's Lands Plantentuin te Buitenzorg
1817 - 18 mei - 1962
Op 18 mei a.s. zal het precies honderd vijf en veertig jaar geleden zijn, dat de
eerste patjol in de grond werd gedreven voor het herscheppen van een woest en
onaanzienlijk stuk gronds, achter en terzijde van het park van de gouverneur-
generaal, tot de Plantentuin te Buitenzorg.
tuin als zelfstandige instelling. Teysmann had
hiermede zijn levensdoel bereikt, waardoor hij
een eresaluut heeft verdiend
Dr. R. H. C. C. Scheffer treedt op als zelf
standig directeur en het gebouw van het Mijn
wezen werd deze instelling ter beschikking ge
steld. Maar eerst werd nog in 1866 de „berg-
tuin Tjibodas" weer onder de plantentuin ge
plaatst.
Onder deze tweede directeur nemen herba
rium en museum zeer in belangrijkheid toe.
Ook werd als wetenschappelijk orgaan van de
tuin opgericht de „Annales du Jardin bota-
nique de Buitenzorg", dat geworden is tot
een van de belangrijkste botanische periodie
ken. In latere jaren wijdt hij veel aandacht
aan landbouwkundige vraagstukken in de tro
pen. De Regering bleef echter weigerachtig
om hem voldoende personeel ter beschikking
te stellen, welke dringend noodzakelijk waren
om zijn veel omvattende taak naar behoren te
vervullen: tuin, museum, herbarium, cultuur
tuin in 1876 gesticht op het land Tjikeu-
meuh landbouwschool, welke gedurende
zijn directeurschap ontstonden of werden uit
gebreid. Dit alles vergde teveel van zijn krach
ten en hij overleed op 9 maart 1880, en werd
opgevolgd door Dr. Melchior Treub, de der
de directeur.
Onder hem ging de tuin een periode van
zeer grote bloei tegemoet, en ontwikkelde zich
tot het belangrijkste botanische instituut in
de tropen en tevens een centrum van onder
zoekingen in het belang van de Indische
landbouw. In 1885 werd het eerste vreem
delingen-laboratorium opengesteld en in 1887
het Buitenzorg-fonds gesticht.
In 1891, bij het 75-jarig jubieum, werd het
laboratorium te Tjibodas gesticht, waartoe over
de gehele wereld gelden werden bijeen ver
zameld, om het bestaande gebouwtje, door een
hechter bouwwerk te vervangen.
In 1905 werd het Departement van Landbouw
gesticht met als eerste Directeur Prof. Treub,
die in 1909 als zodanig aftrad en werd opge
volgd door H. J. Lovink. Toen werd opnieuw
de behoefte gevoeld om van 's Lands Plan
tentuin een afzonderlijke wetenschappelijke
inrichting te maken, waarin de zuiver weten
schappelijke afdelingen van het departement
zouden worden verenigd. Dit had plaats in
1911, en Dr. J. C. Koningsberger werd de
vierde directeur.
In 1914 had de opening plaats van het Treub-
laboratorium, tot stand gekomen uit bijdragen
van botanici uit bijna alle landen en gesticht
(Vervolg op pag. 17)
Prof. Dr. Melchior Treub. Dir. 's Lands Plan
tentuin 1880-1909- Dir. v. Dept. v. Landbouw
1905-1909-
Foto uit: Ned.-Indië Oud en Nieuw
Het „Laboratorium" te Tjibodas, anno 1917
heer, zonder eigen geldmiddelen, dreigde de
instelling te gronde te gaan.
In die dagen werd echter een hoogst een
voudig man aan de tuin verbonden, die niet
slechts de algehele ondergang verhoedde, maar,
na een strijd van bijna veertig jaren tegen
onverschilligheid en afgunst, er in mocht sla
gen 's-Lands Plantentuin opnieuw als zelf
standig lichaam erkend te zien. Dat de in
stelling, ondanks alle druk, is blijven bestaan,
is het werk van Johannes Elias Teysmann,
voor zijn benoeming tot assistent-hortulanus
eenvoudig tuinman op de buitenplaats van de
G. G. van den Bosch, een man met zeer wei
nig algemene ontwikkeling en nog geringer
botanische kennis. Maar deze man bezat een
buitengewoon grote werk- en wilskracht en
verstond het, van anderen, ook van onder
geschikten, te leren. Zo heeft hij met behulp
van mannen als Hasskarl, Zollinger, Kurz en
Binnendijk zich opgewerkt tot een man met
buitengewone kennis van de tropische flora.
Zelf zag hij de leemten in die kennis zeer
goed in, en hij liet dan ook niet na, aan te
dringen op de aanstelling van een wetenschap
pelijk geschoolde plantkundige als beheerder
van de instelling. In 1837 wordt Dr. J. K.
Hasskarl assistent-hortulanus onder Teysmann,
waardoor de wetenschappelijke waarde van
de tuin sterk werd verhoogd door de strenge
doorvoering van de systematische rangschik
king der gewassen. Hij stelde een tweede ca
talogus samen met bijna 3000 namen, en leg
de de grondslag voor de bibliotheek. Hij bleef
tot 1843.
In 1850 wordt S. Binnendijk assistent-hortu
lanus. Samen met Teysmann wordt de in 1866
verschenen derde catalogus uitgegeven, nu met
bijna 10.000 plantennamen.
In 1869 wordt Teysmann op zijn verzoek
ontheven van de betrekking van hortulanus
en wordt opgevolgd door Binnendijk. Teys
mann blijft echter aan de tuin verbonden
voor het maken van reizen ten behoeve van
planten- en herbarium-materiaal. In 1868 volgt
nog eerst het herstel van 's Lands Planten-
Na een periode van voorspoed, onder de
leiding van C. G. L. Reinwardt, gewezen
hoogleraar in scheikunde, artsenijberijdkunde
en natuurlijke historie aan het Athenaeum
Illustre te Amsterdam, naar Nederlandsch In-
dië uitgezonden als „Directeur tot de zaken
Landbouw, Kunsten en Wetenschappen", werd
in 1828 Dr. C. L. Blume benoemd tot eerste
Directeur. Reeds in 1823 publiceerde hij de
eerste catalogus, waarin 912 soorten als in de
tuin aanwezig, vermeld werden. Daarna pak
ten zich al spoedig donkere wolken boven de
tuin tezamen en in 1826 wc-rd zijn funktie
wegens bezuiniging, een veel voorkomend
euvel in Indië opgeheven en niet meer
vervuld. Van 1826 tot 1837 scheen de tuin
zo goed als vergeten: zonder deskundig be-
Johannes Elias Teysmann, geb. 1 juni 1808,
overleden 22 juni te Buitenzorg.
Foto uit: Ned.-Indië Oud en Nieuw
1