Journalistieke Totems en Bonzen
UIT EEN VERSCHONKEN BEZIT EN EEN VER VERGANE TIJD (9)
Muze, verbaal van de man, die, veelervaren, gedurig sloeg
uit de koers. Van veel mensen en steden hij zag en ver
kende hun landaard, veel ook leed hij aan kommer, moeite
zich gevend om eigen behoud en der makkers terugkeer.
Toch, hoe naarstig hij streefde, hij mocht niet redden de
manschap. Immers, zij gingen teloor door hun eigen ver-
metelen moedwil.
Misschien heeft u het al herkend. Het zijn de
eerste regels van Homerus' „ODYSSEE", in
de dichterlijke vertaling van P. C. Boutens
(1937). Maar ik had hetzelfde kunnen schrij
ven al was het dan ook niet zo fraai nu
ik ertoe overga, u te vertellen over Dominique
Willem Berretty.
„Veelervaren" was hij, toen de goden hem,
44-jarige, geheel onverwacht tot zich riepen.
„Gedurig uit de koers" zou betrekking kunnen
hebben op zijn zes huwelijken. En „zij gingen
teloor" zou dan slaan op het vergaan van de
„UIVER" aan de vooravond van het Kerst
feest, op 20 december 1934.
Ook ik mag, met de mij overigens niet eigen
bescheidenheid, zeggen, dat ik veel mensen
en steden verkende. Maar, zonder enig voor
behoud verzeker ik u, dat Berretty de merk
waardigste, de grootste, de edelmoedigste man
is geweest van alle die ik gekend heb.
Hij stamde uit een zeer bescheiden gezin, een
der tien kinderen van een Pandhuisbeheerder
in Lampoe Jangan, een arme wijk van Djocja.
Op 20 december 1959, vijfentwintig jaren na
Beretty's dood bracht ELSEVIER een herden-
kingsbijdrage waaraan ik het volgende ontleen:
Een Indo-Europese vader en een Javaanse
moeder. Die moeder behoudt zijn diepe
genegenheid. Als hij, verrassend snel, tot
roem en macht en rijkdom is gekomen,
houdt hij haar steeds bij zich. Zij blijft
ook dan, in elk gezelschap, sarong en
kabaja dragen. Ze neemt, waar hij ook is,
haar rieten mandje met Indische vruchten
mee. Ze spreekt nauwelijks enig Neder
lands.
Als ik de WINKLER PRINS opensla op BER,
lees ik:
Na zijn schoolopleiding in Djokjakarta,
trad hij in dienst der posterijen, maar werd
weldra journalist, waarbij hij zich spoedig
door grote bekwaamheid en ijver onder
scheidde. Nadat hij enige grote reizen
had gemaakt, o.a. naar Japan, richtte hij
het nieuwsagentschap ANETA op. Het is
aan zijn energie te danken, dat deze instel
ling snel van groot belang werd voor het
Indische dagbladwezen, en dat een sein-
dienst tot stand kwam, die nog dagelijks
(dit werd geschreven in 1948 - L. F.)
berichten over Indië aan Nederland en
Engeland en aan de gehele wereld indi-
rekt doet toekomen en de Indische pers
van het wereldnieuws voorziet. Daarbij
trachtte hij een band tussen de dagbladen
in Nederlands-Indië tot stand te brengen
en te behouden.
In de ENCYCLOPAEDIE VAN NEDER-
LANDSCH-INDIE (2e druk, zesde deel, pagi
na 654) lezen wij, onder het hoofd „ANETA"
en het lijkt mij gewenst, deze officiële
inlichtingen te kopiëren als startpunt voor mijn
verhaal
N.V. Algemeen Nieuws- en Telegraaf
Agentschap ANETA", opgericht door
Dominique Willem Berretty, directeur, op
1 april 1917, in een hoogst bescheiden
lokaaltje in de Binnen Nieuwpoortstraat
te Batavia, later naar een iets groter ver
trek in de Kerkstraat. En nog weer wat
later verhuisd naar de bovenstad, Paser
Baroe, tegenover het Hoofdtelegraafkan
toor, welke weder verlaten werd.
