r Eerste Dongègan van Si Klaas in Holland Obcessie Er is zeer duidelijk een grove vergissing be gaan; wat, waar en hoe een heel gewoon raadsel, welke, indien men z'n goede wil betoont, makkelijk op te lossen is. 22/9-61 per Zuiderkruis uit Hollandia met het vooruitzicht om vrede en rust in 't koude land te ervaren na 11-jarig verblijf in de warmste tropenzon Nieuw Guinea. Het zijn niet die insinuaties van Indonesia, die hebben geleid tot vertrek uit dat grote eiland aan de Pacific zee, nee, lezer, daar hebben wij geen vrees voor. Niettemin zullen wij gaarne tegen over elkaar staan zowel als vriend of vijand. De reden tot dat vertrek was of is dan de verschillen, die er gemaakt zijn voor de locaal aangeworven werkkrachten en wanneer men de ouderdom van over de vijftig heeft bereikt staat welaan toe, dat een positieverbetering onbereikbaar wordt „U BENT VEELS TE Een ouwe sobat, Si Klaas, die ons zo vaak vergastte op smakelijke en eerlijke donèngans van Malang, Soerabaja en Hollandia, schrijjt nu zijn eerste do- gèngan in Holland. Bedenk goed: Si Klaas spot niet, Si Klaas scheldt niet, hij schrijjt recht uit het hart. Aan de Indischman in N». Guinea is langdurig groot onrecht aangedaan, 1Vaar Kamers en pers stijf de oren voor gesloten hebben. Omstreeks de overdracht trokken honderden „dwa zen" die hoopten op een „eigen" vader land", naar Nw. Guinea. De in som mige regeringskringen gekoesterde hoop dat dit toch wel mogelijk zou kunnen zijn, verdween echter al spoe dig. De plannen voor ontwikkeling van een Europese maatschappij werden opgegeven en toen raakten de Indische kolonistenin een moeilijk parket. Slechts een beperkt deel kon in gou vernementsdienst worden genomen; an deren moesten zich maar zien te red den. Het drama van de Deta-jongens ontstond. In de algemene nood wisten velen zich met doortastendheid en veel geluk toch wel een dragelijk bestaan te maken. Zekerheden bleven echter ontbreken, vooral voor de kleine on dernemers. Velen hadden niet eens een Nederlands paspoort. Toen de dreiging van Indonesië toenam en daar tegenover de zelfstandigheid van de Papoea krachtiger gepousseerd werd, verdwenen alle toekomstzekerheden geheel en al. IVie in Gouvernements dienst was en repatriëren kon, ver dween. De particulieren en paspoort lozen zitten met de gebakken peren. Wie koopt nu tuin of zaak? Wie be schermt de staatlozen? De terugge keerden verdwijnen geruisloos in de Nederlandse massa. Wie dit tournooi om Nw. Guinea ook „wint", Neder land, Indonesië of de Papoea, één ding is zeker: het Nw. Guinea-avontuur van de Indischman is er mee afgesloten („handen afkloppen"en de zoveelste typische tragedie van een marginale groep behoort weer tot het verleden. OVV) is dan het devies. "Merci. Toen de uittocht der locaal aangeworven krachten op z'n grote beloop kwam te staan, kwam de belofte van een BIJSTANDKORPS, welk korps nimmer het daglicht mocht zien. 4 fe bruari I960 werd reeds een hint vertoont demonstratie op vliegveld Air Strip Nieuw Guinea Nu dan de reis per Zuiderkruis; op sommige lange routes tussen havensteden welke dat schip aandeed, was het zeer ongemakkelijk, temeer op de hele reis in een hut te moeten verblijven onder het trappenhuis van de bibliotheeksalon. Wat wel de moeite waard was en is te vermelden de havensteden die door die schuit werden aangedaan te mogen bekijken Singapore, Aden en Napels. Inte ressant en leerrijk. Eindelijk dan voor twaalf 's morgens aan de kade Amsterdam gemeerd, zagen wij vele fa milies en bekenden uit Nieuw Guinea, die in het verleden per plane Hollandwaarts waren getrokken ook al door gruwelijke achterstel ling van locale krachten zijnde. De meesten dezer personen hebben thans in Holland werk gekregen, doch werden zij over het gehele land verspreid. Niet teveel koempoel leven, zoals in