaas tot Java beperkt bleef.
Via onze medewerker Mr. Hogerzeyl, hopen we
eerlang in het bezit te komen van 2 din. Kleian. In
elk dier delen zit een jaar werk voor hem of haar,
die bereid is, de vrouwsnamen met hun echtvrien
den over te nemen, een werk, dat vele duizen
den fiches zal vergen, maar ook een uiterst waar
devolle bron van inlichtingen zal zijn. Zo zijn er
nog tientallen bronnen, die geklapperd dienen te
worden. Neem bijv. het prachtige gedenkboek van
het K.N.I.L., dat wemelt van de namen, maar,
helaas, geen index bezit. Nu lees je iets, en wan
neer je er niet direct toekomt om de pagina vast
te leggen, ben je het weer kwijt of kost het je ge
ruime tijd zoeken om het weer terug te vinden. Zijn
er onder onze oud KNIL-leden, geen personen, die
dat boek bezitten, en of zelf lust en gelegenheid heb
ben, om dat naamregister te helpen maken, dan
wel hun exemplaar eens voor enige tijd voor dat
doel willen beschikbaar stellen?
Vraag 18: Schimmelpenninck v. d. Oye. Vol
gens de tot dusver ingekomen, vrij schaarse ge
gevens, stamt bedoelde heer niet uit de Ned.
adelijke familie, doch uit een Duitse gelijk
namige tak, waarvan een naamdrager voor onge
veer een eeuw, diverse kinderen als de zijne er
kende. Of deze nu afstamde van de le luitenant
bij het 25e Bat. O.I. troepen in 1818, blijft nog
een punt van onderzoek.
Vraag 19: Payen. Wij kwamen ook nog op het
spoor van Simon Joseph Payen, geb. te Avesnes
in Henegouwen 28-10-1796, als zoon van Jean
Glaude Payen en Auguste de Faix, die in 1815 bij
het 5e Regiment van ligne diende, en op 11-4-1824
te Muntok (Banda) overleed. Of hij nakomelingen
had, bleef ons onbekend.
Vraag 20. Thepas. Door bemiddeling van een ón
zer lezeressen kwamen wij in contact met een naam
drager te Scheveningen, die er alles van zou weten.
Helaas verhuisde deze heer begin juni naar Zaan
dam en konden we hem tot dusver nog niet ont
moeten. Was de kapitein van de IBIS der KLM
die in de oorlogsjaren met zijn toestel werd neer
geschoten, óók lid dezer familie, hij schreef zijn
naam Tepas.
Vraag 21. (von) Wien. Hierover kwam totaal
geen post binnen. Zelf vonden wij een Joseph Wien
geb. te Landshut 1-5-1796 als zoon van Jakob Wien
en Catharine Landsberger. Hij diende als fuselier
in de slag bij Waterloo, (verm, in Engelse dienst),
werd op 21-7-1816 gepasporteerd uit zijn dienst bij
het 2e Bataljon Hannoverse troepen, en ging over
bij het 3e Bataljon Royal Estrangers. Op 21-1-
1819 nam hij dienst bij de Kol. troepen en vertrok
8-8-1819 uit Texel. Hij sneuvelde aan boord van
het schip l'Espérance op 17-10-1829, en werd bij
gezet (waar?) op 21-7-1831. Of hij de vader van
Franziska Theodora is, lijkt niet onmogelijk, maar
we kunnen slechts geven wat we vinden.
(Advertentie)
Stationsweg 143 - Tel. 60.17.03 - DEN HAAG
Het adres voor gramofoonplaten
Orginele Krontjong en Cowboy
o.a. nieuwe LEFTY FRIZZELL
WHY SHOULD I BE LONELY?
In samenwerking met s-werelds
meest bekende DISC JOCKEY'S
DE NIEUWSTE wereld toppers
Vraag 23: Grafschriften Nieuw Guinea. Hoewel
de belangstelling niet bepaald denderend te noe
men is, kregen we toch een reactie van een oud
kolonist, wiens bijdrage in een volgend nummer
zal opgenomen worden
Vraag 24: Calbo. Antonio Maria Calbo, geb. te
Malaga in 1798, kwam 8-1-1818 op Java, en ves
tigde zich eerst te Pasaroean, van waar hij op 1-
5-1824 naar Soerabaja vertrok. Indien Mevr. T.
