POLIENTJE Reünie „Houdt Stand" I.E.V. Kweekschoolreunie 1962 Noot: Inzendingen voor het pocket book van Hetharia te sturen naar: REDACTIE TONG-TONG, Prins Mauritslaan 36, Den Haag, onder het motto I.E.V. KWEEKSCHOOL We hielden van haar, en wij haatten haar beurtelings, maar in wat voor gemoedstoe stand we ook verkeerden, ze was altijd be langwekkend „Paulientje Latumanuwij". Voor het gemak noemden wij haar „Polentje Laat- mewij". Zij was al de verrukkelijke jaren die wij op Ambon doorbrachten ons liefste vriendinnetje. Polientje's vader was gesneuveld, en daarom in haar ogen de grootste held die er bestaan hadZe liet niet na bij elke gelegenheid die zich voordeed over hem op te scheppen. Was hij niet sergeant geweest in het leger van van Heutsz? Had haar vader niet een bintang gekregen voor: ,Moed, Beleid en Trouw?" O, zo! Op zulke momenten haatten we haar, want wat konden wij daartegenover stellen met een vader die alleen kapitein was op een boot, springlevend en zonder bintang? O, het lot had ons lelijke parten gespeeld vonden wij als Polientje weer eens onuitstaan baar aan het opscheppen was Er waren andere ogenblikken dat we van haar hielden, zoals b.v. die keer toen mijn kies getrokken moest worden. Omdat er in die tijd nog geen tandartsen waren op Ambon, zou onze huisdokter de operatie verrichten„Geen verdoving" besloot de goede man. „Elke ver doving kost een mens een jaar van zijn leven!" Omdat ik toen nog heel jong was en nog meende kwistig met jaren te kunnen om springen, was ik het beslist niet met hem eens, maar naar mijn mening werd, hoewel ik het slachtoffer was, niet gevraagd! De gebeurtenis zou plaats vinden op het platje achter ons huis. Alle bedienden waren aange treden om getuige te zijn van het evenement, evenals Polientje en ons zusje, die de beste plaatsen hadden veroverd Ik troonde op een keukenstoel met een oud tafelkleed om m'n hals geknoopt, doodsbang en tegelijkertijd verrukt, het middelpunt te zijn van zoveel belangstelling! Om de spanning te verhogen weigerde ik op het kritieke moment mijn mond te openen. ,,Als je niet onmiddellijk je mond open doet, krijg je een pak slaag", dreigde onze moeder, maar zelfs dat hielp niet! De dokter die eerst vriendelijk en geduldig was geweest begon kwaad te worden, toen onze moeder ineens een geniale inval kreeg! „Praat jij eens met de Non", zei ze tot Po lientje. Polientje, zich volkomen bewust van de be langrijkheid van haar missie, stapte langzaam en waardig naar me toe! Onder ademloze spanning van de toeschouwers boog ze zich naar me toe en fluisterde me wat in het oor en zie daar! Ik sperde mijn mond wagenwijd open en de dokter kon zijn gang gaan! Het deed afgerazend zeer en ik brulde zo hard ik kon, zodat het publiek waar kreeg voor z'n geld. Onze moeder was zo opgelucht, dat ze vergat te vragen wat mij bewogen had mijn mond te openen. Het was n.l. de belofte van een echte sirihpruim, die Polientje voor mij van haar moeder zou gappen Polientje gaf hem mij op een afgelegen plekje, achter in de tuin bij het kippenhok. Ze stopte het pakje scherp-geurige blaadjes in m'n mond, maar ik kon er niet op kauwen vanwege de pas getrokken kies! Dat mocht echter niet hinderen! Polientje was zo goed het voor mij te doen tot hij zacht was, toen kreeg ik hem! Ik spoog het rode sap in alle windrichtingen, en omdat ik in een goeie bui was, mocht ons zusje er ook even op kauwen en toen Po lientje. Beiden waren het er over eens dat ik het beste spugen kon, zodat mijn hart boordevol geluk stroomde. Daarna verzamelden we het sap in een blikje, en Polientje schreef op de witgekalkte muur van het kippenhok: „Nonnie Mara is gek", en ik daaronder: „Wie het seg is het sellef". en ons zusje daaronder: „En sal het ewig blijfe amen!" Het stond prachtig vonden wij, maar onze moeder dacht er anders over toen ze het drie dagen later ontdekte! Ze was boos! Heel boos! Vooral vanwege de taalfouten. Wat wij raar vonden, want het was geen taalles! Wij moesten voor straf in de middaguren de muur overkalken en voor de zoveelste maal meenden wij te moeten constateren dat grote mensen eigenlijk bitter weinig van kleine kinderen afweten. MARA DROST-WILLWEBER De reünies zijn aan de orde van de dag. Zo nu en dan ruimen wij in Tong-Tong een plaatsje in voor oproepen en verslagen daar omtrent. Voor alle reünies is dit natuurlijk niet mogelijk. Wij willen echter graag voldoen aan het verzoek van Pastoor Awick die onze bemiddeling verzoekt tot het oproepen van alle oud K.J.O.