SPIEGEL-GEVECHT Vervolg van pag. 12 „KLOPPEND HART" meer- Wel eens in de spiegel gekeken? No, sir, niet dat ding waarvoor je vroeger stoere gezichten stond te trekken als je rijkelijk gebruik maakte van Stacomb en Vaseline Snow; of de bedak fijntjes over je toet donsde, meisje, en een discreet vleugje odeur achter je oorlelletjes tipte. Nee, wat ik be doel is iets heel anders. Het is je zelf van binnen bekijken. „Me eige van binne bekaike" zegt de Hollandse matroos als hij een tukje gaat doen. En dat is het nou ook weer niet! Ze noemen het zelfanalyse. Dat wil zoveel zeggen als je innerlijke geaardheid een spiegel voorhou den. die alle trekken en trekjes onbarmhartig terug kaatst en dan is het de bedoeling dat je blijft kijken. Wat je noemt de lol gaat er uit. Want het gaat om de beroerde eigenschappen. De goede kennen we wel. Wij zijn aloes wij zijn gastvrij Ik kan niet allen noemen die ik met dankbaar heid gedenk. Dr. Hermans, die voor zijn gasten uit Nederland als een vader zorgde. Daphne Labega, de charmante jeugdige bibliothecares se van Curasao, die Albert Vogel en mij naar de plaats onzer voordrachten en lezingen reed, ons laat in de nacht weer naar ons hotel te rugbracht, en, daar aangekomen, de armen kruise lings over het stuur legde, het gelaat er op liet zin ken en over dit leven en zijn problemen begon te filosoferen, afdalend tot grondeloze diepten van zelfonderzoek en zelf-aanklacht en, door van haar familie-afstamming in de Bovenwindse Eilanden te vertellen, voor ons verborgen wortels blootleggend van deze complexe en moeilijk te doorgronden Ca- raïbische wereld. Dank nog voor alles, Daphne! Dan was er Jeanne Gielen, wier op gans Curasao vermaarde rode roadster de ganse dag ter be schikking van de Nederlandse litteratuur stond; de chauffeuse leverde zij er bij èn de fotografe, kijkt u zelf maar); ik zie haar nog als een naar wild speurende jageres met haar camera door dat vissersdorp Boca San Michiel dwalen, waar zwarte kroeskoppen soms blauwe ogen hebben dit nog als gevolg van het ontstuimig temperament van een zekere heer Zimmermann, een Duitser, die daar in vroeger jaren schijnt te zijn neergestreken: het halve dorp heet nog altijd Zimmermann. Op Curasao heb ik Boeli van Leeuwen ont moet, schrijver van ,,De Rots der Struikeling een romantische, manlijke, zelfbewuste ver schijning, die, naar het mij voorkomt, ook na de bevrijding die zijn zo succesvol boek hem moet hebben geschonken, weerstanden zal blij ven zoeken om zijn zwaard (op Curasao: ma chete) op te beproeven. En dan een teer en schuch ter dichteresje Yolanda Corsen, een vrouw van grote begaafdheid en van een bezieling die dadelijk voelbaar is. Jou dank ik nog, Jimmy Hilgers, en u, heer Thenu (ja, een nazaat van de beroemde Am- bonnese dominee uit de Atjeh-oorlogen); met vreugde denk ik terug aan ons gezamenlijk zwemmen boven het koraalrif van Malmok, te Aruba, het duikmasker voor het gelaat, om- laagturend in een prachtige onderzeese wereld vol bontgestreepte vissen Een volgend maal nog enkele woorden over Suriname. wij hebben plichtsgevoel onze familiebanden zijn hecht, wij hebben veel over voor onze kinderen wij hebben een beschouwende inslag die een geluk kig tegenwicht vormt voor al te koud materialis me. Wij beseffen onderbewust het betrekkelijke van de dingen en bezitten daarmee een basis voor waarachtig geloof wij zijn artistiek en muzikaal en wij hebben een ongelooflijk aanpassingsver mogen. Baukan main wat kunnen we ons aan passen, soms een beetje te geweldig! Nog even blijven kijken, ja kan jou dat. In de maatschappij waar wij vandaan komen, was ieder van ons een grensgeval; of misschien kun je beter zeggen een grensincident. „A marginal man", klinkt goed ja of niet? Maar het voélt niet zo best, een beetje benauwd weet je? Of je nu aan de ene kant wordt gedorong of aan de andere, altijd keplèsèt! Bij de ene partij kon je je niet aan sluiten en bij de andere hoorde je wel, maar toch niet helemaal. Met gevolg dóór maar roewet. En gauw kwaaie bui, en wantrouwig, en onzeker en tenslotte moedeloos. Adoe, daar heb je het je-weet- wel in de spiegel al! Het is eigenlijk zo begrijpelijk. Een paar eeuwen onder heel typische sociaal-economische omstan digheden, moeten wel een stempel drukken op alle betrokken bevolkingsgroepen. Wij realiseren het ons amper, maar ontdaan van alle bijkomstig heden en sentiment zou je het misschien terug kunnen brengen tot een simpele „struggle for life" die steeds bitterder werd en vanzelfsprekend is dan de middengroep, de buffer-groep, het eerst en het hardst de seroetoe. Het ligt helemaal in de lijn dat deze groepering ook het felst reageerde op echte of vermeende aanvallen op haar bestaan. Van de benauwdheid ga je al gauw rot