N.A.S S.I.-RUBRIEK ONZE TOEVLUCHT Wi Pasar-malam De derde Pasar-malam, waarvan een deel der op brengst voor Nassi beschikbaar komt, stimuleerde weer de belangstelling voor onze spijtoptanten. Onze eigen Nassi-stand had een netto-opbrengst van 800,-- (zonder de schilderijen verloting), een alleszins bevredigend resultaat dank zij de bijzon dere activiteit van een aantal dames, die Nassi belangeloos haar diensten aanboden. Aan haar nogmaals onze hartelijke dank voor al haar mede werking en hulp. Dossier Karpaan. Op deze Pasar-malam mochten wij kennis maken met Pater Vincentius v.t. -T. (ps. Leo Toledo), die een warmvoelend voorvechter voor onze spijtop tanten bleek te zijn. Voor opname in deze rubriek kregen wij van hem het volgende artikel, waarvoor wij gaarne plaatsruimte bieden: ,,Het schijnt dat er mensen zijn, die naar een stuk zoals „Dossier Karpaan" gaan kijken met de hoop dat de ambtenaren er goed af zullen komen. Dit meen ik te moeten opmaken uit de ingezonden stukken van Mr. Boot en pater Doumen, in de TijdDe Maasbode van resp. 16 juni en 22 juni jl. Ik kan deze inzenders wel zeggen dat de meeste Nederlanders met geheel andere verwachtingen voor hun t.v. toestel zijn gaan zitten. Zij wilden weten wat er nu eigenlijk met de spijtoptanten aan de hand is. Een kwestie dus van een anders gerichte instelling. De beoordeling van de uitzen ding zal daardoor eveneens anders uitvallen. Het accent komt dan te liggen op de nood van die ver geten groep in Indonesië. Dat is de eerste bedoe ling geweest van de auteur. Deze heeft overigens de ambtenaar in het geheel niet voorgesteld als „een heel erge inhumane boe man", zoals pater Doumen letterlijk schrijft. In tegendeel, deze man was juist gewetensvol, maar zat gevangen in „het systeem Ik weet niet of bg. inzenders ooit in Indonesië zijn geweest. Dan zou den zij de uitdrukking begrijpen „boekan saja (neem me niet kwalijk hiervoor ben ik niet verant woordelijk, mijn schuld niet). Het noodzakelijk ge volg van een dergelijk bureaucratisch staatsbestel. Dit is in „Dossier Karpaan" goed uitgekomen, de tweede bedoeling van de schrijver. Onbegrijpelijk is verder de opmerking van pater Doumen, dat het Nederlandse geweten reeds wak ker is nu de leden van beide kamers unaniem voor ruimere en bevredigende toelating zijn. Is het niet wat naief om de Kamers het geweten van het volk te noemen? In de practijk interesseren zich maar weinigen voor wat de Kamerleden denken en willen. Nee, het Nederlandse geweten is niet de totaliteit van de Kamerleden alléén, maar dat zijn wij allemaal. En dat geweten is nog niet wakker geschud. Wij, die samen met de spijtop tanten een gemeenschap moeten vormen, zijn niet klaar met te zeggen: „bockan saja de Kamer denkt en spreekt voor ons. Wij zullen zelf ook onze stem moeten verheffen, luid desnoods van de daken. Zodat de minister ook ons geluid hoort en niet alleen dat van leden van politieke partijen. Want alleen onder de druk van miljoenen, het Nederlandse geweten, zal hij zwichten en het systeem veranderen." Van de maker van „dossier Karpaan", Mr. Keuls, ontvingen wij een volledig overzicht van persuit latingen n.a.v. dit t.v.