Blank of Kleurling S^ememfeer IS HIJ EEN BLANKE of een kleurling... Zó staat het „Zuid Afrikaans" op een sollici tatie-vragenlijst van de gemeente Woerden, verzonden in een dienstenveloppe van Woer den en ondertekend met de namen van burge meester en gemeente-secretaris van Woerden. Maar burgemeester H. H. C. Vos zegt: Ik wist hier niets van. Dit is geheel buiten mijn voorkennis geschied. Het heeft mijn instem ming niet, uiteraard. Wij hebben hier geen rassenkwestie. Dit zijn de feiten. Een leerkracht uit de hoofdstad schrijft naar Woerden: sollicitatie. Zijn „hoofd" krijgt een verzoek om inlich tingen. Namens B. en W. Een gestencilde verzoekenlijst om informaties. Met daarop de - met inkt bijgeschreven vraag: Is hij een blanke of een kleurling? Wij nemen deze zaak hoog opl, is de reactie van het hoofdbestuur van de Nederlandse Onderwijzers Vereniging, dat in Het School blad" daarover schrijft: Wij achten deze vraag een schandaal, een smet op de Nederlandse samenleving! Hoe is het mogelijk dat dit in ons land gebeurt? Eu: „Blijkbaar is men in Woerden wel al zo ver, dat men begrijpt een ongebruikelijke vraag te stellen, want, terwijl de overige vragen gestencild zijn, is deze vraag er aan het eind met de hand bijgeschreven. Niet in opdracht maar geheel op eigen gezag door het desbetreffende Woerdense schoolhoofd, zegt burgemeester Vos gedeci deerd. Er zijn hier verschillende onderwijskrachten van lnd(ones)ische origine, bovendien zijn er drie Ambonezenkampen en het loopt allemaal voortreffelijk. Repliek van de N.O.V.: Het is voor Woerden een interne zaak wie deze vraag (ongebruike lijk et! ongeoorloofd) stelde en op wiens ge zag. Maar hij is gesteld op Woerdens dienst- papier. Wij hebben hem hier op het Bonds- bureau zwart op wit: Is hij een blanke of een kleurling.Reactie van schoolhoofd G. N. den Besten: Van de zijde van cte gemeente Woerden heeft men mij meermalen gevraagd: „Is betrokken sollicitant Nederlander, Suri namer of Indonesiër?" Ik wilde daar antwoord op kunnen geven. Daarom heb ik die vraag op het formulier gezet. Meer malen moest ik hier het antwoord schuldig blijven. Met die vraag er op is dat niet nodig. Dit bericht stond in de „Haagsche Courant" van 10 febr. j.l. Tong-Tong kreeg van vele kanten verontwaardigde brieven en het verzoek eens flink „de kachel aan te maken". Dat doen wij niet. Zolang het betere deel van de Nederlandse burgerij en de Nederlandse pers zélf flink uitpakt, kan „het slachtoffer" beter zwijgen. We willen echter even aanstippen dat ondanks het op hoge toon afgewezen bestaan van discriminatie in de Nederlandse maatschap pij (ook Indischgasten zijn hierin vaak „plus royaliste que le roi"), télkens weer bewijzen van het tegendeel worden gesignaleerd. Wij verwerpen dat élke Nederlander discrimina- tief denkt; wij weten dat velen het doen, al ontkennen ze het vaak zelf. We realiseren ons ook dat geen enkele matschappij vrij is van discriminatie. Waarom zou dus Holland een super-natie zijn op dit gebied? Reëel blijven. Niet schelden, maar ook niet struisvogelblind zijn. Twee grote bewijzen van discriminatie zijn: a. de behandeling van de spijtoptanten en van de kleine Indo's in Nw. Guinea, b. de noodzaak van het bestaan van Tong-Tong, omdat de Nederlandse pers geen aandacht wilde besteden aan het Indisch leven en den ken. Discriminatief op zichzelf is de verwaten vergelijking in bovenstaand citaat met de Zuid Afrikanen in de trant van: „Bei uns ist alles schön!" Hoe Farizeeisch! Werkelijke oorzaak van discriminatie is niet geringer schatten van andere rassen of groepen, maar het overdreven hoog aanslaan van eigen kwali teiten. Het oude verhaal van splinters en bal ken. Laat ons daar zelf ook waakzaam voor zijn Beste bestrijding van