NESPANDA TOURS
15-daagse vliegreizen naar Torremolinos
DE TIJGER IN HET VOLKSGELOOF
(vervolg van pag. 9)
der mensen, die nog waren gebleven. Deze
waren de mening toegedaan, dat doekoen of
geen doekoen, de vloek zich zelf zou overle
ven, wanneer er genoeg slachtoffers zouden zijn
gevallen om de Pojang te verzoenen. Zij wa
ren gebleven, in de hoop dat zij gespaard zou
den worden en hadden vooruitlopend op die
verwachting voor een krats de tuinen der an
deren gekocht.
Eindelijk in de zesde week werd de eerste ge
vangen, een mooi getekende grote tijgerin.
Spoedig daarop volgden nog twee tijgerinnen,
waarvan een echter dood in de val werd aan
getroffen en de ander onderweg stierf, tijdens
het transport naar Bengkoelen. De vierde was
een zeer grote tijger en het gelukte deze le
vend naar de stad te brengen. De kooien met
de tijger en de tijgerin werden in het Fort
Marlbourough, door de Engelsen in de tijd
van Raffles gebouwd, op de binnenplaats op
gesteld. Het Fort dient thans als kazerne voor
militairen.
Kort nadat de tijgers daar waren aangekomen,
kwamen 's nachts tijgers tot in de haventer
reinen, terzijde van dat Fort gelegen en men
vond zelfs hun sporen in de droge, voormalige
Fortgracht. Door de agent van de K.P.M.,
R. M. Soepartojo, werd op een morgen, tussen
de aldaar opgestelde lege oliedrums een grote
tijger gezien. Sinds mensenheugenis was dit
niet meer voorgekomen.
Intussen trachtte de resident de beide tijgers te
verkopen aan een dierentuin. Hij had hen aan
die van Soerakarta aangeboden voor Rp 10.000
maar toen antwoord kwam, dat men het bod
accepteerde, waren beide tijgers dood. Zij
waren door de bevolking vergiftigd, zoals een
autopsy uitwees. De bevolking had het zekere
voor het onzekere genomen, want men kon
toch nooit weten!
Sindsdien heeft men in Smedang Bukit-Kaba
geen overlast meer van tijgers ondervonden,
hoewel het nog heel lang duurde, voor de be
volking in haar geheel weer was teruggekeerd.
Tot zover het relaas van het hoofd van het
Plaatselijk Bestuur, de Boepati Aboe Bakar,
dat werd ontleend aan ,,De Vrije Pers van 21
november 1952, een dagblad dat te Soerabaja
verscheen.
Ter toelichting en als commentaar bedoeld,
nog het volgende.
Het spelen op de bamboefluit is kennelijk be
doeld geweest om de opgewekte toorn van de
Pojang, die uit zijn „huis" verjaagd was ge
worden, tot bedaren te brengen, het votief-of-
fer om zijn vergiffenis af te smeken. Nadat
deze toorn tot bedaren was gebracht en het of
fer geaccepteerd, hetgeen vijf weken had ge
duurd, o.a. door de passieve houding van de
bewoners, kon het lokken succes hebben. De
tijgers waren nu niet meer werktuig om wraak
uit te oefenen en dus weer tot normale dieren
geworden, welke niet de bijzondere bescher
ming van de Pojang genoten uit hoofde van
de hem opgedragen rol. Dit moge misschien
vreemd lijken, n.l. dat deze instrumenten dus
tenslotte werden opgeofferd door hun op
drachtgever. Wij vinden echter in de oude
geschiedenis van Indonesië en andere volken
eenzelfde analoge gedachtengang en handeling.
Wanneer in opdracht van de vorst iemand van
naasten bloede moest worden gëexecuteerd,
dan werd in vele gevallen daarna de beul,
meestal een misdadiger, die zijn leven reeds
verbeurd had, ook terechtgesteld, terwijl de
familie van de beul goed beloond werd. Hij
had vorstelijk, dus goddelijk geacht bloed aan
zijn handen en dit feit op zich zelf kon slechts
met de dood worden uitgewist. Waarschijnlijk
ligt ook de vrees ten grondslag dat de beul
nu hij eenmaal dit goddelijke bloed vergoten
had, de vrees om dit te doen zou verliezen
en zich tegen de opdrachtgever keren in dienst
van anderen. Op dat de beul geen overlast
zou krijgen van de ziel van de door hem ge-
executeerde mens, likte hij dan aan het bloed,
dat aan het zwaard kleefde, daarmede
„bloedsbroeder" geworden van het slachtof
fer.
Het valt ons westerlingen moeilijk achter dit
alles magische krachten te zien. Alleen een
zeer uitvoerig en diepgaand onderzoek zou
misschien de kans geven een logische oplos
sing te vinden, welke ons zou kunnen bevre
digen.