-stuk, waaruit blijkt, dat vrij wel unaniem de bestaande gang van zaken werd afgekeurd en op verruiming en versnelling van de toelating van spijtoptanten werd aangedrongen. De nood der spijtoptanten Dat deze in „Dossier Karpaan" niet overdreven werd voorgesteld - - zoals van sommige zijden werd gesuggereerd bleek dezer dagen op navrante wijze uit een rekest van 16 juni, waaruit wij de volgende passage aanhalen: dat hij hoopt te mogen tegemoetzien een spoe dig vertrek daar in zijn gezin zich een alarme rend voorval heeft voorgedaan, dat hem de zede lijke verplichting oplegt sneller maatregelen des betreffende te nemen, dat zijn echtgenote op 3 juni "jl. getracht heeft zich van het leven te beroven door met een gilettemes- jc haar polsslagader door te snijden, welke ver foeilijke daad dank zij de genadige God niet de gewenste resultaten mochten hebben, daar omwo nende flatbewoners haar tijdig naar het ziekenhuis wisten te transporteren. dat zijn echtgenote tot b.g. daad is overgegaan is wel door een nader onderzoek bewezen, dat: 1haar vertrouwen en hoop naar Nederland te kunnen gaan langzaam maar zeker gedood werd door de verbreking door Indonesië van de di plomatieke betrekkingen met Nederland, zodat hiermede naar haar denken geen kans meer zou bestaan zij ooit haar naaste familieleden (moeder, broeder en zusters) die in Nederland verblijven, zou kunnen terugzien, 2. financiële moeilijkheden en een onzekere toe komst haar denkvermogen belaagden, hetgeen een dagelijks gesprek vormde tussen haar en ondergetekende, die haar steeds te kennen gaf, dat eens haar wens vervuld zou worden, 4. eenzaamheid door veelvuldige dienstreizen van haar echtgenoot (om de twee maanden vaak 3 a 4 weken en langer) b.g. vertwijfeling dreef tot gedachten dat niets haar kon bijstaan of redden alleen maar de dood". 3. in haar vertwijfeling bovendien spookbeelden bij haar opdoemden van „gehaat te worden door het Indonesische volk" tevens bewerkstel ligend de gedachten dat zij uit Indonesië gejaagd werd en tenslotte zij in haar waan zag, dat zij vermoord zou worden, Uit deze tragische gang van zaken blijkt weer op nieuw hoe hoog de geestelijke nood van de wach tenden op een visum kan stijgen. Moge de rege ring hieruit begrijpen hoezeer hier spoed geboden is, dat Nassi niet overdrijft wanneer wij spreken van „pericullum in mora". Anders komt voor de zwakken de Verlosser zoals Menno die in onder staande tekening ziet. Staten-Generaal. Nassi heeft zich gewend tot de „Vaste Commis sie uit de Tweede Kamer voor de Repatriëring uit Indonesië met een uitvoerige nota waarvan de samenvatting alsvolgt luidt: 1. Onder de huidige omstandigheden is niet te verwachten, dat voor toelating van spijtoptan ten in Nederland nog een geruime tijdsduur be schikbaar zal zijn. 2. De duizenden dossiers, die nu onaangeroerd blijven, moeten worden afgedaan. 3. Het is derhalve noodzakelijk de bestaande tijd rovende individuele visum-behandeling te ver vangen door een snellere groepsgewijze werk methode. 4. De hieraan verbonden kostenvermeerdering dient daarom als onvermijdelijk en bovendien als uitvloeisel van een morele plicht te wor den aanvaard. 5. Voor alle visumaanvragers dient onder het cri terium „nood" vooral ook geestelijke nood te worden verstaan. 6. Voor alle Nederlands georienteerde personen dient de mogelijkheid tot assimilatie aangeno men te worden. 7. Onder „binding" met Nederland moeten bij de beoordeling van visumaanvragen niet alleen fa milierechtelijke doch ook „morele bindingen worden begrepen. 8. Visumverlening moet in de gevallen, dat de betrokkenen op eigen gelegenheid naar Neder land kunnen komen, niet uitgesteld worden tot de toelating is geregeld van groepen, die in verband met het rijksvoorschot op van Rege ringswege georganiseerde wijze overtocht krij gen. 9. De organisatie van het transport op Rijkskos ten van spijtoptanten dient te worden afgestemd op de mogelijkheid, dat Indonesië de uitreis niet voor onbeperkte tijd wenst en derhalve slechts op een kort tijdsbestek mag worden ge rekend." Wanneer U kleren heeft voor repatri anten, bel dan