doen, slaat en trapt in het wilde weg. Beneden je de grote massa die log maar onstuitbaar naar boven komt, je verdringt uit je baantje van klerk, landmeter, machinist. De bandjir komt; hóger, hóger HBS halen, T.H., betere baan, hogere positie vlug, vlug! En houdt ze op een afstand, trap zo hard je kunt; wat verbeelden zij zich wel. Klamp' je vast aan de bovengroep, laat niet los, laat niet los daar ligt je redding en daar hoor je toch bij? laat ze vooral niet merken, dat je toch een beetje anders bent, doe precies als zij, anders paja! En verloochen desnoods je iboe. En ook daar stootte je op gezette tijden hevig je kop; ze laten je in de steek, je kunt op niemand meer aan! Meppen maar weer en schelden liefst in het maleis. Al dat geschop en geklap haalt uiteindelijk niets uit en dan, nou ja soedah laat maar. Die groep vormen jij en ik, en Boetje en Nono, en Meiti en Zus, en Boy en Adé. V/ij hebben nooit onszelf kunnen en durven zijn. Maar laten we er geen drama van maken; drie eeuwen Indië zijn definitief achter de rug. Eindelijk rust, blijf op je plaats en verroer je niet! Met dat al leven wij nu in een maatschappij die er heel anders uitziet, onze positie is radicaal veranderd! Hé, en dat is juist het leuke, wij zijn nog steeds in alarmstelling; in een soort kramp toestand die ons belet ons te ontplooien. En het hoéft helemaal niet meer. Zeker, zeker, het gaat er niet één, twee, drie uit driehonderd jaren la ten zich niet zo maar wegvlakken. Trouwens we beginnen het toch wel te leren, kunnen al aardig Onder deze naam heeft de Stichting „Door de Eeu wen Trouw" te Eindhoven een gramofoonplaat uitgegeven, waarmede een nieuw modern propa gandamiddel is toegevoegd aan de reeds bestaande collectie voorlichtingsmateriaal. Deze plaat heeft een zeer gevarieerde samenstelling want niet alleen zijn de stemmen van Z.Exc. ir. J. A. Manusama hoofd van de politieke missie der Republiek Zuid- Molukken en van de heer H. Coenradi -voor zitter van de Stichting „Door de Eeuwen Trouw te beluisteren, maar ook werden declamaties en liedjes opgenomen. De eerste reacties op „Kloppend hart waren zeer gunstig, hetgeen geïllustreerd wordt door de snel le verkoop. De prijs van deze 45-toerenplaat bedraagt 6,75 incl. verzendkosten. Toezending heeft plaats na ontvangst van de girostorting op nr. 426 ten name van de Stichting „Door de Eeuwen Trouw". Wij hopen dat ook onder de lezers van Tong- Tong veel belangstelling voor dit klankbeeld zal bestaan. van ons afbijten, kankeren om het hardst en laten ons de kaas niet zo vlug meer van het brood eten, en zo héél erg aloes zijn wij toch ook niet Zeg, onder ons, ja heb je in de tram ook altijd de neiging om je zo klein mogelijk te maken als een schommelende meproo instapt en zich in hoog-petjo luiderstemme aankondigt? Ik wel. Zeg, en hou je ook zoveel van Dorus en Opa Dribbel? Crimineel, man! Djangan takoet we komen er wel, met veel vallen en vooral veel opstaan. En laten we toch verder kijken dan onze assimilatie-probleempjes op dit benauwde stukje van de aarde. Het Westen is op zijn retour; het is bezig te ver bloeden aan eigen materialisme en sublieme tech niek. Grote denkers en kunstenaars in Europa en Amerika hebben, vèr vooruitziend, het feit allang gesignaleerd; zij zien alleen nog heil in nieuwe im pulsen uit het Oosten! Gek, ja? En wij maar proberen alles wat oosters aan ons is te verdoeze len. Azië en Afrika roeren zich heftig in een dreigend her-ontwaken; de impulsen die zij uitzenden zijn voorlopig alleen maar die van wrok, wantrouwen en haat. De botsingen zullen onvermijdelijk en ont zettend zijn. Ja, en wij? Welke rol zullen wij spelen in dat enorme krachtveld van verschuivende accenten, wij die iets van het ene en iets van het andere heb ben? Van nature bezitten wij het vermogen de zwaarste impacten af te zwakken, met begrip en zuiver aanvoelen om te buigen van destructief naar constructief. Ligt hier niet een ontzaggelijke taak, een dure plicht? Met dat handjevol zeker! Ach, wij zullen het niet meer meemaken, en onze kinderen niet en onze kleinkinderen ook niet; best mogelijk dat de Indo-Europese groep dan al braaf is weg- geassimileerd. Maar kijk naar Hawaii, kijk naar de Filippijnen, Malakka en Ceylon; kijk naar Midden-Amerika, Zuid-Afrika, het Caraïbisch gebied, Zuid-Anierika en waar al niet. Creolen, mulatten, eurasians, mesti zo's en misschien toch nog indo's. Na itoe! En nu bruin poppetje gezien, spiegeltje dicht. O, even, pèh; pardon, non, mag ik mijn tenen on der jullie wegtrekken? MAUS Ooic in Indië had (en heeft) men zijn seizoenen. Een waakzaam oog als dat van de fotograaf Gelink heeft dat hier voor U vastgelegd: Perak in de zomer en in de winter! 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 13