Als de tros wordt losgesmeten ALS De lening aan Tjalie Het Tong-Tong-kantoor zal het de komende tijd zonder Lilian Ducelle en Rogier Boon moeten doen. Zij zijn vertrokken naar Amerika om daar met hun vakkennis' (redactie, tijdschriftenorganisatie, publiciteit, verenigingswerk) The American Tong-Tong en alles wat daaromheen draait op te zetten. De zeer grote Indische samenleving in Californië is het waard en wij zijn ervan overtuigd dat er een solide bruggehoofd uit kan groeien voor alle Indische samenlevingen over de hele wereld, dus ook voor ons. Om maar één voorbeeld te noemen: mochten onvoorziene politieke of economische oorzaken wederom een nationale emigratie-inspanning nodig maken, dan is een grote goed-georgani- seerde sponsor-gemeenschap een uitkomst (want de Wereldraad van Kerken kan de handen vol hebben met andere emigranten!). Maar daarnaast zijn er zoveel kontakten die nog gelegd kunnen en moeten worden; Tong- Tong zou zijn naam niet waard zijn, als we ze verwaarloosden Hoelang blijven deze nuttige krachten weg? We weten het niet. Er is natuurlijk een plan ning, maar die kan door allerlei omstandig heden gewijzigd worden. Zal Tong-Tong ze erg missen? Ja. Heel erg. Zijn ze onmisbaar? Een oude vraag. Ook het antwoord is oud: ja en neen. De wereld rolt voort ook zonder U en ik. Maar altijd groeien nieuwe omstandigheden. Tong-Tong houdt de blik steeds vooruit gericht. Er komen zeer zeker ook ontwikkelingen in Spanje, in de West, in Zuid Amerika, in Indonesië, waarvoor nieuwe arbeid opgebracht moet worden. En on ze „wereldkontakten" hebben geleerd dat wij rare Indische mensen overal op de wereld iets te brengen hebben, dat dankbaar aanvaard wordt. Evenals het signaal van de Tong-Tong voort gaat van desa naar desaook in de diepste nacht, 20 gaat ook de stem en het arbeidsver mogen van dit blad van land tot land. Wij zullen slagen. Is de staf nog steeds sterk genoeg om al het werk te verzetten? Ja. We zullen ook in de gelederen van onze lezers (waar ook ter wereld) altijd nieuwe en bruikbare bibit vin den. Weet U, toenggoe mati zit er eigenlijk niet bij, bij ons. Wél dat andere begrip: TAMBAH OEMOER. Niet „ouder worden", maar „langer leven". Wij verliezen niets; maar winnen steeds We weten dat de zorg van ons (dat we het zonder Rogier en Lilian zullen moeten „rooi en") het diepst gekoesterd wordt door deze twee zelf. Ze weten hoeveel ze voor ons doen. „Kan je ons heus wel zolang missen?" Ze hebben zich allebei de laatste maanden „een Van abonnee Kampmeinert kregen wij een intekening voor één aandeel in onze N.V. met de aantekening: volgende maand nóg één; samen 100,Tienduizend abonnees ook elk 2 aandelen 10.000 x 100,— één millioen. Grote „kangs" doen daar ook een millioen bij. Samen twee millioen Ik zie veel lezers al meesmuilen. Sprookje! Ja, nog steeds is het een sprookje. Nog steeds denkt 99,9% van de Indische groep in sprookjes-termen. Nog steeds denken velen als Tante Noes: „Als ik de toto trek, Tjalie, dan..." Het krankzinnige is dat het niet hoeft. Dat de Toto-prijs voor allemaal getrokken wordt, als inderdaad allemaal meedoen. Tienduizend mensen samen kunnen een zó enorm kapitaal poolen dat met medewerking van onze grote boengs prachtige tastbare projekten kunnen worden uitgevoerd. Als we dat stomme woordje „als" maar schrappen en net als Kampmeinert DOEN. Bovendien: dit is pas assimilatie. De Indische groep BOUWT IN NEDERLAND. Toeng goe mati... pff... no good! ongeluk" gewerkt om zoveel mogelijk voor raad te leveren. Ze zullen ook in Amerika behalve voor The American Tong-Tong ook voor onze „moeder-Tong-Tong" blijven wer ken. Worry niet om ons, mensen, poekoel teroes Ze gaan praktisch op een schoen en een slof. Zonder fondsen, want dit blad kan er geen cent aan besteden. Ze moeten voor hun eigen bestaan werken en meteen The American Tong-Tong van de grond af opbouwen zoals ook dit blad uit niets is opgegroeid. Nochtans is een planning opgezet, die mogelijk kan maken dat op zeer korte tijd „uit en thuis" gewerkt kan worden. Waarom zo plotseling? Het plan voor Tong- Tong-werk is al langer dan een jaar oud. Maar werd door gebrek aan geld steeds uitge steld. Eerst zou ikzelf gaan, maar groeiende werkzaamheden hier maakten dit onmogelijk. Nochtans ging Frans Moll eerder om later in samenwerking met Roy Steevensz - een aantal voorbereidingen te treffen. Voorbe reidingen klaar. Nog steeds geen „ping". Toch maar ijverig „samboengen" van mogelijkheden en kansen. Nog een maand wachten, nog een maand, nog een maand. Dit artikel lag al sinds Met alle plezier leen ik je mijn geld. Maar is het voor die aandelen of voor jou speciaal? Want dit geld bewaar ik voor mijn dochter die in Indonesië zit. Dus mocht hel weer goed worden, dan kan ik het haar direkt