NESPANDA TOURS
Het „Plan-van-Santen"
"PLAN VAN SANTEN"
(Vervolg van pag. 4)
Het levenspijl ligt over de gehele linie lager
dan in Holland. Men kan er duur leven als
men wil (vooral in de touristenhotels en res
taurants), maar het peil van de arbeider is
ongelooflijk laag en nochtans goed. Mevr.
Hilbingh Prins gaf o.a de volgende cijfers
(1 peseta is grofweg 6 ct.): aardappelen 4V2
tot 8 pts. per kilo, rijst (Valencia) 13 pts.
p.k., vlees het duurste 80 pts. p.k., vis van 6Y2
tot 40 pts. p.k., kip 40 pts. p.k., garnalen
(worden enorm veel gegeten men ziet kans
van de „beroerdste" vis de smakelijkste ge
rechten te maken) ptfa pts. p.k., eieren 2 a 3
pts. p. stuk, melk 7 pts. p. fl., brood (een
groot Hollands) 7 pts. p. st., groenten niet
zo veel en gevarieerd als hier, maar wérkelijk
smakelijker, klapper schaars te krijgen, cocos
in pakjes in de winkel meer. Ik heb drie
pasars bezocht in Las Palmas (overal waar ik
kwam, bezocht ik de pasars). Groot, gezellig
Indisch druk, vliegenvrij; artikelen geprijsd en
onder controle, maar tawar mag wel. Rijden
in de stad: per bus, elke rit kost 73 centimos,
dus pakweg 5 ct. Bussen lopen aan één stuk
door. Ze lijken op de Tan of Adambussen in
Indië: rammelend, maar gezellig en goedkoop.
Daarnaast een soort opelettes, de Piratds, een
beetje duurder. De Autobussen guagua ge
naamd; spreek uitwawa) en pirata's lopen
ook buiten de stad letterlijk overal heen,
prijzen navenant dus zeer laag. Van Las Pal
mas uit kan men de leukste en gevarieerdste
tochtjes overal heen maken voor „een appel
en een ei".
Wie voor zijn vakantie een tripje wil maken
naar het eiland Tenerife, zal daar nooit spijt
van hebben. De weg, die zich slingert langs
de bergen (met voortdurend schitterend uit
zicht over zee) doet denken aan de autoweg
naar de Poentjak; ik bedoel de weg tussen de
twee grootste plaatsen: Puerta de la Cruz en
Santa Cruz. De laatste is de hoofdstad, ge
woon een openbaring. De Piek van Tenerife
is in de winter met sneeuw bedekt. Wie een
beetje wil sneeuwballen kan daar zijn hart
ophalen. Daal je weer af naar de vlakte, dan
heb je gewoon weer zomer. Wonderlijk, ja?
Puerta de la Cruz heeft naast de oude en
onaangetaste schilderachtige stad een volmaakt
nieuw en mondain touristencentrum met prach
tige hotels aan de Avenida de Cristobal Co
lon; nachtvermaak, pompe en chique. In het
dorpje kom je tot weldadige rust. Santa Cruz
heeft een centrum als een metropool: Plaza
de Espagne, waaraan een Hellendoornachtig
restaurant, de Bar Atlantico, en daar schuins
tegenover onder het lommer de Kioska Ala
meda, waar je de hele dag niet uitgekeken
raakt aan het Champs Elysees-vetier voor in
totaal aan verkoelende drankjes een pakweg
20 peseta's.
Sigaretten zijn overal goedkoop: de buiten
landse (Amerikaanse hoofdzakelijk) voor 60
ct. per pakje dat hier 1.kost, maar de
SW öruz_
de La PaLme
LA PALMA
meeste Spanjaarden roken „kètèngan": ze ko
pen hun sigaretten per stuk. Er zijn verschil
lende sigaretten fabrieken met eigen, de helft
(tot meer) goedkopere sigaretten, die zeer
goed smaken.
Helaas spreek ik geen Spaans (maar ik hoop
die domme achterstand gauw in te halen;
Spaans is de tweede wereldtaal!) dus werd ik
op de pasars niet veel wijzer. Ik heb wel ge
zien (en bij kijkjes in keukens gemerkt) dat
ook de Spanjaard van gekruid eten houdt. Op
elke pasar heb je dus verkopers met veel soor
ten kruiden in beschuitblikken (net zoals in
Indië), die lijken op ketoembar, djinten, enz.
maar ik weet niet waar ze voor dienen. Even
zeer Indisch is het houden van vele soorten
asinans. De stalletjes met asinans (olijven,
augurken, vruchten, vis en vleessoorten) zijn
altijd druk bezocht. Mannen en huisvaders
Met een handjevol geld en zeer beperk
te tijd zag ik me voor het probleem
gesteld een bezoek te brengen aan de
Canarische Eilanden en Zuid-Spanje
met de taak er de beste en uitgebreidste
INDISCHE voorlichting uit te halen.