Bouw van een eigen kantoorgebouw van
drie verdiepingen, dat op 4 december
1920 officieel werd geopend en in ge
bruik genomen, schuin tegenover het
Hoofdtelegraafkantoor te Weltevreden.
In 1917 werd begonnen met een kleine
telegrammendienst, hoofdzakelijk betrek
king hebbende op Indische en Hollandse
nieuwsberichten. Het duurde niet lang of
FEUILLETON DOOR
ANETA betrok REUTER onder zijn
diensten, van onschatbaar belang in die
woelige en roerige dagen.
Daarna wierp Berretty zich met volle
kracht op radiografische nieuwsvoorzie
ning via Bordeaux, Rugby, Nauen en
andere wereldstations. Hiertoe werd een
complete en modern uitgeruste radio-ont
vangstafdeling op de bovenverdieping van
het gebouw ingericht. Intussen was ook
de Haagse vertegenwoordiging in de
Molenstraat - L. F.) van een dusdanige
omvang geworden, dat een groot kantoor
(op de Plaats naast de Gevangenpoort -
L. F.) moest worden betrokken.
De gehele grote-dagbladpers en het voor
naamste deel van de provinciale pers
abonneerde zich op de uitvoerige tele-
grammendiensten uit Indië, welke oor
spronkelijk circa 3000 woorden per
maand omvatte, doch spoedig werd uit
gebreid tot het twintigvoud daarvap.
In 1928 slaagde Berretty erin, de bladen
te verenigen in een Nederlands-Indische
Pers-Associatie, ten doel hebbend de be
vordering van de zakelijke persbelangen.
Tot zover uw, en mijn thans, encyclopedische
kennis. In nieuwe spelling overgezet.
De aanvang van de fantastisch hoge vlucht,
welke ANETA genomen heeft in enkele jaren
tijds, Berretty heeft hem te danken gehad aan
zijn zwager Becker.
Men schreef 1917. Geallieerden en Duitsers
lagen nog onwrikbaar in de bloed- en modder
kuilen voor Verdun; de Duitse onderzeeërs
bestookten heviger dan ooit de schepen op
alle wereldzeeën. En geen sterveling zag hoe
en wanneer het eind van de eerste wereldoor
log zou komen, ruim een jaar later.
Becker, die Eugenie Berretty gehuwd had, een
van de knapste zusters van Dominique, vroeg
en verkreeg zijn ontslag bij John Peet, een
importeursfirma in Soerabaja, bij wie hij en
kele jaren in dienst was geweest als reiziger.
Hij trok naar de hoofdstad, waar hij aan de
deur klopte van het „hoogst bescheiden" lo
kaaltje, waarin zijn zwager speelde met dro
men van grootheid. Want hij had een lumineus
doch stoutmoedig idee, die jonge Becker.
John Peet bezat, naast zijn importhandel, het
agentschap voor Nederlands-Indië van...
REUTER, dat hem, zonder veel ervoor te doen,
geen windeieren legde. Becker nu stelde Ber
retty voor, dat deze hem naar Londen zou
zenden om daar te trachten het REUTER-agent-
schap te veroveren voor ANETA.
Voor grootse denkbeelden had Berretty altijd
oren. Hij zorgde voor het geld voor de reis,
tikte en ondertekende een volmacht. En zes
weken later, om de Kaap, zat die David
Becker tegenover de Goliath REUTER en
bracht hem aan het verstand, dat het toch al
te gek was, dat 'n REUTER in die archipel
van wereldformaat Insulinde vertegenwoordigd
was door een importeur van koekjes, whisky
en zijdjes, die niets ervoor deed en slechts de
aardige baten opstak.
Aan het hoofd van het REUTER-bureau stond
in die dagen Mr. Jones na de oorlog is hij
als beloning voor zijn goede diensten, gerid
derd geworden met de titel van Sir en deze
grootmachtige beaamde ten volle de argumen-
(Lees verder pag. 16)
Diner in het ANETA-gebou-w ter gelegenheid van het bezoek van Hearst. De vierde van
links op de voorste rij is Berretty tegenover hem Hearst, en rechts van Hearst waarschijn
lijk Burgemeester Meyboom
9