VOOR DE VROUW EN HAAR HUIS
Schoonmaken opruimen
Hoedjan datang, kambing lari!
Dit lieve mensen, pleegt de tijd te zijn, dat
we iets aan ons huis gaan „doen". Op z'n
Hollands gezegd: tijd voor de grote schoon
maak.
Mij niet gezien hoor ik U zeggen. Daar stem
ik mee in. We stoffen, boenen, schrobben en
zuigeren het hele jaar door al, om nu weer
eens gordijnen en schilderijen af te halen,
daar moet je voor geboren zijn.
Maar weet U wat wèl nodig is? Zo'n jaar
lijkse opruiming in eigen huis. Een échte be
doel ik.
Opruimen gaat ons Indische huisvrouwen bar
slecht af. Dat komt door ons aangeboren
„Sajang"-gevoel dat ons de neiging geeft alle
flesjes, potjes, blikken, tijdschriften, kranten
en alles wat papier is te bewaren. In Indië
hadden al die zaken waarde. Voor de toekang
rombeng (dus voor ons!) of anders voor de
baboe die je dolgelukkig kon maken met alles
wat je wilde opruimen. Hier geen toekang
rombeng, geen baboe dus... hupsakee, er is
wel plaats in de kast, of anders erop of er
boven. Of in een kist met-een-kleed-erop of
een rakje met een-gordijn-ervoor. Allé rommel
onzichtbaar opgeborgen.
Onzichtbaar? Dat denkt U maar. Want on
gemerkt woekert de rommel voort en uw
sajang-gevoel ondervindt nergens een rem
meer. Het bewaren is een gewoonte geworden,
U kan eenvoudig niks meer wegdoen.
Heus gelooft U me, die rommel heeft geen
waarde. Dozen, flessen (waarop geen statie
geld staat) papier, hoe mooi, aardig, nuttig
eerst, eenmaal gebruikt moet het weg de deur
uit. Neen, niet denken: op een dag kan ik
het gebruiken. Tussen die dag en nu staan
een eindeloze rij dozen, flessen etc. Dus...
weg ermee, de vuilnisman komt niet voor
niets tweemaal in de week?
Zal ik U leren opruimen?
Vraagt U aan uw kruidenier een paar flinke
lege dozen (hij ruimt meestal dinsdag op!).
Neem twee dozen en zet ze voor de kast neer
die U onderhanden neemt. Een hele rij half-
opgebruikte medicijnen, hoestdrankjes, pillen,
poeders, kan allemaal de vuilnisbak in, nu
eerst in de doos. Half stuk gebarsten aarde
werk en porcelein. Niet langer om treuren,
weg ermee. Schoongewassen papieren ijsbe-
kertjes? Kom, eens wordt het weer zomer
(de hemel mag weten wanneer, maar ééns)
en dan eten we weer ijs uit bekertjes, gooit
We stoffen, boetten, schrobben en zuigen het
hele jaar door
U deze maar weg. Kijk, bijna een hele plank
staat nu leeg. Kunnen fijn de spullen in, die
nu op het dressoir staan, een schaaltje, een
asbakjes-stel, een broodmandje.
Nu die van-alles-en-nogwat kast. Drastisch
zijn mevrouw, papieren, touwtjes, elastiekjes
kunnen in een aparte doos onderin, zodat U
direct de plaats weet als U iets nodig heeft.
Maar alles wat daarbuiten slingert meteen de
kachel in.
Sorteer de spullen in twee dozen. 1. direct
weg te gooien. 2. Voorlopig naar zolder of
box. Zodra U twijfelt tussen wegdoen of niet
wegdoen, gooi het voorwerp van uw twijfel
dan in doos 1.
Neem de schoorsteenmantel, de vensterbanken
onder de loupe. Staat er niet te veel op?
Prullaria met een piëteits-vergunning? Weg
ermee, er komt gauw genoeg nieuw. En al
gooit U het niet subiet weg, doos nr. 2 is ook
heel nuttig. Kunt U later nog wat terugvinden
als het moet, op zolder.
Kijkt U eens naar de muren. Hangt er niet
schrikbarend veel? Zoveel dat U werkelijk
mooie schilderijen of platen niet meer uit
komen? U moest eens zien hoe uw kamer
opknapt als de wanden licht en sober ver
sierd zijn. Die kwijnende plant die het nooit
wil doen. Weg ermee, er zijn nog genoeg
planten in de wereld die het wat graag doen
voor hetzelfde geld.
