Eerlijk gezegd VOOR DE VROUW In Holland staat een open huis Ik heb deze keer al uw brieven (en dat waren er heel wat) naast elkaar gelegd en weet U wat ik kreeg? Eén lange slagzin: „Mijn huis staat net als in Indië voor iedereen open". Het stond inderdaad in alle reacties op mijn vragen hoe het met de gastvrijheid in Holland gesteld is. De behoefte om aan ieder die aan belt een welkom toe te roepen, is er dus nog steeds. Dit is een belangrijk punt. Maar toch vond ik minstens zo belangrijk de welover wogen antwoorden op de tweede en derde vraag: ondergaat U lijdzaam ongewenst bezoek en: wat is de beste oplossing voor de eeuwige aanwippers? Vele huisvrouwen hebben er werkelijk geen doekjes om gewonden. „Ik heb geen televisie maar ik zou er niet op gesteld zijn dan overlopen te worden. Als ik een bijzonder programma graag wil zien, vraag ik immers zelf eerst aan mijn vrienden of het hen schikt dat ik kom kijken? En ik verlang dat ze me eerlijk zeggen of het werkelijk kan, of er niet al te veel gasten zijn. Dezelde houding ver wacht ik van de vrienden t.o.v. mij", schreef Mevr. v. d. M. „Ongewenst bezoek bonjour ik zonder pardon de deur uit, hóé hangt van de omstandighe den en de persoon af. Als men op iemand niet gesteld is, huichel dan niet en maak hem (haar) goed duidelijk wat „ongewenst" bete kent". Tegen aanwippers had ze de remedie ze gewoon te negeren en door te gaan met het werk. Verder nog een leerzaam naschrift: zo heeft elk gezin wel zijn vervelende gevallen die of zielig of doodgewoon een „moetje" zijn. Neem uw kruis op huisvrouw en draag het zo goed mogelijk met gratie. Met zuchten, maar zonder mokken Hetzelfde advies geeft „Koffieboon" ons, maar, filosofisch als ze is (ze studeert wijsbegeerte als hobby) neemt ze ook de bezoekers onder de loupe. „Mijn huis staat open voor iedereen die geestelijke of materiële hulp nodig heeft, maar iedere dag bezoek is me teveel. Als men sen zo de deur bij anderen platlopen dan mankeert er iets aan die mensen of dat huis gezin. Mensen die hun heil en gezelligheid elders zoeken hebben nog opvoeding nodig. Dergelijke lieden vergeten dat ze kostbare tijd en energie stelen van een ander gezin dat deze tijd en energie zelf nodig heeft. En zij verwaarlozen door hun uithuizigheid immers het eigen gezin? Ik zeg 't dus eerlijk (of 't tactisch is weet ik niet de waarheid is nooit tactisch meent een andere schrijfster) dat ik op bepaalde dagen alleen wil zijn. ik zeg 't gewoon vriendelijk, even goede maatjes. Wil men tot werkelijke vrijheid komen dan moet m.i. toch wel een begin gemaakt worden met een evenwichtig, harmonisch gezin. Dat kan alleen als je het urenlang en dagenlang „geklets" tot een minimum beperkt. Een andere dame schreef me haar bittere et- varing met vrienden die geregeld op bezoek kwamen en die zij altijd hartelijk onthaalde omdat het nu eenmaal gewoonte was gewor den te blijven eten! Toen raakte de familie echter in moeilijke omstandigheden en... het bezoek bleef weg. „di kroeboengi laller" noemden wij in Indië de rijpe geschilde mangga waar de vliegen op af kwamen. Als zo'n mangga heb ik me soms gevoeld als we eens kennissen ontmoeten en op onze vraag of ze weer eens aankwamen tot antwoord kregen: „Goed we komen, maar dan blijven we eten ja?" Het zijn en blijven onze vrienden en wij heb ben ze graag. Maar nu is er twijfel in ons hart: komen ze om ons of om het eten?" (Probeert U eens heel schraal en smakeloos eten te geven, mevrouw K. Komen ze deson danks weer, dan zijn het goede vrienden, komen ze in het vervolg op een ander uur, dan zijn het goede vrienden met een goede smaak. Komen ze heletnaal niet meer dan waren het géén vrienden!) Mevr. C. vertelde me in een geanimeerde brief dat haar huis in de bergen (in Indië) voor iedereen openstond. En als de gasten zich maar voldoende konden legitimeren bij de bedienden, mochten ze er komen week-enden. Hier in Holland is haar huis nog steeds voor iedereen open. Haar avonden (overdag werkt ze) zijn bezet door aanloop van vrienden, mensen van de kerk, verzekering etc. Vrien den van haar kiaderen zijn er ook wat je noemt „kind aan huis". Tussen 3 en 6 zijn er constant 10 a 15 kinderen in huis. Als ze thuiskomt vindt ze als dank voor de gastvrij heid de afwas gedaan, het huis gestoft en de planten begoten. Ze heeft nog nooit aan iemand gezegd lat ze liever alleen was. Ze heeft een heel huis met een tuin (wat een zaligheid, dit verklaart misschien die Indische gastvrijheid) en 'vrienden mogen niet eens bellen. Haar oplossing voor aanwippers: wat laten doen. Zijn het echte vrienden dan doen ze het. Zijn het aanwippers sadja dan blijven