Hollandia, want anders zijn jullie te gevaarlijk. Aan de haven van Amsterdam na doorgelicht te zijn geworden, kregen wij dan bericht van onze standplaatsen van inkwartiering. Wij beiden BREDA. Aangezien onze schoonzoon een Combi busje had gehuurd, werd toestemming verkregen met dat vervoermiddel naar Breda te tuffen. Onze familie woonde of woont nog in Hil versum en tufden wij die 23/10-61 naar Hil versum, waar wij om half twee 's middags aankwamen. Aldaar werd flinke nassie-goreng opgediend en nog vele andere gerechten (Indische) en de nodige bakken koffie. Het was wel nodig al dat Indische eten, want in die ene maand aan boord hadden wij toch gehaakt naar echte segoh goreng en koppie toebroek. Drie uur in de middag in de Combi om dan naar de plaats van bestemming te toeren en zagen wij dan onderweg het Holland van bin nen. Molens de trots van Nederland rijkswegen, kastelen, dorpen en dorpjes, boer derijen en nog veel Hollandse landschappen. Alles vlak, niet zoals Nieuw Guinea flinke hoge heuvels met oerwouden en hoge bomen bedekt. Het was toen nog herfst en voelden wij reeds de koude van het noorden doordat de auto zo'n 100 km vaart had. In Breda gekomen moesten wij hier en daar de weg vragen naar Ginnekenweg 335 en eindelijk tegen vijf uur vonden wij het inkwartierings huis, doch alleen die met ons in de auto mee waren, schrokken, want 335 was en is een klooster. Ik hoorde één van de medereizigers zeggen: „Wah Si-Klaas, masoek klooster, maoe djadi monnik". Aan de bel getrokken en zagen in de deurpost drie nonnetjes staan, die de ontvangst voorbereiden. Zij waren reeds van tevoren met ons beider komst ver wittigd. Een gevoel wat ik niet zal verbergen en dat is „Ik was wel geschrokken bij de intrede". Waar ik tot over de zestig jarige leeftijd nimmer vrees heb gekend, zoals voor Japanse beulen, peloppers en tegen de wilden van Nieuw Guinea,*) zo was 't moment dat wij ingekwartierd zouden worden in een klooster en de schrik bij de intrede daarvan, was er toch maar een schok in mijn gemoed gekomen en had ik terwille van de vrede en rust die ik hier in het koude land zocht, ingehouden. Maarhet ging volgens mijn gevoelens de spuigaten aan het uitlopen na volle drie maanden in zo'n klooster, welke onder beheer staan van nonnen, die erg gesteld zijn op de letter der orders. Natuurlijk zullen wij beiden (mijn ega en ik) zich houden aan de orders en wetten van zulk een tehuis, doch men moet ook rekening houden, dat men van een tropen oerwoud-boom niet zo direct maar een kamer plantje kan fabriceren. Wil men als ingekwar tierde iets uitvoeren dan staat en hoort men ogenblikkelijk voor het feit van: „DAT MAG NIET". Men is bezig de leerstelling van een nonnenklooster op ons oudjes of ouderen van dagen met die stelling om te vormen. Het is dan van mijn zijde geen klacht over die stellingen, ingenendele, doch men moet rekening houden met het vroegere vrije leven van personen, die reeds de zestig jaren ge passeerd zijn. Het is hier in Nederland begrij pelijk dat de levenswijze anders is dan in de vrije tropen, doch om die personen dan direct om te vormen zal geleidelijk moeten gebeuren. Het gevoel dat wij thans bezitten, is, als te zijn geinteresseerd of wel te zijn gevangen vrijen of omgekeerd. Men bespare ons beide daarvan. Si-Klaas zoekt hier in deze koude streken VREDE EN RUST. We hopen dat de nonnetjes niet geschokt zullen zijn door deze woorden. Si Klaas stelt nonnen, fappenbeulen en pelopors niet op één lijn, maar probeert slechts te doen uit komen wat elke vrije buitenman voelen en begrijpen kan: liever een groot gevaar met open vizierrecht voor je, dan een keurige en veilige orde, die alle bewegingsvrijheid aan banden legt. Arme Klaas, hij moet nog veel meemaken in zijn leven! 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 15