discriminatie: zelf eer lijk zijn (ook tegenover zichzelf), moedig een standpunt daarop bepalen, onafhankelijk dur ven zijn. REDACTIE 8 maart a.s. zal het precies 20 jaar geleden zijn dat we de Japanse troepen onze geca pituleerde stad zagen binnen trekken. Wat zag U? Welke gevoelens overmeesterden U? Schrijf ons erover maar wees kalm, nuchter, eerlijk, waardig. Geen bittere veroor delingen, geen schuldzoekerijen a.u.b. In de geest van Tong Tong zoeken wij lering en nieuwe waakzaamheid. Over- wonnen ivorden is geen schande; het gedrag daarbij kan schan delijk zijn' Na 20 jaar, wat is onze on ver geetlijkste herinnering en daarbij onze meest gerijpte wijsheid? Canberra, Jan. 25, 1962. Dear Tjalie, How goes, chap? Only get Tong-Tong from you. Hope you are as busy and useful as ever. I am going off to New Guinea to-morrow. Morituri te salutant? I hope it will turn out to be profitable. One thing I wanted to ask you before I leave is whether you can still give the little note on PUKULANToe dan, zeg! Best wishes to you and your work. Je PAUL W. VAN DER VEUR Canberra, Australia Bovenstaande brief ontvingen wij van Profes sor Van der Veur, hoogleraar aan de Universi teit van Hawaii, op het ogenblik verblijvend in Australië. Velen van ons welbekend als een onvermoeibaar vorser van de Indische maat schappij, de plaats van de Indo-Europese groep daarin in het bijzonder. Vandaar zijn belangstelling voor poekoelan en pentjak, sikoe-sikoe en andere verdedigingssporten voor de Indo een bittere noodzaak, voort vloeiende uit zijn „klempositie" in de Indische samenleving. U kunt nu voor al Uw drukorders ook terecht bij Tong Tong Wij nemen de grootste en ook de allerkleinste (visite kaartjes, briefpapier, etc.) orders aan. Bestellingen en informaties te richten aan: De Redactie U betaalt niets ineer dan waar ook Er wordt aparte aandacht aan Uw werk besteed U helpt Tong Tong opbouwen DE REDACTIE. Wie helpt ons aan gegevens, die wij door kunnen sturen aan Prof. v. d. Veur? De ver schillende technieken en stijlen van pentjak, namen van bekende poekoelan-spelers, histo rische feiten op dit gebied, maar ook legenden zijn vaak waardevol. In tien „van-horen-zeg- gen"'s zit allicht een kern van waarheid! Stelt U ons niet teleur, lezers! Dit is de tweede oproep die wij plaatsen. Het is niet Tjalie die het vraagt, niet Tong-Tong, maar een professor met internationale bekendheid op het gebied van Indische historie. En in „het enige Indische blad ter wereld" dat nog contact heeft met de generatie der laatste kampioenen. Het is een soort van valse schaamte die velen er van weerhoudt over dit onderwerp te praten. Zij is misplaatst. Zulke figuren als Kempees en Schüler mogen met respect genoemd worden. En wie was de laatste kemphaan, die „slag leverde" met die roemruchte figuur uit de onderwereld Mat Hitam Een met aller medewerking tot stand gebracht wetenschappelijk onderzoek van de „Indo- verdedigingstechnieken" zal bovendien defi nitief een eind maken aan de valse voorstel ling dat Indo-vechters „messentrekkers" zouden zijn. Dat is niet waar. In Nederland vallen in vele gevechten wél slachtoffers door mes steken. De Indo, als Europeaan, dus „niet- mesdrager"was in een wereld van mesdra gers (golok, blati, kris, enz.) praktisch weer loos. Dus ontwikkelde hij speciale vechttech- nieken, waarin hij het ongewapend kon opnemen tegen elke gewapende tegenstander - en nóg winnen. De historie van poekoelan is eigenlijk de historie van de Europese ver- stoteling, die zich weet te handhaven in een dreigende maatschappelijke ondergang. Een mooie historie en we mogen dankbaar zijn dat prof. v. d. Veur haar onderzoeken en vastleggen wil. Wie helpt hem? REDACTIE 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 3