sturen. Kan ik het terugvragen als ik het weer nodig heb? Geen rente hoor! Maar ik kan je alleen f 500 geven en geen f 2000. Beste jongen, als ik die 2000 had, gaf ik ze je met heel mijn hart. Want je tijdschrift geeft me altijd zoveel gelukik zou het niet meer willen missen. Oma Als ik die f 2000 had, bezat ik 't niet meer. Ik had een badpak willen kopen van f 20, maar dat geld kun je krijgen en hoef ik niet meer terug te hebben. Waarom t raag je met om kleinere bedragen? Postzegel ingesloten: laat weten of ik in mijn ouwe lastex moet zwemmen of dat je een beter aanbod hebt gekregen. L. Eén dame stuurde direkt 2000,God bless her. Ik kom er wel uit. Natuurlijk. Of ik kom er niet uit. Nasib. Do not cry, do not curse. Vloeken? vraagt U. Wie vloekt? De mensen die zeggen tegen Tjalie: „Nu zie je maar hoe jouw grote boengs jou in de steek laten!" Laat mij U zeggen: de Grote Boengs laten mij evenmin (of evenzeer) „in de steek" als de Kleine Boengs. Want net zo min als zij hun 2000,kunnen missen, kunnen de Kleine Boengs hun 2,afstaan. Dat hebben we toch gemerkt bij al onze ondernemingen niet waar? Ook de kleine intekeningen liepen dood. Geen verwijten dus. Ons geld zit vast. Bij de Grote Boeng in waardepapieren, ondernemingen, beleggingen. Bij Kleine Boeng in de Albert Heijn-rekening, het maandelijkse pakket sigaretten, de kolen- rekening, enz. Dit is Indië, dit is het Oosten niet. Daar kon je op het terras van Capitol Grote Boeng aan- januari klaar voor afgifte naar de drukkerij Komt het er ooit wel van? En dan opeens lig gen de kaarten goed. GO Het is het oude liedje. Eens hadden wij twee vaderlanden: Holland en Indië. Nu hebben wij vele vaderlanden. En vaker worden trossen losgesmeten en bij thuiskomst weer vast gelegd. Wij zijn verstrooid over de aarde. God zal er zijn bedoelingen mee gehad hebben. Klaag niet. Durf te leven! Zoals er aan bouwplannen gewerkt wordt in Amerika, wordt er aan bouwplannen gewerkt in Nederland en Spanje en liggen vele andere plannen hier en elders in portefeuille, wach tend tot de tijd rijp is. Uw plannen, lezer, al uw plannen en dromen. Dit blad Tong- Tong brengt U elke week een lot in een wonderlijke loterij, niet een lot waar nooit wat op valt, maar een zekerheid van uitvoe ring van elk plan in onze wijde lezerskring. Eén voor één, stap voor stap. Waar tiendui zend vriendenhanden zijn, MOET elke wens te verwezenlijken zijn. In dit brede kader moet U het werk van alle blijvende en vertrekkende Tong-Tong-werkers (en lezers) zien. Dan is er nooit een „adieu", maar altijd een „au revoir". Daarom bergen wij onze zorgen weg en roepen de twee ver- trekkenden een opgewekt: „Selamat djalan" toe. En banjak, banjak veel oentoeng dan redjeki! TJALIE ROBINSON P.S. Misschien zullen sommigen zeggen: maar waarom neemt Tong-Tong geen „weekblad- opzetter" of redacteur van daar? Omdat ze er niet zijn. Wie de Indische maatschappij on derzoekt zal op velerlei terrein verbazingwek kende lacunes ontdekken. We hebben na ons „ambtenarenleven" in Indië veel in te halen. Niet geklaagd. Here we go! schieten met een: „Piet, ik zit knijp voor tien mille. Help je me eruit?" En als hij je goed kende, kwamen de tien mille tevoorschijn. Zonder enig kontrakt of zo. Of aan de Kouwe Hoek kon je Nono aanschieten met een: „Tjih, pedot ik voor tje kauw!" en je had je riks. Ja toch? Het Oosten is het land van de krekels. Het westen is het land van de bijen, mieren en hamsters: verzamel, beheer, bewaar voor de slechte tijden die per sé komen! MAAR IN ELKE „VASTLEGGING" MOET EEN EIGEN RISICO- OF BOUW-RESERVE ZIJN! Maar Tjalie, hoe heb je met dit inzicht nog de moed om door te gaanZo bereik je toch nóóit wat?! O jawel, de tijd wordt rijper. Wij gaan allemaal dit leven beter begrijpen. Net zoals er meer en meer Indo's zijn die zomer- kolen kopen voor de winter (goedkoper, en wat binnen is, is binnen!), zo beginnen meer en meer de Tong-Tong-idee te begrijpen: poolen van vriendschap en vertrouwen; poo len van geld en arbeid, dan kunnen alle toekomstzorgen bestreden worden. RUIM (ALS ALLE EUROPEANENIN UW BUDGET EEN POST IN VOOR UZELF LATER. Weet U wat mijn „ex libris is? Een ex libris is een „tjap" dat je in je boeken zet, een soort leuze, waarvan de beginletters over eenkomen met je eigen initialen. Mijn initialen zijn T. R. Mijn ex libris is: Tetap Rapat, Tetap Redjeki: altijd bijeen, altijd voorspoedig. Ih-ih! Nou niet zeggen: „En Tjalie hééft geen boeken!" Die heb ik niet. Maar Tong-Tong is mijn boek. Het Boek (ja, met een hoofdletter!) van al uw verhalen en mijn verhalen, het Boek van Rapat. Wij zullen voorspoedig zijn. Een mislukte lening? Neen, tóch wel een geslaagde belegging in vriendschap. Geld zal komen. Saluut! T. R. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 3