MINAHASA een andere negorij (deel ii>
WW,
Monument-park, Menado.
Ook het Maleis klinkt anders. Veel woorden
van Portugese oorsprong kan men daarin
terugvinden, b.v. kadera voor stoel, kavaljo
voor paard, tjapeo voor hoed. De dagen zijn:
hari maandag, hari doea, tiga, ampat, lima,
saptoe en minggoe. „Njanda" tida ada
vond ik op de manier, zoals zij dat woord
uitspreken, altijd heerlijk klinken, langgerekt
en zangerig van toon. Hoe zoudt U „Langelo"
uitspreken, gewoon Langelo zoals die geschre
ven wordt. Dat dacht ik eerst ook. Toen ik
door de telefoon naar de heer Langelo vroeg,
hebben ze op kantoor mij finaal uitgelachen.
„Ah meneer, mosóh zo, U moet zeggen Lan-
gélo, de klemtoon op (van hek) en iets
langer aanhouden. Hij was een zoon van het
land.
seperti di landraad"
De Menadonees is een geweldige redenaar. Hij
houdt van het afsteken van lange en hoog
dravende speeches. Ik heb een begrafenis bij
gewoond, waarbij een lid van de landraad
sprak op een wijze, die een van de belang
stellenden de opmerking deed maken „seperti
di landraad". Zijn toespraak duurde ruim een
half uur. Wij hadden op kantoor een Goronta-
lees als schrijver werkzaam. Of hij voor de
anderen niet onder wilde doen, weet ik niet,
maar wel oefende hij zich geregeld in de
welsprekendheid. En de gelegenheid om eens
te laten horen hoe ver hij wel gevorderd was,
deed zich voor op de verjaardag van een van
de kantoormeisjes, welke in een restaurant
gevierd werd. Wij allen waren present. Na
het woord gevraagd te hebben stond Onze
spreker op en richtte zich tot de jarige. Hij
scheen zijn les goed geleerd te hebben en
las niet van het papier af. Zijn toespraak zat
goed in elkaar, was in ieder geval goed be
doeld. Als hij even ophield werd geroepen
„goed zo, ajo doorgaan, djangan perdoeli".
Hij had het over gemeenschapszin en samen
leving in de Minahasa. Alleen drukte hij zich
wat eigenaardig uit. „Onze samenleving is
gezond", zei hij tot de jarige, „en ook onze
gemeenschap is erg goed".
Er waren in Menado naast de plaatselijke
bulletin, die hoofdzakelijk het algemene nieuws
publiceerde, twee kranten, die twee maal in
de week in het Nederlands verschenen. Zij
maakten o.m. melding van gebeurtenissen en
de toestanden in de Minahassa. Felle artike
len vaak, maar ook humoristische. De ene
redacteur leverde wel eens kritiek op de an
dere. Zo herinner ik mij dat de heer X in
zijn krant schreef naar aanleiding van een
stuk van de heer Y dat hem, de heer X blijk
baar niet beviel: „de heer Y ziet alweer wit,
wat in feite zwart is". De schrijver van het
artikel had 11.1. een nogal bleke huid; men zei,
dat hij albino was. Tussen twee haakjes, al
bino's kwamen in de Minahasa vrij veel voor.
Deze legde zich bij de uitlating van zijn
concurrent niet neer. Hij reageerde met: „wat
verbeeldt de heer X zich wel, denkt hij alleen
te weten, dat 2 x 2, 4 is". De redacteur Y,
die op oudere leeftijd getrouwd was met een
jonge vrouw had kort achter elkaar een twee
ling.
Metiado-Kema
Om op dat traject MenadoKema terug te
komen. Kon men eigenlijk wel van kampongs
spreken als men daarmee bedoelde die nette
witte stenen en ook geverfde huisjes langs de
weg. Niet ver van de Airmadidi lag toen
een kerkhof, zoiets als de hunnebedden. Air
madidi was een districtshoofdplaats, Zie, daar
is dat „andere" weer. Op Java had je wedana
en assistent-wedana, op Borneo en Sumatra
de demang en assistent-demang, hier in de
Minahasa sprak men van de hoekoem besar
en hoekoem kedoea. Bij Kema is het kust-
plaatsje Bitoeng, een vissersdorpje. Toen zaten
er veel Japanners, die het beroep van visser
uitoefenden en motorboten tot hun beschik
king hadden. Het was publiek-geheim, dat de
Japanners bij een eventuele inval daar zouden
landen. Men veronderstelde toen al, dat die
z.g. vissers deel uitmaakten van het personeel
van de Japanse marine. In 1939 werd reeds
gefluisterd van een mogelijke Japanse bezet
ting. Een Nipon-jongetje van een jaar of zes
vertelde zomaar op welke wijze de soldaten
het land zouden binnen trekken. Velen vonden
dat een goede grap. Ik kan niet ontkennen
dat de Japanners in die dagen zich altijd
buitengewoon vriendelijk hebben getoond.