NIET Nassi of Tong Tong, maar Van Merlenstraat 118 Den Haag Telefoon 636295 b.g.g. 637041 De Tweede Kamer heeft hierop gereageerd met een Commissie-Verslag „omtrent haar bevindingen bij de tot dusver met de Regering gevoerde gedach- tenwisseling inzake het toelatingsbeleid, met name nopen de z.g. „spijtoptanten", waarin de Kamer commissie o.a. tot de volgende conclusies komt: „Gezien het aantal aanvragen en de nood, waar uit deze zijn voortgekomen, zou het aantal gun stige beslissingen naar het oordeel der commissie echter belangrijk hoger kunnen en moeten zijn, zulks te meer waar van regeringszijde ten overstaan van de commissie meermalen duidelijk gesteld is, dat ook bij een aanmerkelijke verhoging in begin sel de in Nederland aanwezige opvangmogelijkhe den niet in het geding zouden worden gebracht. „Al met al meent de commissie haar oordeel over het tot dusver gevoerde toelatingsbeleid aldus kort te kunnen samenvatten, dat te weinig aanvragen worden ingewilligd en dat de voor toelating in aanmerking komende aanvragers te lang moeten wachten: zij acht beduidende verbetering in deze onbevredigende gang van zaken op de kortst mo gelijke termijn geboden. „De daartoe door de Regering te treffen maatrege len dienen er op te worden gericht, dat de richt lijnen aanmerkelijk moeten worden verruimd; dat aan bepaalde gemakkelijk te verifiëren criteria doorslaggevende betekenis ten gunste van de be trokkene wordt toegekend; tenslotte dat het on derzoek in de overige zaken aanmerkelijk wordt versneld, door een aan het menselijke leed der aanvragers aangepaste werkwijze. Indien van sum miere onderzoeken als hierboven bepleit het ge volg zou zijn, dat enige personen worden toege laten waarvan bij nader inzien geoordeeld zal moe ten worden, dat de toelating ten onrechte is ge schied, acht de commissie dit nadeel aanvaard baar. Zij meent dat het belang, dat de in In donesië in nood verkerende groep snel wordt ge holpen, dient te preveleren boven andere, door het „normale" Nederlandse vreemdelingenbeleid be schermde belangen". Woningnood en spijtoptanten. Minister Klompé heeft bij de begroting van Maat schappelijk Werk medegedeeld, dat de toelating van spijtoptanten gelimiteerd moet blijven omdat zij niet kan plaatsvinden ten koste van de gezin nen die h.t.l. „in verband met de woningnood drei gen te gronde te gaan". Naar aanleiding hiervan heeft Nassi zich in een brief tot de Eerste Kamer gericht om er op te wijzen, dat Minister Klompé hier uitgaat van de onjuiste praemisse, dat de toelating van spijoptan- ten impliceert, dat deze personen eerder dan even- bedoelde gezinnen voor huisvesting in aanmerking moeten worden gebracht. Dit is onjuist en nie- mands bedoeling. Het gaat erom de spijtoptanten uit hun ellende in Indonesië weg te halen. Overbrenging naar Neder land betekent voor hen reeds redding van mate riële of geestelijke ondergang; onderbrenging in opvangcentra, waarin zij zouden kunnen blijven, brengt hen reeds in aanmerkelijk betere levens omstandigheden. Eerst later komt het probleem van een eigen woning aan de orde. Nummers der loten en namen van de personen, die een schilderij hebben getrokken bij de schilderijen- loterij van de Nassi-stand op de Pasar-Malam in de Haagse Dierentuin No. 9 Schauwen, Veenendaalkade 586 No. 17 M. Brouwer. Prinsen Vinkenstraat 1 No. 37 Carlo Eckhardt, Medemblikstraat 256 No. 43 H. Koessler, Oranjelaan 11. Rijswijk No. 55 A. W. Soedjak. Kon. Marialaan 124 No. 61 P. Koopmans, Erasmusweg 1107 No. 63 c. van Rhijn. Laan van Meerdervoort 1597 No. 72 R Hendriksz, Riouwstraat 61 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 4