Toch zijn er een paar facetten, welke heel
moeilijk, zo niet onmogelijk, te verklaren zijn
met „logica". Ten eerste het direct ophouden
der overvallen, toen de doekoen ter plaatse was
gearriveerd, hoewel er nog genoeg mensen in
de huizen verbleven, terwijl er reeds 170
slachtoffers waren gevallen, waartegen men
volkomen machteloos had gestaan. Ten twee
de, dat de doekoen open en bloot tot zelfs te
gen het aanbreken van de schemering alleen
bij de val verbleef, weken lang, zonder dat hij
werd gemolesteerd, terwijl voor zijn komst de
mensen zelfs overdag op de velden werden
aangevallen. Ten derde, het bezoek van tijgers
aan het Fort Marlbourough, nadat de beide
gevangen exemplaren, aldaar verbleven, terwijl
er sinds mensenheugenis geen tijgers meer
zich in de stad of de directe streken hadden
gewaagd.
Dit relaas van waar gebeurde feiten, ontleend
aan een Aneta-verslag, toont in ieder geval
aan, dat het animisme nog zeer diep geworteld
is bij de eenvoudige landelijke bevolking en
hoe noodzakelijk het is hiermede rekening te-
houden bij het beoefenen van bestuursfuncties.
Het zou interessant zijn te vernemen, of de
bevolking weer tot de oude adat is terugge
keerd en tot hetgeen hun in oude overleve
ringen wordt opgedragen en geleerd. Nog in
teressanter zou het echter zijn te weten, wat
het geëmancipeerde Nerga-hoofd na het suc
ces van de doekoen en zijn uitleg van de oor
zaak, heeft gedacht en geloofd en of men hem
heeft gehandhaafd. Zij worden n.l. voor hun
gehele leven gekozen en kunnen alleen tenge
volge van zeer bijzondere omstandigheden
worden afgezet.
In verband met de prestaties van bovenvermel
de doekoen, en de door hem verrichte hande
lingen bij het bouwen van de val en het lok
ken mogen hieronder nog de regels worden
vermeld, opgesteld door het Negrihoofd van
Talago Goenoeng, Westkust van Sumatra, een
befaamde tijger-doekoen, hoe men een val
dient op te zetten voor een tijger, die zich
„schuldig" heeft gemaakt aan het doden van
een mens*). Daartoe moet de doekoen een
open plek zoeken waar niets groeit. Na wier
ook te hebben gebrand en te hebben gebeden,
maakt hij een klein gat in de grond en dekt dit
af met een halve klapperdop. Zit er na een
poos -de tijd, waarin men een strootje kan
roken een kleine zwarte mier onder, dan
is het zeker, dat men daar de schuldige tijger
zal vangen!
De val wordt dan gemaakt van palen en stuk
ken rondhout van precies aangegeven grootte,
van een bepaalde soort hout. Is de val klaar,
dan wordt er een bonte geit in gedaan als lok
aas en moeten allen die hebben geholpen het
terrein verlaten, terwijl de doekoen geheel al
leen achterblijft. Spiernaakt springt hij nu op
de val, scheldt de tijger flink uit en sommeert
hem te komen, omdat de schuld voldaan moet
worden, omdat een ziel met een ziel behoort
te worden betaald. Hij dreigt de schuldige tij
ger, dat bij niet betaling van de schuld, de
zware adat eed wordt geschonden. „Voor hem
zal op de berg geen wind meer waaien en
geen water in de ravijnen. Hij zal zijn als een
door kevers en hun larven aangevreten boom:
geen wortels meer in de grond, die in staat
zijn het voedsel op te nemen, geen leven
meer in de top en de stam doorzeefd met
boorgaten".
Maar daarnaast vleit de doekoen ook de tijger
en zegt hem, dat zijn bruid (dus de geit) al
wacht in het mooi versierde huis en dat alles
voor het trouwfeest gereed is
C. H.
(■wordt vervolgd)
L. C. Westenenk. „Het Rijk van Bitter-
tong". pg. N.V. H. P. Leopold's Uitgevers
Mij. 's Gravenhage 1932.
Advertentie)
neemt het zekere voor het onzekere.
Aan de Costa del Sol (Zuid-Spanje) heeft U de grootste kans dat tijdens uw vakantie
de ZON schijnt.
Grote keuze uit
vanaf f 539.met alleen ontbijt
vanaf f 620.met vol pension
Uitgebreide brochure op aanvraag beschikbaar.
Verblijf van lange tijd zeer aan te bevelen i.v.m. heel lage kosten levensonderhoud.
Van uw pension kunt U ruim leven in gehuurde volledig gemeubileerde villa's.
Prijzen per persoon per maand:
f 200.met alleen ontbijt
f 340.met vol pension.
Voor 4 personen tezamen eigen villa's beschikbaar met aanzienlijke reductie.
Inlichtingen worden U gaarne verstrekt door: INTRANED
v/h Hesta, Crans Co. Plein 22 Telefoon 184250 's Gravenhage
Met kantoren te Amsterdam, Rotterdam, Alkmaar, Den Helder, Haarlem, Hilversum,
Leiden, Schiphol, Utrecht en Zaandam of door alle andere Nespanda-tours boekings
agenten.
14