Mr. Oostwoud sprak over de dieren, die hij
niet zag en zo goed als niet hoorde. Het was
mij reeds opgevallen, dat ik nergens mussen
zag. En toen ik dat aan de mensen vroeg,
wisten ze niet wat voor vogels dat zijn. Slan
genvlees werd er inderdaad gegeten. In de
omgeving van Tondano verkocht men op de
pasar ook hondenvlees. Er kwam bij ons eens
aan de deur een man met een gevild aapje,
of wij dat wilden kopen.
Menado zelf is een aardig stadje gelegen aan
een mooie baai. Een kade voor de schepen was
er niet. Die bleven nog een eind voor de kust
voor anker liggen en motorbootjes zorgden
voor vervoer van de passagiers en bemanning
van en naar het schip. De soos lag niet ver
van de zee. Gezellige soms al te „gezellige"
fuifjes werden er gegeven.
Witte Zwarte Piet
De zee kan behoorlijk te keer gaan. Hebt U
wel eens van zwarte Piet gehoord, die wit
geworden is. Wij wel. Op 5 december zou
de goede Sint met zijn knecht ook Menado
een bezoek brengen. Zij kwamen met de grote
boot en moesten overstappen op het motor
bootje, dat hen naar de kust zou brengen.
Het was ongeveer 5 uur in de middag en op
het haventerrein stonden talrijke kinderen met
hun ouders en andere belangstellenden op hun
komst te wachten. Ook een muziekkorps was
ter verwelkoming aanwezig. De zee stond
hoog en af en toe zag men het motorbootje
boven de golven uitkomen. Vol verwachting
klopte ons hart en vooral dat van de kinderen,
toen het bootje de steiger naderde. De muzi
kanten hielden zich gereed. Bij aankomst van
Sint-Nicolaas en zwarte Piet zou in optocht
naar de soos gereden worden. Toen het motor
bootje gemeerd lag was tot grote verbazing
van de wachtenden geen der langverwachten
te bekennen. Een van de commisieleden van
ontvangst ging aan boord, sprak in gedempte
toon met de stuurman, stapte vervolgens in
de diepte van het kajuit en kwam even later
tevoorschijn met de mededeling, dat Sint en
Piet door de lange reis te moe waren en eerst
nog in het grote schip wilden uitrusten, maar
in de avond toch in de soos zouden zijn. U
kunt zich de teleurstelling van de kinderen
voorstellen. Later hoorden wij, dat beiden
gedurende de overtocht in het motorbootje
zo zeeziek waren geworden, dat zij zich moei
lijk konden verplaatsen en de knecht meer
wit dan zwart was.
12e provincie
De Minahasa, vóór de oorlog ook de twaalfde
provincie geheten, is een mooi land met z'n
bergen, heuvels en het Tondano-meer. De copra
is het hoofdproduct. Of het copra-proefstati-
on nu nog in Menado staat is mij niet bekend.
Jammer was, dat toen aan de bevolkingstui-
nen niet die aandacht werd besteed als daar
voor nodig is. Ik heb nimmer zovele aard
bevingen meegemaakt als in Menado. „Tanah
gojang", noemde men zoiets.
Vruchtbomen zoals wij die op Java kennen,
heb ik daar niet gezien. Wij hadden op ons
erf manggabomen. De eigenaar van het huis
had ze als jonge plantjes uit Java laten ko
men. Voor het oog zagen de bomen er prach
tig uit, maar zolang wij er woonden, waren
er geen vruchten aan te zien. Misschien dat
de bodem er niet geschikt voor was. De djam-
boebol daarentegen deed het uitstekend.
De dorpjes vond ik er ook weer anders uit
zien dan de desa's op Java. Ook de mensen
zijn anders, hoe zal ik het zeggen, de meisjes
vrijer, de mannen wat branie-achtig. Ze zijn
ook lichter getint. Weet U, wanneer er toen
een jongen uit het ene dorp het waagde ver
kering te hebben met een meisje van een ander
hij de kans liep afgetuigd te worden. In Me
nado is een woonwijk genaamd kampong
Makérét. De jongelui die daar woonden
waren van een bepaalde slag en nogal ge
vreesd. Soms deed de buurt mij denken aan
de Jordaan met haar eigen gewoonten en
zeden. Vóór Nieuwjaar hielden de jongelui
een soort carnaval.
Zij die in Menado geweest zijn, weten waar
schijnlijk wel wat toenoetoan is - echte Me-
nadonese kost en op bijzondere manier be
reid -en toetoeroega, schildpaddensoep.
Lelampa is Iemper, niet met vlees, maar vis.
Waarmee ik maar wil zeggen, ook dat is an
ders.
borgers"
Een geheel nieuwe omgeving voor hem, die
uit Java komt en waar hij zich aanvankelijk
een vreemde voelt. Maar eenmaal ingeburgerd,
zal hij vooreerst de Minahasa niet willen
verlaten. Zo was het ook met de eerste ko
lonisten gegaan, die bleven daar. En al noem
den hun afstammelingen zich nog wel „bor
gers", burgers, Menadonees zijn zij in alle
toonaarden. Eveneens Menadonees voelt zich
6