ze weg. Echte vrienden hoef je niet bezig te houden (Lieve mevrouw C. een geweldige brief van een humane, ruimdenkende vrouw. Maar waar, woont U? Nergens op de brief uw adres. Geeft U het me, ik kom graag een uurtje bij U stofzuigeren! L. D.) Mevrouw W. P. uit Waalwijk schrijft dat aan haar tafel altijd plaats is voor een vriend. Met een beetje liefde en goodwill is immers altijd wat lekkers klaar te maken? Een gast moet zich thuis voelen, schrijft ze, wijs hem waar hij alles kan vinden, dan kunt U zelf ook rustig uw gang gaan (bedoelt U misschien logé's?) Voor de aanwippers het advies om ze vriendelijk te verzoeken heen te gaan omdat U toevallig die avond vroeg naar bed wil. Vooral de mensen niet voor het hoofd stoten, dat geeft toch een onvoldaan gevoel. (Volkomen met U eens mevrouw P., maar wat moet ik zeggen als die aanwipper de volgende avond wéér komt? Aanwippers hebben meestal heel harde hoofden die heel wat stootjes kunnen hebben. Moet ik dan weer met de kippen op stok?) Er zijn dames die adviseren bepaalde „jours" te houden en anders een papiertje op de voordeur met „verhinderd te ontvangen", „niet thuis" e.d. Alleen op verjaardagen komen of na voorafgemaakte afspraken. Ook rekening houden met bezoekdagen van anderen 1 En dan last but not least de brief van een lezer die op de bres springt voor de eenzame aanwipper die, om het zo te zeggen, „in de houdgreep" is genomen door mijn vragen. Want die vragen waren eigenlijk al een ver oordeling volgens de (zeer scherpzinnige) heer v. R. Het lot van de aanwipper (plak ker, huisvredebreker noemen sommige vrou wen hem) gaat hem zeer ter harte. Dat be tekent de guillotine voor ondergetekende. Sta mij toe lieve lezeressen, alvorens de bijl valt, een laatste woord tot U te richten: „Er is wel degelijk een groot verschil tussen het open huis in Indië en het open huis hier. Het uiterlijk heeft ook de figuurlijke betekenis beinvloed. Daar was men niet opgesloten tussen 4 muren. Daar konden de kinderen buiten spelen of naar hun eigen kamers gaan. Hier moet alles in de warme huiskamer zitten, tegen wil en dank soms met het bezoek. Onverwacht bezoek bracht in Indië nooit de gastvrouw in verlegenheid: als er niet genoeg in huis was kon het altijd gekocht worden. Er waren altijd warongs open en je kon gast vrouw spelen ook met eten van de straat. Logeren ook altijd goed, geen gezeur of er dekens genoeg waren. Ons leven hier is ingedeeld, iedere dag heeft andere verplichtingen. Lessen van de kinderen, afspraken voor ieder lid van het gezin. Wat ontzettend weinig tijd hebben we hier voor elkaar! Waarom zouden we niet wat zuiniger met die tijd omspringen? Daarom hou ik niet van veel bezoek en vooral niet van onverwacht bezoek. Een telefoontje, een boodschap en zo'n bezoekavond kan gezellig worden voor allemaal. Je kunt een goede gastvrouw zijn en de kinderen ook hun deel geven van die avond. Vindt U ook niet dat de kinderen er altijd bekaaid afkomen door bezoek van volwasse nen? Ik geloof dat de kinderen wel het meest behoefte hebben aan „privacy" van een home en hoe goed en lief ook een bezoeker, hij breekt die privacy. Zo voel ik het. Waarom anders die verzuchting die we (eerlijk) slaken als een langdurige logé eindelijk haar (zijn) kof fers pakt? Wat een waanzin om tegen je zin gastvrij te zijn. „Als we altijd te goed zijn geweest, wordt het echt tijd dat we er nu netjes en beleefd onze werkelijke mening gaan zeggen", meende mevrouw T. Roerend met haar eens, het is immers nooit te laat om je leven te beteren? Sinds ik 3 jaar geleden op „luilakken-avond" mijn bel heb afgezet is hij stuk. De gevolgen waren de eerstvolgende dagen eerder prettig dan catastrofaal en dus liet ik die bel zo. Op de een of andere manier weten de mensen me toch wel te vinden. Maar ik bewaar mezelf en mijn gezin vele avonden van rustig wer ken, lezen, naaien, tv-kijken. Praten is nodig, niet praten is heerlijk, probeert U het maar eens. Ik vind er iets abnormaals in dat mensen (vrouwen) behoefte hebben elkaar dagelijks te spreken. Zoveel nieuws kun je in een nacht niet verzamelen of het moest het nieuws zijn over anderen en dat is dus roddelen. Maar dan nog: is het persé nodig dat we alles over onszelf aan anderen vertellen? LILIAN DUCELLE De zomer nadert. Voor velen aanleiding om er eens uit te gaan. Ook in de avond. Vertelt U eens: 1. Van welke „uitjes" houdt U hier in Holland het meest? (bioscoop, schouwburg, concert, fuifjes?) 2. Vindt U dat U vroeger in Indië meer uitging dan nu. Waarom? Brieven tot 30 juni aan Redactie Myana, Pr. Mauritslaan 36, Den Haag. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 12