Cramer-Calbo, Den Haag, die zich met deze questie
heeft beziggehouden, eens contact met Navorser
op wil nemen, zal hem dat bijzonder aangenaam
zijn.
Vraag 25. Vitalis. Dank zij dezelfde vriendelijke
lezeres, die ons op weg hielp met Thepas, werd
ons ook een mogelijkebron i.z. de fam. Vitalis
aangewezen, doch hoewel we deze direct aanboor
den, kregen we nog geen contact. Zelf ontdekten
we echter nog iets over dc stamvader: Louis Vita
lis, geb. te Aix 1-12-1790, als zoon van Louis en
Jeanne Magnet. Hij vertrok op 29-10-1815 als
wachtmeester der huzaren met de „Everssen uit
Texel, en werd in maart 1818 benoemd tot 2e
Luitenant bij de Bengaalse troepen. Op 8-12-1819
verkreeg hij als zodanig on .slag, en schijnt om
streeks die jaren te Cheribon gehuwd te zijn met
Francine Elisabeth Rieman. Of de J. C. Vitalis
die op 15-9-1953 benoemd werd tot Reserve 2e
luitenant der Limburgse Jagers, van hem afstam
de, is ons niet met zekerheid bekend.
Vraag 26. Gonsalves. Het enige gegeven dat ons
bereikte, was omtrent Dr. med. L. Gonsalves,
arts, sinds 4-11-1927, geb. te Madioen 4-8-1900,
thans te Heerlen, die ook in zwem- en zweefvlieg-
kringen een zekere bekendheid geniet.
Vraag 31: Kratongraven te Ampel of Ngampel.
Een lezeres verwondert zich over het (ook o.i.)
merkwaardige feit, dat midden tussen de graven
der prinsen en prinsessen van Solo te Ampel, zich
het graf bevindt van haar overgrootmoeder Jo
hanna Carolina v. d. Vijver, vrouw van Mulock
Ackerman. Wie onzer oud-Vorstenlanders weet, of
het echtpaar Ackermanv. d. Vijver met het So-
lose hof in relatie stond? Kan er enig verband
bestaan met de afkeer die bij de fam. A. nog steeds
schijnt te bestaan tegen Krontjong en Santiwarna,
wat voor de jongere leden streng verboden is, onder
verwijzing naar het droevig lot van een, overigens
onbekende, Annie Landouw? Ten slotte: waar
komt die vreemde voornaam Mulock vandaan, die
Navorser slechts ontmoette bij de familie Houwer
en v. d. Vlies Bik?
Vraag 32: Wollrabe. Inlichtingen gevraagd over
de familie W., afstammende van Ernst Woll
rabe, geb. te Hannover, kwam met de Cornelia op
11-2-1817 uit Texel, als apotheker 3e klasse. Hij
huwde te Batavia 1-5-1823 met Nelly Susanna von
Strahlendorff. Uit welk huwelijk bij zijn overlijden
(als apotheker le klasse te Weltevreden op 28-1-
1833) zes kinderen in leven waren, w.o. 2 zoons,
die het geslacht voortgezet hebben.
Vraag 33: Mehlbaum. Gevraagd worden oorsprong
en wapen der fam. Mehlbaum, oud-Semarangers
ongetwijfeld bekend. Dit zou echter niet de oor
spronkelijke naam geweest zijn, die heim ge
luid zou hebben, en gewijzigd was door de oudste
in Indië gekomene, die wegens een „Ehrensache"
als officier gedeserteerd was. Allianties: Hamard
de la Brethonière, Stuart, de Filliettaz Bousquet,
Knaven, van Bloemen Waanders. Médard Mehl-
oaum zou mede-oprichter der firma Mac Neill
geweest zijn. Wie onzer Oud-Semarangers weet er
wat van?
Vraag 34: Sabandhaar. Een onzer lezeressen zou
graag weten, wat men in de Compagniestijd pre
cies verstond onder de functie van Sabandhaar.
Navorser heeft wel ideeën hieromtrent, doch kan
ze niet met afdoende bewijzen staven, en onze na
slagwerken weten het blijkbaar ook niet. Maar
we zijn overtuigd, dat sommige onzer T-T-ers het
wèl weten, wie schrijft ons hier eens over?
