<~Tf[ijmerincfen over tempo doeloe^,
„De examenklas voor de hulpakte op de Salemhaschool met onze Directrice Mej. Daz (1918).
Ik sta juist achter haar, derde op de achterste rij van links. U kunt er eigenlijk hij zetten Einde
lijk getemd". Want hoewel ik daar erg „manis" uitzie, was ik het helemaal niet..."
De foto van Kapitein Pourchez met zijn
leerlingen, kortgeleden in Tong-Tong gepu
bliceerd, heeft een stroom van herinneringen
bij mij opgeroepen. Herinneringen aan een
lang voorbije, maar gelukkige tijd van mijn
jeugd in Indië.
Ook ik was op gymnastiekles van Kapt.
Pourchez. Op een uitvoering droegen de meis
jes witte jurken met rood galon, links van de
hals tot 't midden en daarom heen. En de
zwemles in 't Militaire zwembad in Mr. Cor-
nalis. Doodsbang was je, als hij je in de gaten
kreeg en je nog aan de hengel moest. Want
dan was 't zwemmen of verdrinken, tenminste,
dat dacht je en je spande je in tot 't uiterste.
Na Kapt. Pourchez kwam de Padvinderij. Een
klein groepje jongens eerst, onder mijnheer de
Korte. Ik deed ook mee, als eerste Padvind
ster in Indië, maar met de jongens en als jon
gen gekleed. Heerlijk vond ik die avontuurlijke
tochten buiten Batavia, de besluipingen op
de Chinese graven, achter Gang dit en Gang
dat, die uitkwamen op Kramat, de Hooiberg,
de Palatuinen.
Je moest elke dag een goede daad doen en
een bijeenkomst begon met een appèl, waar
op je je goede daad moest vertellen, 't Was
niet zo moeilijk, een stoel recht zetten thuis,
was al een goede daad. Maar iets bijzonders
was natuurlijk nog mooier. Bijv. een kip,
die wat had ingeslikt met een draad er aan.
redden door de draad met voorwerp uit de
keel te trekken. We gingen eens naar de
Plantentuin in Buitenzorg. Een van de jongens
liet z'n Padvindersstok in een vijver vallen,
welke vlug naar "t midden afdreef. Hier had
ik een kans voor een goede daad en sprong
pardoes in de vijver, om 't ding er uit te
halen, 't Was gelukkig niet diep, alleen was
ik van top tot teen kletsnat en moest zo
blijven lopen tot het opgedroogd was. Maar
wat deerde dat toen in Indië. Je kreeg er
zelfs geen verkoudheid door.
Later kwamen er meer meisjes bij en werd
er een speciale afdeling opgericht. Toen vond
ik 't niet meer leuk en deed niet meer mee.
Ja, een jongen wilde ik toen altijd graag zijn,
droeg jongenskleren, zodra ik uit school
kwam en speelde graag met jongens. Verslond
de boeken van Karl May en vereerde Winne-
tou en Old Shatterhand. Mijn Bataks rijpaard-
je had ik Iltschi gedoopt, naar de hengst van
Winnetou.
We speelden meestal Indiaantje met Flam-
boyanttakken om ons hoofd. Die leken dan
op veren. Met een vriendje lasseerden we te
paard de koeien, die op 't Koningsplein weid
den. Of we trokken met borstels en roskams
gewapend naar een failliet circus, dat zijn
laatste dagen in de benedenstad op Glodok
beleefde, om de paarden te helpen verzorgen.
Die leden honger en vraten hele repen zeil
doek.
Toen 't Bandjirkanaal er nog niet was, had
je in Batavia vaak overstromingen in de regen
tijd. De halve stad stond dan onder water
bijv. ook 't Koningsplein. Op zo'n dag spij
belde ik eens met toestemming van mijn moe
der van school, om een ritje te maken met
onze Deleman door de ondergelopen straten.
Ik mende en liet 't paardje soms vlak achter
een sado, met een paar dames of baboes erin,
stappen, die dan een heel waterballet over
zich kregen en gillend protesteerden.
Op Noordwijk stond een hele rij stoomtrams.
Die konden niet verder door 't water. Opeens
een geroep en gewuif. Mijn vader! Die was
's morgens naar zijn kantoor in de beneden
stad gegaan, had 't althans willen doen, maar
was hier blijven steken. We kwamen langszij
en redden hem, waardoor hij niet veel had
gezegd van 't feit, dat ik niet naar school
was.
De school, later K.W. Ill H.B.S. De Dirk
had het altijd over: „Komt niette paas",
waarbij hij over z'n kin streek en over „we
reld" en „secunde". En dat vond je gek als
kind. Er was een epidemie van klappertjes.
Wie ze op school brachten, weet niemand,
maar je kon nergens meer lopen of je trapte
(met opzet) op die dingen. De Dirk kon er
niets aan doen. We moesten buiten blijven
zitten gedurende de uitspanningen. Maar je
moest toch wel eens naar de W.C. En zodra
wij meisjes onze schreden daarheen richtten,
begon 't geknetter, wat een geloei van de
jongens aan de overkant uitlokte. Komt niet
te paas!
Mijn moeder was een buitengewoon lieve
vrouw, maar zoals vele Indische moeders,
wat zwak in de opvoeding van haar spruiten.
Toen mijn ouders naar Semarang verhuisden
en ik 't schooljaar op de H.B.S. zou afmaken,
werd ik bij een familie in de kost gedaan.
'Maar buiten hun medeweten kreeg ik eep
stapel reeds ondertekende briefjes mee, voor
schoolverzuim, die ik naar eigen goedvinden
bijv. bij moeilijke repetities gebruiken kon.
't Resultaat was dan ook een serie onvoldoen
des en zitten blijven. Toen moest ik naar de
Salembaschool in de kost en onderwijzeres
worden, 's Middags in de rij wandelen onder
toezicht van een van de leraressen.
O, ik geneerde me dood voor de meisjes,
maar vooral voor de jongens van de H.B.S.
Toch was 't een uitstekende school en de eni
ge manier om nog wat van mij te maken. Zo
gaat die mooie tijd van vrijheid en avontuur
in ons geliefde Indië aan je oog voorbij, als
je dit of dat ziet of leest. Ik herinner mij vaak
een versje uit mijn jeugd. Later kon ons
zoontje 't zo gevoelvol opzeggen, 't Was over
iemand in Indië, die zoveel moois van Hol
land gehoord had, dat hij er graag eens een
kijkje wou nemen. Maar alles viel dan zo'n
(Lees verder volgende pag.)
mgf'
„Ons huis in Gang Schmalz, Oud Tjandi Hh 1906). Mijn vader staat
erop en geheel links (naast een zuster van mijn vader Mevr. Christiene
von Wedel-Dermoüt) mijn moeder. Dat halkon boven de voorgalerij
heeft mijn vader er hij laten houwen. Daar dronken mijn ouders 's mid
dags thee en hadden een prachtig uitzicht op de rede van Semarang
en de bergen in de verte"
Paarden waren vroeger mijn hobby en nu nog honden. Op deze foto
was ik onderwijzeres te Semarang op de Karang Bidara school. Dat
kamertje rechts achter hij de bijgebouwen was mijn hotelkamer. Ik had
het kamertje (eigenlijk een gewezen wagenkamer of iets dergelijks)
met opzet 'gekozen, om vlak bij mijn paard te zijn"
10