Vit de talloze gerenommeerde reisbu-
reaux koos ik tenslotte Nespanda Tours
(in Nederland vertegenwoordigd door
Intraned), omdat de directeur een
INDISCHE jongen is: Hans Goofers.
De Indischman zoekt immers wat an
ders dan de doorsnee Europese tourist
in het Zuiden zoekt. Ik kan zeggen
dat de reis een volledig succes is ge
weest. Dat ik gezien heb en de per
soonlijke contacten gemaakt heb, die
voor mij het nuttigst en het aange
naamst zijn geweest. Dit is geen (ove
rigens ongevraagde) reclame, dit is zelfs
geen „ere wie ere toekomt", maar de
vaststelling van een logisch feit, dat
in een Indisch tijdschrift vermelding
verdient.
TJALIE ROBINSON
pasarren graag zelf. De vis-stands zijn net zo
bont en gevarieerd als in Indië. Men kan ko
lossaal veel met vis doen, zelfs de kleinste
visjes en onooglijkste schelpjes. De vleesstands
zijn net als in Indië: alles ligt niet gesneden
en wel klaar. Men moet zelf „pilih" en je
ziet de vrouwen dus net als in Indië zelf knij
pend met de vingers hun loeloer en limpah
uitkiezen.
De tafel in Spanje kennende, ben ik ervan
overtuigd dat de Indische tafel het daar zeer
goed zal doen en iemand, die een Indisch-
Chinees restaurant opent, zal er goede zaken
maken. Er is daar namelijk nog steeds zo'n
(zie verder pag. 13)
Ik ben wezen kijken naar het stukje grond,
waar straks „het Indische dorp" van Van
Santen zal komep. Hoefde niet. Toch gedaan.
Om het Niets te zien, waar straks het Iets uit
groeien zal. Kale beweging in een dorre streek.
Zoals elke stad en elk stadsdeel begint op een
lege, dorre vlakte. Afgelegen. Sepi. Vlakbij
een kaap, waar het goed vissen is, naast een
klein strandje met een vissersdorpje. Twee
waroengs, waar ik natuurlijk ben wezen pra
ten. Net zulke arme waroengs als achter Pon-
doktjina of Waroengdjengkol of zo. Toen ik
vertelde dat er een dorpje zou komen met veel
kopers: brood, rijst, melk enz. enz., lichtten
de ogen op.„We zullen alles inslaan wat men
wenst!"
Dat spaart straks dus heel wat ritten naar de
stad, want dat is nog een dikke 40 minuten
rijden. Van „jullie" dorp gaan er maar een
paar bussen naar het dichtsbijzijnde dorpje,
een lieflijk gehucht dat Telde heet. (Kata-nja:
gampang mendapet baboe-baboe di sitoe)
Vandaar banjak bussen naar de stad. Tussen
Telde en „jullie dorp" in, dus evenwijdig
aan de kust ligt al de „Autopista", de gewel
dige strada, die straks het zich snel ontwik
kelde Zuiden langs het vliegveld Gando zal
verbinden met Las Palmas. Als die weg klaar
is, zal je nog eens wat beleven, want de
gronden langs die weg. Maar „jullie dorp"
ligt lekker buiten schot aan die kaap, al zal
het hele gebied van de komende „boom"
mee profiteren.
Heb kennis gemaakt met de bouwer, Don
Virgilio Suarez Almeida, directeur-eigenaar
van een van Las Palmas' grootste bouwmaat
schappijen, Intraconsa, van ettelijke fabrieken
en handelmijen, een kandjeng besar en „a
perfect gentleman", met wie ik erg openhartig
heb gepraat. Eén ding is zeker: hij beduvelt
niet. Alleen kent hij óns nog niet zo goed;
weet nog niet hoe verwend wij zijn. Hoeveel
we nog zullen mopperen. Hij zorgt voor de
bouw van de huizen, aanleg wegen, water
leiding en licht (er is butagas) en voor een
grondlaag over de kale kuststrook heen. Ga
verder zelf je gang maar en maak net zo'n
mooi dorpje als alle Canarians. Oud en ver
sleten? Je kan er wéér leven!
Heb ook kennisgemaakt met de Ned. consul,
Meyers, Indische jongen, praktisch zijn leven
lang al daar. Sympathiek en korrekt mens.
Vriend van Suarez. Hoop dat de Indische
„landverhuizers" flink zullen doorzetten. Dat
ze zoveel asem, kenari, pandan sereh, siem,
paree, zullen weten te planten dat er een
„Klein Indië" ontstaan kan. Kunnen wij het
nog? Met de leus waarmee Tong-Tong ge
groeid is, Poekoel Teroes? Als alles doorgaat,
selamat djal'an
(zie ook pag. 13)
TENERIFE
A A
S St
vNj—-J
JSOMECA
V5™(L£UZ
Pr< Je la Cru 2
Gr art ad
FUEKTEVEwruM.
Je la Luz
PflLKRS
LANZACOTE
Ptrredfe
GHP\N CANfMUl
N
Oartdo
Hntif*
JMorroj 3 b[c
.HIER RO
5