-ers in Nederland. Naar aan leiding van een op 29 april in Oss gehouden bijeenkomst van de oud-leden van de Korfbal club „Houdt Stand" vraagt Pastoor Awick of alle oud K.J.O.-ers zo spoedig mogelijk hun adres willen opgeven aan de heer A. Honer, Hertenrade 262, Den Haag. Weer mogen wij terugzien op een uiterst prettige, zij het ontzettend roezemoezige reünie. Het arme comité, dat zich zoveel moeite had getroost om deze tweede bijeenkomst mogelijk te maken, kon zich amper verstaanbaar maken om leraren, leerlingen en prominenten welkom te heten. De leeuwen van de I.E.V.-Kweek hongerden blijkbaar meer naar het uitwisselen van herinneringen en van hun nieuwe avontu ren dan naar een speech van de voorzitter van het Reünie-comité. Volgende keer beter jon gens Onder de aanwezigen (zo zegt een echte journalist het) zagen wij: onze eigenste juf frouw Otto die gelukkig nooit op onze reünies ontbreekt; de heer Sybesma, die ons inductie en deductie leerde, kinderen let op, hoort goed, psychologen in de dop. Een paard is een dier maar een dier is geen paard, en een koe heeft een staart" En dan nog de heren Math. Crijns en Nieuwen- huis. Onze baas, meneer van de Riet was helaas verhinderd, en dat kon je merken: „geen orde in de klas". Ook mevrouw van der Weyden-van Heutz, die indertijd Dick de Hoog met raad en daad bijstond bij de oprichting van de I.E.V. Kweekschool was present. Op veler verzoek werd de film van de heer van de Riet, die jammer genoeg niet kon komen wegens een verstuikte enkel, weer ver toond. Die film is werkelijk een dokument van onschatbare waarde geworden. Bij ons allen komt dan een soort vertedering op, als we de dierbare oude school weer zien, waar wij de gelukkigste jaren van ons leven hebben doorgebracht, al scholden wij als rechtgeaarde scholieren natuurlijk op lessen en leraren en op elkaar. Dat je gelukkig was op de I.E.V.- Kweek, besef je pas, als je op zo'n reünie komt en zelfs je toenmalige vijanden en vijandinnen juichend in de armen vliegt. Dan zit je als oude klas weer bij elkaar, nu veelal grijs, oud en dik geworden. Maar de band is er niet minder om. 's-Avonds op het tweede gedeelte van de reünie, was het bal. Er was ons meen ik een soort cabaret beloofd, maar dat hebben we zelf gevormd. Onder de kundige leiding van Connie Hegt kwam er een cabaretuitvoering van de dansparen, die met kranten en balonnen de wonderlijkste toeren uithaalden, zodat we tenslotte slap van het lachen om genade moes ten smeken. Emiel Hallegraaff kwam voor de microfoon met moppen, die nieuwe lachsalvo's ontketenden. En Hetharia kwam met een uitermate listig voorstel om een pocketbook samen te stellen uit de „opstellen" van kweekscholieren, die uitzwermden en uiteraard alle hun eigen avonturen beleefden. Deze op stellen zullen dan verzameld worden in een bloemlezing, die onder de titel „Een kweek school zwermt uit" uitgegeven zal worden. Hij deed een beroep op de goede stilisten onder ons om onze avonturen op die manier te boek te stellen. Het lijkt ons een uitstekend idee en wij hopen dan ook, dat velen aan Hetharia's oproep gevolg zullen geven. Om 12 uur 's-nachts was de pret afgelopen. Uit de enquête, die gehouden werd onder de oud-Kwekers, blijkt, dat de grote meerder heid zich uitsprak voor het oprichten van een vereniging van reünisten, dat wij de volgende reünie in 1963 zullen houden en dat deze dan vermoedelijk in Utrecht zal plaatsvinden. Met een woord van dank aan het comité, dat ons weer zo'n gezellige dag heeft bezorgd, sluit ik dit verslag en roep alle Reünisten een „Tot ziens in 1963" toe. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 11