Die uitbundige plant die steeds maar slierti-
ger en wilder wordt en die U, ook alweer uit
kassian-sajang-gevoel zijn gang laat gaan?
Weet U dat die uw kamer ook slordig en
onverzorgd maakt? Geef die plant een ander
plaatsje en snoei hem.
Zorg dat er niets maar dan ook niets op de
grond hoeft te liggen; geen stapel boeken,
tijdschriften of kranten. Allemaal stofnesten.
Mist U die lectuur van reclame-folders en
brochures nu werkelijk zo? Heus mevrouw,
er komen in de loop der jaren nog kilo's en
kilo's gratis voor niks bij. Allemaal goed voor
doos 1. Geef tijdschriften en boeken die U
geregeld inkijkt een vaste plaats in de boe
kenkast of op een rekje. Geen plaats? Waar
om dan niet uw boekenkast eens opgeruimd
Moet dat afgrijselijke premie-boek voor altijd
kostlijke plaats innemen? En al die stuiver
romannetjes die U eens voor tijdverdrijf ge
kocht of gekregen hebt, wist U dat het Rode
Kruis en het Leger des Heils ze heel graag
willen hebben? Een goede sanering van uw
lectuur-voorraad pleit voor uw cultureel ge
voel
De kleer- en linnenkasten. Ik durf te wedden
dat U de helft die er ligt en hangt niet meer
gebruikt. Natuurlijk die oude japonnen en
blousjes niet weggooien, maar laat ze niet
hangen tussen de goede. Hebt U nog een
lege koffer staan? Niet langer twijfelen, op
ruimen. U kunt ongebruikte kleren altijd een
bestemming geven. De kinderen hebben op
school om de haverklap verkleedpartijen voor
toneelstukjes. Misschien een persoonlijke
schenking aan iemand die blij is met wat
kleren, of anders altijd Rode Kruis of Leger
des Heils.
Heerlijk leeg is uw kast nu! Even de rest
laten uitwaaien op een zonnige dag en... die
kast wordt heus wel weer vol hoor. Uw man
is nu beslist beter te overtuigen dat U niets
heeft om aan te trekken!
Ligt er bij U ook altijd zo'n schrikbarende
hoeveelheid oude lappen en versleten slopen
op uw linnenplank? Zoek de lappen uit; wat
nog versteld kan worden gaat direct in uw
verstelmand (ik heb er ook een doos voor),
de rest in doos nr. 2. Neen, niet naar de
keuken, maar naar de zolder. Heeft U weer
eens oude lappen nodig, dan weet U ze te
vinden. In de keuken ligt namelijk toch ook
al genoeg aan lappen, waar of niet?
Houdt rommel niet onnodig in kast en huis,
want daar schiet ze wortel. De bedoeling is
toch onze woonruimte te vullen met bruikbare
en decoratieve zaken, dan alleen is wonen
prettig. En dan alleen kunnen we de boel
werkelijk schoonhouden! LILIAN
P.S. Zet U doos nr. 1 de eerstvolgende vuil-
ophaling naast de asemmer? Niet vergeten.
En doos nr. 2 nu direct naar de zolder. Geef
de kinderen geen gelegenheid er „even" in
te kijken, dat is funest!
Als je in het oude Indië door een regenbui
werd overvallen en haastig dekking zocht on
der een emper (afdak) schuilden daar meestal
reeds andere mensen, die je vrolijk verwel
komden met:
Hoedjan datang, kambing lari
Blanda mabok, delapan hari!
Een variant op dit rijmpje hoorde ik in mijn
jeugd. Ik had een schoolkameraad een
echte deugniet die bij een strenge Tjang
in de kost was. Als hij weer wat op zijn
kerfstok had en de struise oma het bekende
rietje zwiepend op zijn „partes posteriores"
deed neerkomen, plachtte ze de afstraffing
rytmisch te begeleiden met de volgende woor
den:
Hoedjan datang, kambing lari
Rotan datang, pantat menari!
Die laatste regel laat aan duidelijkheid niets
te wensen over. Wij van de oudere garde
weten er van mee te praten. A. J. C. H.
Die eindeloze rijen flessen, weg ermee
12