NAVORSER
„Misschien zou je minder mensen van je vervreem
den als je die ik-vorm niet zo vaak gebruikte. Dat
„ik" geeft een idee van arrogantie en eigenwijsheid.
Andere bladen hebben toch ook een neutraler aan
spraak
Herman
Zeker kan ik een neutraler toon geven aan mijn
artikelen, als ik er b.v. niet T. R. onder zette en
het woordje ,,wij" gebruikte i.p.v. ,,ik Maar
om diverse redenen althans voor mij zou
dat niet kloppen:
1. In mijn stijl herkent iedere lezer met een beetje
intelligentie toch direct mij. Het verschuilen achter
dat woordje ,,wij zou dan alleen maar belache
lijk klinken, zo niet verdacht.
2. Ik gebruik dat „wij" liever niet. Er zit naar
mijn mening juist in die „pluralis majestatis
een vervelende arrogantie. Zo van: niet eentje zegt
het, maar „wij": een heleboel mensen van grote
wijsheid. Daar kan je niet tegen op, lezer, jij in je
eentje. Naar mijn gevoel' zit er dus meteen iets
lafs in: het zich verschuilen achter een „N.V.
Verdraaid, als je in je eentje een stuk schrijft,
zet er dan gerust je naam onder en draai er alleen
voor op. En schaf in elk geval die klinkklare non
sens af, waarin je het hele artikel schrijft in de
„wij "-vorm en er toch één naam onder zet.
3. Ik ben er helemaal niet zeker van dat ik
spreek namens de hele Indische gemeenschap, ja
op geen stukken na zelfs namens alle abonnees
van Tong-Tong. Waarom moet ik dan „wij-en
Ik geloof dat ik eerlijk ben, als ik gewoon „ik"
schrijf en mijn naam of initialen eronder.
4. -De opinie van de Indischman is een volmaakt
nieuwe stem in de Nederlandse publiciteit (in welk
ander blad hoort men hem ook? )Ook voor mij is
die stem nieuw. Ik onderzoek mijzelf nog steeds
en de groep. Ik ben dus niet zo zeker van mijn
opinies als b.v. de redacteur van een katholiek
blad of een A.R.-krant of een dorpskrant. Bij alle
bladen in Nederland bestaat al een gevestigde opi
nie van jaren her. Tong-Tong moet die stem nog
vinden. Vóór die tijd gezapig of imposant te zitten
„wijen" is doodgewoon onwaar.
Dus blijf ik „ikken". Ook al lijkt dat arrogant. En
nu ga ik dat arrogant tegenspreken. Ik kende een
vent, die heette Ventie. Dat vind je wel meer in In
dische kringen. Als je met stenen naar die Ventie
smeet, dook hij niet weg of kroop achter een boom
of zo,' hij keek naar de stenen, die naar hem toe
vlogen. En hij ging kalm voor ze opzij of ving ze
op (en gooide ze terug). Op de toeschouwer maakt
zoiets een arrogante indruk. Maar toen ik het zelf
ook deed, merkte ik dat het de zekerste manier
was om niet getroffen te worden. Omdat je het
gevaar steeds in het oog hield. Het is dus dood
gewoon een techniek. Als u denkt dat ik arrogant
ben of doe, bedenk voortaan dan maar: het is
maar een techniek. Want dat is het ook.
T. R.
As your sturdy ship ploughs thro' the ocean.
Escorted by playful porpoises.
You will come on a peerless green emerald
Set in a crust of turquoises:
And there you shall lie 'neath the feathery
Palm on a silvery shore.
Where terrible crocodiles leathery
Are athirst for your innocent gore.
While, should you incline to the sportive.
The tiger is just within call;
No danger of shikar abortive.
Or returning with no bags at all!
You may tickle the wily hyaena
Without going far from your door;
And most days you're sure to have seen a
Brace of rhinoceri or more.
And if so be you lean to sedatives
In preference to Nimrod's pursuits,
You may lie and be soothed by the natives,
As they play soft and low on their flutes.
And now I will tell you, dear reader.
In case you may fancy I lie:
The above is a dreadful misleader:
But Thomas Cook said it, not I!
Uit: Horrid Rhymes for Torrid Clymes
by "Vexillum"